Slow studying gaat om keuzes maken
Ook op DUB is stress het afgelopen studiejaar een veelvoorkomend onderwerp geweest. Zo bleek dat masterstudenten Diergeneeskunde een verhoogde kans hebben op een burn-out, net als promovendi. De SP riep minister Bussemaker op om hier tegen op te treden. Ook dit collegejaar: de eenmalige vertoning van In het hoofd van mijn zusje in filmtheater ‘t Hoogt, de documentaire die Ingrid Kamerling maakte over de zelfmoord van zusje en UU-studente Vivian, die ten onder ging aan angsten en keuzestress.
Vier eerstejaarsstudenten Sociologie schreven een opinie in het NRC over de ‘stress-student’. “De verwachtingen, verplichtingen en andere activiteiten waarmee studenten tegenwoordig worden geconfronteerd, worden veel te vaak onderschat.” Daarnaast sprak DUB met twee studenten die door een burn-out hun studie tijdelijk moesten stopzetten, onder wie student Onderwijskunde Alissa. Ze had maanden nodig om te herstellen. “Zo’n periode is ontzettend eenzaam, het voelt alsof niemand je begrijpt.”
Ook de Tweede Kamer roerde zich. PvdA en ChristenUnie dienden een motie in die door een grote meerderheid van de kamer werd aangenomen. De regering zou samen met onderwijsinstellingen, studentenpsychologen en studentenorganisaties een actieplan moeten opstellen voor ‘goede en laagdrempelige hulp’ op elke universiteit en hogeschool.
Wat als het niet lukt? Dan ben je een loser
Studentenorganisatie ISO deed eind 2016 onderzoek naar het belang van studentenpsychologen. Hieruit bleek dat studentenpsychologen denken dat het aantal studenten dat hulp zoekt, toeneemt. Ook lijken de klachten ernstiger te worden. Op 10 april organiseerde het ISO een bijeenkomst over dit onderwerp in het Academiegebouw. Een aanwezige student stelde: “Overal hoor je dat als je maar hard genoeg werkt je alles kan bereiken. Maar wat als het niet lukt? Dan ben je dus blijkbaar een loser. Dat komt hard aan.”
Wat een student dan allemaal moet tegenwoordig? Tentamens leren, colleges voorbereiden, papers schrijven. En dat vaak gecombineerd met een bijbaan, het liefst één op niveau. Wil je écht aan CV-building doen, dan vervul je ook nog een bestuursfunctie maar zorg je tegelijkertijd dat je binnen vier jaar met hoge cijfers afstudeert. En dan moet je studentenleven ook nog eens de mooiste tijd van je leven zijn. Het idee dat je als student alles maar moet, vergroot de studiedruk. De één kan daar echter een stuk beter tegen dan de ander.
TIjdens de ISO bijeenkomst wordt dan ook geconcludeerd dat studiedruk een trigger kan zijn om tot bepaalde gevoelens te komen. Voor mensen met een neiging tot onzekerheid bijvoorbeeld kan studiestress net de druppel zijn die de emmer doet overlopen. Wat mogelijk resulteert in fysieke klachten als hartkloppingen of benauwdheid of in concentratieproblemen of faalangst.
Op sociale media zie je enkel wat goed gaat
Maar hoe voorkom je nu dat de stress je te veel wordt? Tijdens de ISO-bijeenkomst introduceerde Marieke de Bakker, hoofd studentenbegeleiding van de UU, de term slow studying. Studenten zouden met elkaar het gesprek over studiestress aan moeten gaan. “Slow studying gaat over keuzes maken: nu even gaan voor dit vak in plaats van, bijvoorbeeld, naar een festival of op vakantie gaan. Studenten mogen elkaar daar ook op aanspreken in plaats van elkaar op te jutten met verhalen en foto’s, zoals op sociale media. Daar zie je enkel wat goed gaat.”
De Bakker maakt zich sterk voor studentenpsychologen aan de UU. Volgens haar is een studentenpsycholoog een kwetsbare voorziening. “Er gaan in tijden van financiële krapte stemmen op of er niet bezuinigd kan worden op studentenpsychologen omdat de universiteit geen GZ-instelling is. Dat geld kan beter aan onderwijs of onderzoek besteed worden, is dan de gedachte. Daarom is het belangrijk te laten zien wat deze psychologen doen. Namelijk zo’n achthonderd tot duizend studenten weer op de rit helpen en daarmee uitval en vertraging voorkomen. Ook hebben ze toegevoegde waarde voor docenten, tutoren en studieadviseurs. Zij bieden immers intervisie, scholing en advies aan.” Volgens De Bakker neemt het College van Bestuur van de UU studentbegeleiding serieus.
