Student laat buitenlandse promotieplekken schieten voor Utrechtse begeleider
“Als ik de financiën had, zou ik hem ogenblikkelijk aannemen als promovendus”, zegt ‘oude rot’ Henk Stoof (1962) over zijn ‘jonge hond’ Erik van der Wurff (1991). Dat geld ontbreekt momenteel en zal er wellicht ook nooit komen. Toch neemt Van der Wurff de gok. Hij begint nu met een tussenbaantje als wetenschappelijk medewerker in Dresden, in de hoop dat een onderzoeksvoorstel van Stoof c.s. wordt goedgekeurd en hij in februari bij zijn voormalige scriptiebegeleider kan beginnen met promoveren.
De jonge hond heeft er zelfs promotieplekken in Göteborg en Aken voor afgewezen. Zó graag wil hij samen met Stoof doorgaan met theoretisch onderzoek naar de condensatie van lichtdeeltjes. Het verwondert niet. Dankzij zijn afstudeeronderzoek heeft Van der Wurff al twee publicaties met Stoof op zijn naam staan, waarvan één in het meest prestigieuze journal op dit vlak: Physical Review Letters.
Referentie van een Nobelprijswinnaar
Supergeleiding, Bose-Einstein-condensaten, kwantumeffecten: het gros der stervelingen heeft niet eens de klok horen luiden, maar Stoof en Van der Wurff zijn er dag en nacht mee bezig. Om verder te kunnen komen in de wetenschap, moet dat ook wel.
Evenals een tijdlang in het buitenland aan de slag gaan als postdoc of universitair docent. Stoof: “Op inhoudelijk vlak is buitenlandervaring ontzettend belangrijk. In onze discipline zitten de beste vakgroepen in dat buitenland. Je moet meedraaien in zo’n groep en meekijken met de groten. Aan de twee Amerikaanse universiteiten waar ik als postdoc heb gewerkt, heb ik heel veel geleerd.”
Het buitenlandavontuur trekt Van der Wurff ook. Als de stichting voor financiering van natuurkundig onderzoek het onderzoeksvoorstel van Stoof niet honoreert, gaat hij zo goed als zeker in het buitenland promoveren. Grote kans dat hij daarna ook postdoc wordt in den vreemde. Van der Wurff: “Op deze leeftijd is dat toch een stuk makkelijker dan wanneer je getrouwd bent en kinderen hebt.”
Stoof raadt het hem ook ten zeerste aan. Stoof: “Het geeft een boost aan je zelfvertrouwen. En je houdt er waardevolle referenties aan over, helemaal als je hebt gewerkt bij een Nobelprijswinnaar.” Begin jaren 90 werkte Stoof aan de universiteit van Illinois in het team van Tony Leggett, die ruim tien jaar geleden de Nobelprijs voor de natuurkunde won.
Het zijn allemaal belangrijke plusjes die bepalen hoe je verdere academische carrière eruit komt te zien, stelt Stoof. “Zonder die buitenlandervaring was ik nooit zover gekomen.”
Stoof over Van der Wurff: “Erik heeft oog voor de experimentele kant, is snel van begrip, precies in zijn berekeningen en kan goed schrijven en presenteren. Als ik kijk naar die hele mix van kwaliteiten, dan denk ik dat Erik misschien wel beter is dan ik was op die leeftijd.” | Van der Wurff over Stoof: “Henk heeft een goede intuïtie. Hij kan meteen zeggen hoe iets eruit gaat zien, terwijl ik daar een berekening van twintig pagina’s voor nodig heb. Soms is hij koppig. Tot drie keer toe zeg ik hem dat iets niet werkt en pas als ik na de vierde keer narekenen wéér in zijn kamer kom, wil hij me misschien geloven.” |
Wetenschappelijke carrière hangt van geluk aan elkaar
Van der Wurff hoopt ooit net zover te komen als Stoof. “Bijna iedereen die houdt van onderzoek wil wel op zo’n positie terecht komen. Maar ik weet ook dat de weg daarnaartoe heel lang is en je veel moet opgeven.”
