Schurftuitbraak onder Utrechtse studenten: ‘Ik heb door jeuk nachten niet kunnen slapen’
Anna* studeert Interdisciplinaire Sociale Wetenschap aan de Universiteit Utrecht. Ze bleef eind vorig jaar een nachtje slapen bij een scharrel die een tijd terug schurft had gehad. Hij had zich laten behandelen waardoor zijn klachten waren verdwenen. Tot dusver niks geks. Totdat ze begin dit jaar kleine bultjes krijgt. Even denkt ze aan een allergische reactie, maar wanneer er streepjes op haar huid verschijnen, weet Anna dat het raak is: “Ik moet naar de huisarts. Ik heb schurft.” Het is daarom dat ze niet met haar echte naam haar verhaal wil vertellen.
Het aantal mensen dat vanwege schurft de huisarts bezoekt, neemt sinds het najaar van 2021 sterk toe. Dat signaleert het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nivel). De voorgaande jaren nam het aantal schurftgevallen langzaam toe. Waar in 2014 schurft voorkwam bij honderd mensen per 100.000 inwoners, liep dit aantal in 2019 op tot 210 gevallen en in 2020 tot 260.
De toeloop aan schurftgevallen merken ook Utrechtse huisartsen in hun behandelkamer op. Sanneke Molthof, huisarts en bestuurslid bij koepelorganisatie Huisartsen Utrecht Stad, ziet in Utrecht “veel meer problemen met betrekking tot schurft”, voornamelijk bij studenten. Ook volgens huisarts Sanne Hillebrand van huisartsenpraktijk Daltonlaan is er “een toename ten opzichte van twee of drie jaar geleden”.
Nachtelijke graver
De veroorzaker van schurft is de schurftmijt, ofwel de Sarcoptes cabiei var hominis. De vrouwtjesmijt graaft met haar stekelige poten gangen in de opperhuid. Vooral de vingers, pols en binnenkant van de elleboog zijn geliefde plekken van de schurftmijt om eitjes te leggen. Na een week komen er uit de eitjes larven, die op de huid gaan leven. Deze zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet of nauwelijks kan zien.
Als je langer dan 15 minuten direct huidcontact hebt met iemand die schurft heeft, kan de mijt ‘overspringen’. Ook kan schurft via elkaars kleding, handdoeken en beddengoed overgedragen worden.
Hoewel het een redelijk onschuldige huidaandoening is, kan het vooral vervelend zijn. De schurftmijt teistert zijn nieuwe bewoner met behoorlijk veel jeuk. Vooral ’s nacht in een warm bed wordt de mijt actief. Daarnaast ontstaan er rode plekken op de huid of kleine bultjes. Ook zijn er soms streepjes in de huid te zien op de plekken van de graafgangen.
“Ik heb nachten niet kunnen slapen”, vertelt Anna die vooral jeuk kreeg op haar handen, voeten en onder haar oksels. “Eén nacht tijdens mijn tentamenweek heb ik huilend wakker gelegen met de gedachte: ‘ik móet morgen een toets maken’.”
Anna doet een poging met huis-tuin-en-keukenmiddeltjes om de jeuk te onderdrukken. Ze slikt hooikoortstabletten en doet ’s nachts handschoenen aan zodat ze niet kan krabben. Maar tevergeefs. “Het maakte het alleen maar erger, omdat door de handschoenen mijn handen warm werden. Na vijf dagen heb ik nog een keer de huisarts gebeld. Ik hield de jeuk niet meer vol.”
Smeren, smeren, smeren
Schurft is te behandelen met een crème, zoals permetrinezalf, of met ivermectinetabletten. De crème is vrij verkrijgbaar, maar voor de tabletten heb je wel een recept van de huisarts nodig. Daarnaast horen bij de behandeling strenge hygiënemaatregelen. Zoals het wassen van alle kleding, beddengoed en handdoeken op 60 graden of deze drie dagen bewaren in afgesloten vuilniszakken. Huisgenoten moeten hetzelfde doen, om een (her)besmetting te voorkomen.
