Drie schoonmakers over hun werk op de UU
'Sommigen lijken te denken: Plas maar op de grond, ze ruimen het toch wel op'
Er werken zo’n 140 schoonmakers op de universiteit. Die zijn niet in dienst van Universiteit Utrecht, maar van het bedrijf Asito, dat door de UU is ingehuurd om de gehele schoonmaak te doen.
In alle gebouwen wordt er elke dag schoongemaakt, maar wat er precies aan de beurt is, hangt af van het gebruik. “Wc’s worden dagelijks schoongemaakt, en kantoorruimtes die niet zoveel gebruikt worden bijvoorbeeld maar een keer per week”, zo vertelt clustermanager Malika Afkir, die de schoonmaak van een groot deel van het Utrecht Science Park overziet. De universiteit bepaalt uiteindelijk hoe vaak een ruimte schoongemaakt wordt, en als er wat verandert in de drukte wordt het schoonmaakrooster hierop aangepast.
Geert maakt vloeren schoon
“Als mijn gezondheid het toelaat blijf ik hier tot mijn pensioen”
Geert Ludwig werkt al 28 jaar als schoonmaker op de universiteit, daarvoor was hij taxichauffeur. Op het Utrecht Science Park maakt hij vloeren schoon met zware machines. Een deel van de taken is elke week hetzelfde, een ander deel is afhankelijk van wat er op de universiteit gebeurt. Als er een groot evenement is, kan het zo zijn dat Geert naderhand op de locatie afgestuurd wordt om de vloer schoon te maken.
In de jaren dat Geert op de universiteit werkt, heeft hij veel zien veranderen. “Het is moderner geworden, dat moet ook wel, anders zou het niet goed zijn.” Niet alleen wat betreft schoonmaak en veiligheid, “dat is tegenwoordig veel beter geregeld,” maar ook de mentaliteit van studenten. “Ze staan nu op een andere manier in het leven. Ik ben thuis ouderwets opgevoed, dat zie ik nu niet meer terug, studenten zijn minder respectvol geworden. ‘Plas maar op de grond, het wordt toch wel opgeruimd’, zo lijken sommige te denken.”
De viezigheid van studenten wordt steeds erger. “Stront, kots, alles. Op de vloer maken we alles mee.” Er ontbreekt weleens respect voor de schoonmaker. “We moeten veel werk in weinig tijd doen, dat hebben sommige mensen niet door.” Studenten zouden kunnen helpen door zelf beter hun rommel op te ruimen. “Of als je bijvoorbeeld een beker koffie over de vloer gooit, wat kan gebeuren, meld het dan. Dat scheelt ons werk.”
Toch is het contact met studenten goed. “Ik heb niet heel veel contact met ze, maar als ik ze zie begrijpen ze wel wat ik doe.”
Met medewerkers heeft hij wisselend positief contact. Zo waarderen sommige mensen zijn werk niet, “die hebben niet door hoe zwaar het is.” Als een kantoor helemaal vol ligt met stapels papier kan hij er niet schoonmaken, en dat vinden sommige medewerkers dan vervelend. “Maar ja, je kan niet met iedereen bevriend zijn.”
Geert merkt dat hij wat ouder wordt. “Het werk eist wel zijn tol. Maar goed, als mijn gezondheid het toelaat, blijf ik hier tot mijn pensioen. Tenzij ik de loterij win, dan ben ik gelijk weg.” Hij weet overigens niet wat hij thuis de hele dag zou moeten doen. “Daar doet mijn vrouw de schoonmaak”, grapt hij. “Maar ik doe wel andere dingen hoor! Koken, de was, noem maar op.”
Sultan is al 27 jaar schoonmaker op de universiteit
“Als ik hier ben voel ik mij net als thuis”
Sultan Akkanat werkt in verschillende gebouwen op het Utrecht Science Park, waar ze vooral een vast takenpakket van het schoonmaken van toiletten en kantoren heeft. Ze glundert als ze vertelt over haar schoonmaakwerk, wat ze al 27 jaar doet. “Als ik hier ben, voel ik mij net als thuis,” vertelt ze, “anders doe je het ook niet zo lang”.
