Studenten in de universiteitsraad willen sterk blok
Meer studentbegeleiding? Prima, maar dan moet het huidige tutoraat wel écht worden verbeterd. Hoger collegegeld voor honourprogramma’s? Niet als dat betekent dat je groepen studenten uitsluit. Matching & Selectie? Op papier een mooi verhaal, maar hoe pakt het uit in de praktijk? Een gesprek met de studentleden van de nieuwe Universiteitsraad.
De nieuwe studentgeleding van de Universiteitsraad klinkt strijdbaar. Ze heeft zin in het komende collegejaar waarin vele plannen om het onderwijs te verbeteren, uitgevoerd moeten gaan worden. De 12 U-raadsleden willen er scherp op toezien dat studenten niet de dupe worden van alle - op papier goede - ideeën.
Maar dat is niet het enige doel: het dozijn studentraadsleden wil laten zien, dat de U-raad geen bureaucratisch orgaan is, maar wel degelijk invloed kan uitoefenen op het reilen en zeilen van de universiteit.
- Studiebegeleiding
- Duurzame universiteit
- Zelfontplooiing studenten
- Arbeidsmarktoriëntatie
- Studieactiefcertificaat
DUB praat met Paul Graas (P), voorzitter van de studentengeleding in de U-raad en lid van de fractie Vuur en fractievoorzitters Wijnand de Leeuw (W) van Helder, Kavish Bisseswar (K) van Vuur en Tabitha Timisela (T) van de PvdUS. Ze hebben afgesproken om dit jaar de onderlinge partijverschillen ondergeschikt te maken aan het hogere doel: een eensgezind en dus sterk geluid van alle studenten in de raad. Maar er zou zo maar één breekpuntje kunnen zijn…
Kavish Bisseswar, tweedejaars UCU, fractievoorzitter van Vuur. 7 zetels in de U-raad
Tabitha Timisela, masterstudent Notarieel Recht, fractievoorzitter van PvdUS, 3 zetels in de U-raad
Wijnand de Leeuw, derdejaars Rechten, afgeronde bachelor Wijsbegeerte en fractievoorzitter van Helder, 2 zetels in de U-raad.
Paul Graas heeft zijn bachelor Geschiedenis op zak, voorzitter van de studentgeleding in de U-raad en lid van Vuur
Waarom vinden jullie het belangrijk om als studentengeleding met één stem naar buiten te treden?
P: “De verschillen tussen de drie fracties zijn niet zo groot.”
W: “Alle fracties zetten zich in voor het belang van alle studenten. Juist daarom willen we ons dit jaar gemeenschappelijk profileren. Samen sta je sterker.”
T: “Vorig jaar bleek het moeilijk om consensus te bereiken tussen de fracties. Daardoor kwamen ze niet altijd even sterk over. Wij denken dat we meer kunnen bereiken als we vanaf het begin samenwerken en met één advies naar buiten komen.”
K: “Bij meningsverschillen moet Paul een polderende rol gaan spelen, maar individueel stemmen blijft natuurlijk mogelijk. Je hoeft je principes niet te verloochenen.”
Vorig jaar zijn ambitieuze plannen aangenomen op het gebied van onderwijs. Die moeten dit jaar verder worden uitgewerkt en ingevoerd. Nieuwe studenten moeten bijvoorbeeld een matching- of selectiegesprek voeren. Wat vinden jullie daarvan?
P: “De ambitie is om de student zo snel mogelijk op de juiste plek te krijgen. Op zichzelf is dat een goed streven. Beloofd is dat er na de matching goede begeleiding voor de student komt. Die begeleiding is een punt van zorg, want het tutoraat loopt nu al stroef.”
T: “Het tutoraat rammelt aan alle kanten. Op papier staat dat je het eerste jaar een goede begeleiding moet krijgen, maar in de praktijk is dat niet het geval. Begeleiding is ook nodig in de jaren daarna. Daar wordt nu niets over gezegd. De invoering van matching en selectie verlangt automatisch meer en betere begeleiding.”
Hoe staan jullie tegenover het vragen van een hoger collegegeld voor bijvoorbeeld honoursopleidingen?
K: “Ambitie is nodig, want ambitie leidt tot innovatie. Ambitie mag echter nooit ten koste gaan van de toegankelijkheid van het onderwijs. Er zijn genoeg milieus waar het talent wel aanwezig is, maar niet het geld. Daar moet dus een oplossing voor komen, zowel uit Den Haag als vanuit de universiteit.”