Studenten denken dat ze heel veel moeten”
Eén van de studentenpsychologen werkzaam op de UU is Kirsten Stringa. Of er tegenwoordig meer studenten zijn met stressklachten dan voorheen durft ze niet te zeggen, maar volgens haar lijkt het ‘fenomeen studiedruk’ wel toegenomen. “Veel studenten denken dat ze heel veel moeten en dat gaat ten koste van henzelf. Ik ben er groot voorstander van om die druk in dat geval los te laten. Je CV willen opbouwen is in principe mooi, maar zeker niet noodzakelijk. Je redt het ook wel zonder die dingen. Misschien duurt het iets langer of heb je een omweggetje nodig, maar je komt er wel.”
“Een weekje stressen voor een opdracht is prima, daar kom je wel overheen. Maar het moet niet te lang duren. Veel studenten realiseren zich pas te laat wat teveel stress met hen doet.” Het is volgens haar vooral belangrijk de balans tussen werk en ontspanning in de gaten te houden. “Studeren kan tegenwoordig altijd en overal, maar zorg voor genoeg vrije tijd.” Haar advies? Zie je opleiding als een werkweek. “Voor je studie staat 40 uur per week. Werk elke dag bijvoorbeeld van negen tot vijf en neem dan de avond en weekenden vrij. Morgen is er weer een dag.”
Een zesjescultuur kennen wij eigenlijk niet
Bij UCU hebben studenten zelf het heft in handen genomen wat betreft hun psychische welzijn. Maritt Overkamp is één van de initiatiefnemers van het Wellbeing Team, dat het welzijn van UCU-studenten wil verbeteren. Of daar behoefte aan was, testte het team van tevoren met een vragenlijst. Ja dus. “De hoeveelheid stress is groot”, vertelt Maritt. “Het idee bestaat dat UCU extra zwaar is. De druk is hoog, studenten zijn heel gemotiveerd en een zesjescultuur kennen we hier eigenlijk niet. En dan wordt er ook nog van je verwacht dat je betrokken bent bij campuslife.”
Volgens Maritt weten niet alle studenten op de UCU-campus even goed waar ze terecht kunnen als ze hulp nodig hebben. Eén van de taken die het Wellbeing Team zich oplegde, is de communicatie tussen studenten en de studentenpsycholoog te verbeteren. Recent ontplooide het team een nieuw initiatief: de Living Room Sessions. “De bedoeling hiervan is dat studenten en alumni persoonlijke ervaringen met elkaar delen rondom een bepaald thema. De eerste sessie is net achter de rug en ging over angsten en depressie. Het is belangrijk dat studenten weten dat ze niet alleen staan in hun gevoelens.`
Daarnaast werkt het Wellbeing Team momenteel hard aan het opzetten van een peer support system. Maritt: “Uit ons onderzoek bleek ook dat studenten als eerste naar medestudenten toestappen als ze ergens mee zitten.” Met het peer support system, overigens een wereldwijd fenomeen op University Colleges, wil het team in die behoefte voorzien.
“Een groep studenten wordt getraind in het praten met leeftijdsgenoten, het herkennen van problemen en hoe je daar mee om kunt gaan. Als de drempel naar de studentenpsycholoog te hoog is of je hebt eventjes behoefte aan een gesprek of een andere mindset, dan kun je bij hen terecht.” Maritt benadrukt dat deze studenten geen vervanging zijn van een psycholoog of studieadviseur, maar naast het bieden van een luisterend oor juist een verwijsfunctie hebben. "Ze dragen bij aan de detectie van mogelijke problemen en kunnen studenten vervolgens bijstaan in het vinden van professionele hulp, indien nodig. Ook op praktisch vlak kunnen ze hulp bieden. Bij het vinden van een huisarts of een sportclub bijvoorbeeld, waardoor studenten zich sneller thuis voelen." Het peer support system moet begin 2018 in werking treden.
Zeg eens nee tegen een feestje
Sophie, één van de studenten die het eerdergenoemde opiniestuk over de stress-student in het NRC publiceerde, heeft inmiddels haar eerste jaar op de UU (bijna) achter de rug. Met de stress viel het goed mee, vertelt ze. Met het oog op de toekomst heeft ze inmiddels wel een relevante bijbaan gevonden én neemt ze volgend jaar plaats in een adviescommissie. Als tip zou ze nieuwe studenten willen meegeven vooral goed te plannen. “Veel en ver vooruit. En zeg eens nee tegen een feestje als je nog een paper in moet leveren.”