Bij Anna blijven de schurftplekjes steeds weer terugkomen. En omdat de jeuk alleen maar erger wordt, krijgt Anna naast de crème ook pillen. Pas na drie maanden, acht crèmes en vijf pillenstrips verder, is ze helemaal van de schurft af. “Een maand lang bleef ik om de week: smeren, pillen nemen, smeren, pillen nemen. Alles wat ik had aangeraakt, moest ik elke keer wassen. Ik deed het volgens het boekje, maar toch bleef de schurft terugkomen.”
“Mijn beddengoed heb ik wel een miljoen keer gewassen. Iedere keer als je gaat slapen, moet je in schoon beddengoed gaan liggen. Overdag was je je beddengoed en de volgende ochtend weer. Op een gegeven moment heb ik maar mijn hele kledingkast in plastic zakken gedaan en dat een week laten zitten. De huisarts begreep ook niet waarom het niet wegging.”
Bij elkaar op de bank
Volgens de Utrechtse huisarts Sanne Hillebrand kan schurft zich voor een tijd onopgemerkt verspreiden, omdat de incubatietijd oploopt tot tien weken. “In die tien weken ben je al wel besmettelijk. Tegen de tijd dat je het zelf weet, heb je mogelijk al andere mensen besmet, die op hun beurt ook weer anderen besmetten.”
Daarnaast kan de coronapandemie een rol hebben gespeeld in de schurftuitbraak, vermoedt de huisarts. “De horeca en het nachtleven waren dicht, waardoor studenten meer huisfeesten gaven. Door veel bij elkaar in huis te zijn, met elkaar te knuffelen of bij elkaar in bed te slapen, kan schurft zich sneller verspreiden.”
Anna ziet ook in haar eigen omgeving dat studenten besmet raken met schurft. “In sommige vriendengroepen heeft bijna iedereen het gehad. Ook vriendinnen van mij moesten smeren, omdat huisgenoten het hadden.”
Schurft in huis
In Anna’s studentenhuis, waar ze met negen anderen woont, krijgt gelukkig niemand anders het. Misschien één andere huisgenoot, maar in zijn vriendengroep heerst ook schurft. Een paar van haar huisgenoten reageerden “heel panisch”, vertelt ze. “Het was hun grootste nachtmerrie dat we schurft in huis hadden, maar de meeste huisgenoten reageerden wel rustig.”
In de tijd dat Anna schurft heeft, ligt haar liefdesleven op een gat. “Je blijft niet bij iemand slapen”, vertelt ze. Ook een avondje bij vriendinnen een film kijken op de bank wordt minder ongedwongen. “Je bent heel voorzichtig. Je wilt het gewoon echt niet aan iemand geven.”
Minibultje
Anna schaamt zich er niet voor dat ze schurft heeft gehad. “Ik kon er niks aan doen dat ik het heb gekregen”, vertelt zij. Toch merkt ze dat sommigen er wel met afgrijzen op reageren, vooral niet-studenten. “Ik heb wel reacties gehad van: “Schurft, dat is toch uit de middeleeuwen?” Of: “Gadverdamme, vieze studenten.””
Maar binnen de studentenwereld begrijpen de meesten het wel. Juist omdat zoveel studentenhuizen er eens mee te maken hebben. “Veel mensen in mijn directe omgeving hadden het ook en vonden het net zo frustrerend. Met vriendinnen belde ik voor advies, over bijvoorbeeld de behandeling. Het heeft mij geholpen dat zij het begrepen.”
Hoewel de schurft bij Anna nu helemaal weg is, speelt het nog wel af en toe in haar hoofd. “Ieder klein minibultje dat ik op mijn huid zie of bij een beetje jeuk, denk ik: “Shit, is het weer schurft?” Nog steeds heb ik een heel klein beetje jeuk op de plekken waar ik had. Ik weet niet of het in mijn hoofd zit of dat het echt jeukt, maar ik probeer er niet te veel over na te denken.”
*Echte naam is bij de redactie bekend.