T: “Maar niet alleen het collegegeld speelt een rol. Van honoursstudenten wordt verwacht dat ze naar het buitenland gaan. Dat kost tijd en geld. Het gebrek aan tijd en geld kan een reden zijn om dan maar geen honoursopleiding te volgen. Ik ben heel benieuwd hoe daarmee wordt omgegaan.”
Hoe toegankelijk vinden jullie het hoger onderwijs nog?
W: “De toegankelijkheid staat onder druk. Iedereen die wil studeren en de capaciteiten heeft, moet te allen tijden deze mogelijkheid krijgen. Hoge tarieven mogen daarin geen beperkende rol spelen. Kijk bijvoorbeeld naar de doorstroom vanuit het hbo via een premaster die steeds problematischer wordt. Universiteiten hebben een maatschappelijke taak en een morele plicht om iedereen die vooruit wil en kan, vooruit te helpen. Het is een onderwerp waar we heel kritisch naar moeten kijken.”
Kan je in deze tijden nog wel actief zijn naast je studie?
T: “Yvonne van Rooy zei bij haar afscheid als collegevoorzitter, dat studenten zich moeten ontplooien naast de studie. Maar als je dat echt wilt, moet je als student wel stevig in je schoenen staan. Door alle maatregelen zoals de langstudeerboete, maar ook door de werkdruk die de Universiteit Utrecht studenten oplegt, kunnen studenten gaan denken dat ze nergens meer tijd voor te hebben, ook als ze die tijd wél hebben.”
Jullie klinken strijdbaar en eensgezind, maar zijn er dan helemaal geen breekpunten?
P: “ Het gaat niet zozeer om breekpunten maar om andere prioriteiten die de verschillende fracties stellen.”
W: “Wij werken als raad komend jaar samen maar we hebben afgesproken dat alle fracties de ruimte hebben om zelf eigen initiatieven te ontplooien als andere fracties zich daar niet bij aansluiten. Breekpunten zijn er inhoudelijk dus niet.”
Maar denken jullie niet anders over de hoogte van het cijfer voor een hertentamen?
K: “Vuur staat achter de regel herkansen vanaf een 4."
W: “Wij van Helder vinden dat je onder bepaalde omstandigheden ook een hertentamen mag doen als je lager dan een 4 hebt gescoord."
T: “Bij Geowetenschappen loopt een proef waar studenten alleen mogen herkansen als ze minimaal een 5 hebben gehaald voor hun tentamen. Dat vindt de PvdUS te streng. Wij zijn het er ook niet mee eens dat je bijvoorbeeld voor een hertentamen bij Rechten niet hoger kan halen dan een 6. Andere universiteiten geven gewoon het cijfer waar je recht op hebt. Die 6 kan je parten spelen als je gaat solliciteren. Bedrijven weten niet dat universiteiten andere regels hanteren en denken gewoon dat je je tentamen niet goed hebt gemaakt. Het is een punt waar je als U-raad aandacht voor moet vragen.”
Zijn er problemen waar je ook zelf tegen aan loopt?
T: “Ik vind dat de informatievoorziening aan studenten, veel beter kan. Als student bij de ene opleiding mag je bijvoorbeeld vakken volgen bij een andere opleiding. Maar het is heel moeilijk om aan praktische informatie te komen als je wilt kijken of een vak van een andere opleiding in jouw rooster past. Osiris en Blackboard zijn persoonsgebonden, daar kun je het rooster van je eigen opleiding vinden, maar niet dat van andere opleidingen. Ik vind dat dit type informatie voor iedereen beschikbaar moet zijn.”
K: “Ik wil nog even extra aandacht vragen voor de begeleiding van de student. Wat mij betreft, hoeft niet iedereen permanent aan het handje gehouden te worden, maar de ervaring leert dat studenten zeker in het begin nog vaak behoefte hebben aan een centraal contactpersoon. In de huidige situatie hebben studenten vaak sporadisch contact met hun begeleiding of vinden zij deze begeleiding niet veel om het lijf hebben. Dit kan en moet beter."
Nieuwe verkiezingen?
Door een tekort aan kandidaten waren er vorig voorjaar geen verkiezingen voor de studentgeleding van de Universiteitsraad. De zetelverdeling van het jaar daarvoor is aangehouden, omdat elke partij precies genoeg kandidaten voor dat aantal zetels had. Dit jaar wil de U-raad meer bekendheid krijgen door Twitter, Facebook, het organiseren van een informatieweek en vooral door de dingen die ze namens de studenten doen in de U-raad. Paul: “Het aantal studenten dat zich volgend jaar als kandidaat meldt, is een goede graadmeter voor de manier waarop wij hebben gefunctioneerd.”
Volg de studentenleden op Facebook