Drie Utrechtse studenten over hun bijbaan

‘Soms bevalt een koe terwijl ik aan het werk ben’

De bijbaan van Bente. Foto: Simon Huijben
De bijbaan van Bente. Foto: Simon Huijben

“Een paar jaar geleden ontvingen we tientallen reacties op een vacature, nu zijn we al blij met twee of drie reacties”, zegt Niels Marchal, vestigingsmanager van YoungCapital Utrecht, een uitzendbureau voor jongeren. Het is een teken van de krapte op de arbeidsmarkt. Door het huidige personeelstekort hebben studenten het voor het kiezen en kunnen ze eisen stellen, zo vertelt hij. Traditionele studentensectoren als de horeca en de logistiek zijn ook minder populair geworden. Studenten willen flexibiliteit en een hoger uurloon dan eerst. Het gaat dan om een administratieve baan of werk op een klantenservice dat vanuit huis gedaan kan worden. Ook hebben ze meer interesse in dagklussen zoals op een beurs staan. Daarbij speelt de beloning ook een belangrijke rol, zegt Marchal. “Voor vacatures met een loon van minder dan 15 euro per uur is het erg moeilijk iemand te vinden.”

DUB sprak met drie studenten die voor een vaste bijbaan hebben gekozen. Zij vertellen waarom.


 

Julius wast twee keer per week af in een restaurant

De bijbaan van Julius. Foto: eigendom Julius

'Ik ga hierna nooit meer in de horeca werken'

Student Filosofie Julius (19) staat tweemaal per week achter de afwas bij Héron Petit Restaurant, een zaak met een Groene Michelinster. “Een redelijk fancy restaurant”, aldus Julius. “Niet stijf, wel relaxed, maar toch niet zomaar een tent.”

Het stereotype van afwasser als een smerig baantje gaat dan ook niet op. “Mensen vinden het eten heel lekker, dus de borden zijn goed leeg als ze eenmaal bij mij komen. Dat scheelt in de afwas.” Hij koos voor het werk omdat hij het fijn vindt in de spoelkeuken. “Het is goed te combineren met mijn colleges, maar in de bediening staan zou mij te veel energie kosten, al dat contact met de gasten. In de afwas kan ik lekker mijn eigen ding doen met een muziekje op de speaker.” 

Anders dan bij zijn eerdere banen in de spoelkeuken, is de waardering hier groot. Het werk is erg flexibel, en het loon zo’n 13 euro per uur. Ook deelt hij mee in de fooi, terwijl de baas dat niet doet. “Dat tikt bij dit restaurant echt aan.” Daarmee is het loon “echt dik boven wat je kan verwachten als afwasser van 19.” Het loon steeg zelfs mee met de hoge inflatie vorig jaar, en deze maand is het nog eens extra verhoogd. 

Dat respect is dan ook wederzijds. “Ik doe mijn best voor hen, omdat zij dat ook voor mij doen. Maar ik ga hierna nooit meer in de horeca werken, want ik denk dat ik nergens anders zo goed behandeld zou worden als hier.” Misschien is die waardering ook wel hoger geworden door de arbeidskrapte, stelt Julius. “Als personeel slecht wordt behandeld, zijn ze zo weer weg. Probeer op dit moment maar eens een goede afwasser te vinden.” Hij heeft het werk ook niet per se nodig. “Als ik niet zou werken zou ik het best overleven, maar ik vind het fijn om iets te doen te hebben naast het studeren.”

De waardering van de dinerende gasten valt daarentegen weleens tegen. “Het is een openkeuken en gasten kunnen mij de hele avond zien; dan is het toch jammer als ze bij vertrek de koks wel gedag zeggen, maar mij niet. Daardoor is het extra fijn dat ik die waardering wel van mijn baas krijg.”

Vanuit die openkeuken krijgt hij ook van alles mee. “Een tijdje terug zat hier een bekende Nederlander te dineren. Hij zat de hele avond erg hoog van de toren te blazen tegenover zijn gezelschap over de podcast die hij heeft. Daar konden we achteraf goed om lachen.”


 

Bente melkt de koeien van de faculteit Diergeneeskunde

De bijbaan van Bente. Foto: Simon Huijben

'Soms bevalt een koe terwijl ik aan het werk ben'

Bente (21) studeert Diergeneeskunde en melkt een paar keer per week de koeien op De Tolakker, de onderwijsboerderij van haar faculteit. Naast zo’n tweehonderd schapen en 120 varkens, herbergt de boerderij ongeveer zeventig melkkoeien, waarvan de biologische melk naar Campina gaat. Overdag wordt er gemolken door het vaste personeel van de boerderij, in de avond doen studenten dit.