Omdat ze al zo lang schoonmaakt voor de universiteit heeft ze binnen verschillende schoonmaakbedrijven gewerkt, maar over haar huidige werkgever is ze het meest te spreken. “Dan heb ik het over de schoonmaakmiddelen, de materialen en veiligheid.”
In al die jaren zijn de studenten niet veranderd, vindt ze. “Ze zijn heel vriendelijk. Als ze mij zien zeggen ze vriendelijk goedemorgen.” Maar af en toe zijn ze wel vuil, ze laten dingen achter. “Maar ik heb geen moeite met studenten.”
Met de medewerkers van de universiteit heeft Sultan ook goed contact. Het leukst vindt ze het als ze een compliment krijg. “Mensen bedanken mij bijvoorbeeld weleens dat ik hun werkkamer zo goed heb schoongemaakt. Dat kan dan mijn dag maken.”
Ze maakt genoeg vieze dingen mee. “Soms gebeuren er echt rare dingen in de wc’s, maar daar wil ik liever niet over praten.” Het verschil tussen plekken waar vooral studenten of medewerkers komen is niet altijd even duidelijk. “Sommige wc’s op afdelingen waar alleen medewerkers zitten, zijn net zo vies als wc’s bij de collegezalen.” Studenten zouden wel vaker de wc door moeten trekken. “Maar ja, wat moet ik daar over zeggen?”
Ze is weleens verkouden of ziekjes, “maar daarvoor ga ik mij toch niet ziekmelden? Dan neem ik een paracetamol en ga ik lekker aan het werk. Daar word je beter van dan alleen maar thuis zitten.”
Mohammed doet het zware werk
“Geen dag is hetzelfde”
Mohammed Belkheir werkt al vijf jaar als schoonmaker op de universiteit. Daarvoor werkte hij bij een ander schoonmaakbedrijf. Bij de UU heeft hij geen vaste ronde, maar krijgt opdrachten van zijn leidinggevende. Dat zijn vaak de “extra” dingen, feestjes, borrels, en congressen. Deze zijn vaak in het Koningsbergergebouw of het Minnaert. “Elke werkdag is anders, ik vind de afwisseling leuk.”
Omdat hij zijn werk goed doet, wat hij ook belangrijk vindt, heeft hij nooit gedoe en het erg naar zijn zin. “Elke dag is gewoon genieten. Ik ben trots op mijn werk en heb leuke collega’s, we hebben altijd lol.”
Hij doet “het zware werk”, het schoonmaken met grote machines. “Mensen hebben daar respect voor. Als ze mij zien denken ze ‘hé, de beste jongens zijn gekomen’, en dan krijgen we meestal meteen een compliment. Mensen zien dat we hard werken.”
Zijn werk wordt goed gewaardeerd. “Als ik met een vloer bezig ben, zien mensen hoe mooi het schone deel is, dan worden ze gelijk vrolijk. Ik ben hier ook bekend, dus veel mensen begroeten mij en vragen hoe het gaat.”
Het contact met studenten is heel goed, er zijn nooit opstootjes. “En waarom ook? Ik kom gewoon mijn werk doen, en zij komen gewoon studeren.” Soms helpen ze Mohammed ook. “Als ze zien dat ik eraan kom dan pakken ze wat vuil mee, of schuiven ze alvast wat stoelen aan de kant.”
Hij maakt ook wel vieze dingen mee, “dat gebeurt elke dag wel, maar dat hoort er nou eenmaal bij.” Sommige mensen denken er niet bij na als ze afval achterlaten dat er iemand komt die de troep moet opruimen en schoonmaken. “Ik weet dat iedereen druk is, met studeren, werken en tussen van alles en nog wat heen en weer rennen, maar denk daarbij ook eens aan anderen.”
Sinds kort doet hij thuis ook de schoonmaak. “Mijn vrouw deed dat eerst, maar dan had ik altijd kritiek. Door dit werk heb ik er echt oog voor natuurlijk. Daar was mijn vrouw een keer klaar mee, dus nu moet ik het zelf doen.” Maar thuis afwassen doet hij niet , “daar ben ik te stoer voor”, zo grapt hij.