Stoof was op Van der Wurffs leeftijd nog niet zo bezig met het uitstippelen van zijn wetenschappelijke carrière. Stoof: “Ik wist alleen dat ik graag in de wetenschap wilde werken. Verder dacht ik: ik zie het allemaal wel. Om eerlijk te zijn, hangt het ook van geluk aan elkaar. Hier in Utrecht was toevallig een vacature voor universitair docent, maar voor hetzelfde geld was ik op de technische universiteit van Delft terecht gekomen.”
Het koppel is het erover eens: dat is niet optimaal voor een theoreticus. Stoof: “Op een technische universiteit hangt de theorie heel sterk aan het experiment. Aan de TU in Eindhoven voelde ik de druk om mijn werk steeds te koppelen aan de experimenten daar.” Van der Wurff: “Dat was voor mij ook de reden om na mijn bachelor uit Eindhoven weg te gaan.” Stoof: “Hier in Utrecht hebben we een eigen stek en er is geen druk om per se samen te werken met een experimentele groep. Willen we dat wel, dan kunnen we zelf bepalen naar wie we toe gaan. Dat kan ook buiten de stads- of landsgrenzen zijn.”
Toch zien ze het allebei als een groot voordeel dat ze hun academische loopbaan zijn begonnen op de Technische Universiteit Eindhoven. Van der Wurff: “Daardoor ontwikkel je een experimentele mindset. Je bent je er steeds van bewust dat vakgenoten bezig zijn met experimenten. Het houdt je een beetje bij de werkelijkheid, in plaats van dat je maar wat doet op je kantoortje.” Stoof: “Uiteindelijk blijft de natuurkunde toch een empirische wetenschap.”
Veel gemeen: onderzoek & metalmuziek
De afgelopen tijd spraken de twee elke dag wel even met elkaar. Over onderzoek, hun gedeelde liefde voor metalmuziek en de toekomstplannen van de pas afgestudeerde. Van der Wurff: “Toen ik bijvoorbeeld die twee aanbiedingen voor promotieplekken had, stond ik voor een heel moeilijke keuze. Ik heb toen met Henk alle voors en tegens besproken. Zo ontdekte ik dat Zweden niet ideaal was, omdat ik er geen onderwijs zou kunnen geven, wat ik wel erg leuk vind.”
Nu Van der Wurff in Dresden zit, zal het contact – in elk geval tot februari – op een lager pitje komen te staan. Van der Wurff: “Als ik uiteindelijk niet bij Henk ga promoveren, zullen we vast nog wel eens mailen. Maar misschien betekent uit het oog ook wel uit het hart.”
Stoof heeft er hoe dan ook alle vertrouwen in dat Van der Wurff goed terecht gaat komen. Stoof: “Erik heeft alle kwaliteiten om heel ver te komen. Maar hij moet erop letten dat hij een goede onderzoeksgroep kiest om in te gaan werken en dat hij zich qua kennis nog wat verbreedt. En hij moet zichtbaar blijven, dus zo af en toe schrijven voor zoiets als Physical Review Letters.” Van der Wurff: “We zijn in ieder geval goed begonnen.” Stoof: “We zijn heel goed begonnen.”
Mini-cv Henk Stoof
Geboren: 1962 te Veldhoven
1986: doctoraaldiploma natuurkunde, TU Eindhoven
1989: PhD in theoretische natuurkunde, Few-Body Collisions in a Weakly Interacting Bose Gas, TU Eindhoven
1999: hoogleraar Theory of Condensed Matter, Universiteit Utrecht
2008-2011: wetenschappelijk directeur Institute for Theoretical Physics
2011-2014: vice-decaan onderzoek faculteit Bètawetenschappen
Stoof doet theoretisch onderzoek naar de kwantumeffecten van materialen bij zeer koude temperaturen, waaronder supergeleiding.
Mini-cv Erik van der Wurff
Geboren: 1991 te Maastricht
2013-2014: stage Bose-Einstein condensates of quasiparticles, Universiteit Utrecht
2014: masterdiploma theoretische natuurkunde, scriptietitel: Number Fluctuations and Phase Diffusion in a Bose-Einstein Condensate of Light, Universiteit Utrecht
2014: wetenschappelijk medewerker, Max Planck Institute for the Physics of Complex Systems te Dresden