In het eerste jaar moeten studenten verplicht leren melken, en wie het leuk vindt, kan het als bijbaan voortzetten. “Al is het wisselend in populariteit. Het weekend is minder populair, het laatst was het lastig alle roosterplekken te vullen, misschien door de vele opties die studenten nu qua werk hebben”, vertelt Bente. “Maar het is een mooie manier om praktijkervaring op te doen bij de stof die je tijdens college leert. Soms bevalt een koe terwijl ik aan het werk ben; laatst gebeurde het drie diensten achter elkaar. De eerste keer belde ik mijn baas op, maar tegenwoordig weet ik wat ik moet doen.”

“De dames”, zoals Bente de koeien geregeld noemt, worden efficiënt gemolken. Ze worden in groepjes van twaalf naar “de melkput” geleid, waar er een melkmachine op de uiers wordt gezet. Na het melk geven verlaten de koeien uit zichzelf de ruimte, waarna de volgende groep binnenkomt. “Deze is super lief”, zegt Bente tegen een koe die de melkput binnenloopt, “ze wil steeds kroelen”.

Het werk betaalt ook best goed, zo’n 16 euro per uur, zegt Bente. “Het zijn diensten van zo’n drie uur, en dat doe ik dan een paar keer per week. Dus ik maak niet genoeg uren om van dit inkomen te leven.” Toch doet ze het graag. “Ik kan niet zo goed stilzitten. En het leven is zo duur, alleen al in de supermarkt. Dus die paar uurtjes helpen toch.”

Omdat je als studentenmedewerker maar drie jaar achter elkaar voor de universiteit mag werken, zoekt Bente, die die tijd bijna aantikt, langzaamaan naar iets anders. “De horeca, dat vind ik zo leuk en daar is genoeg werk.” Dat ze dan inlevert op haar uurloon maakt haar niet uit. “Daar kan ik langere diensten draaien, dus dan verdien ik uiteindelijk toch meer.” 


 

Marie werkt elke weekend in een supermarkt voor expats
 

De bijbaan van Marie. Foto: eigendom van Marie

'Ik heb altijd al veel gewerkt'

Marie (20), een internationale geschiedenisstudent uit Duitsland, werkt elk weekend bij Kelly’s Expat Shopping. Deze supermarkt aan de Nachtegaalstraat biedt een assortiment producten dat expats niet in de Nederlandse supermarkten vinden. Maar, zo vertelt Marie, de winkel trekt niet alleen expats aan. “Er komen ook genoeg Nederlanders die iets nieuws willen proberen of benieuwd zijn naar de producten die wij hebben. Maar het is vooral leuk om te zien hoe expats die een snack uit hun thuisland missen die hier kunnen vinden.”

Het werk bestaat uit de gebruikelijke supermarkttaken: de kassa bedienen, vakkenvullen, en organiseren. En het betaalt ongeveer 13 euro per uur. “Het is rustig werk, anders dan de horeca, waar ik vroeger werkte.” 

Haar vorige werkervaring in Utrecht was niet bepaald positief. “Ik werkte in een restaurant dat onderdeel was van een grote keten. Het was er chaotisch en er was geregeld niets geregeld. Dan stond ik daar voor een dichte deur, klaar om mijn shift te beginnen, terwijl het restaurant al een uur open had moeten zijn.” Ze is dan ook snel weer vertrokken. “Voor veel van mijn collega’s daar, ook internationale studenten, was het hun eerste baan, dus die wisten niet goed wat normaal was. Maar ik heb altijd al veel gewerkt, dus ik wist dat dit echt niet kon.” Omdat ze financiële steun krijgt van haar familie hoeft ze niet per se te werken. “Maar ik ben gewend om te werken, en ik wil zoveel mogelijk zelf betalen zodat ik niet van mijn ouders afhankelijk ben.”

Toen ze hoorde dat ze iemand zochten bij de expatstore, is ze daar langsgegaan. “Het is hier een stuk aangenamer dan bij mijn vorige baan. Het werk is erg flexibel, het is geen probleem als ik een keertje niet kan of op vakantie ben. Daarnaast zijn de baas en mijn collega’s erg leuk.” 

Bij bijbanen voor internationale studenten merkt Marie op dat uitbuiting op de loer kan liggen, hoewel dat afhankelijk is van de werkplek. “Veel internationale studenten werken in de horeca, een industrie die daar notoir om is. Zeker als een internationale student geen Nederlands spreekt, kan het moeilijk zijn iets te vinden. Niet dat dat discriminatie is of zo, ik snap wel dat je voor sommige baantjes Nederlands moet kunnen; daar verandert een krappe arbeidsmarkt niets aan.”

Advertentie