Studenten gaan geschiedenis de Neude tot leven brengen
In het vak Living Pasts, Augmenting Urban Landscapes and Cultural Heritage in the Digital Age, moeten studenten informatie verzamelen en bundelen over het bekende Utrechtse plein de Neude. “Het is de bedoeling dat alle Utrechters uiteindelijk kunnen zien wat er door de eeuwen heen op het plein heeft plaatsgevonden. Hiervoor moeten de studenten aan het eind van het vak een product opleveren dat op de smartphone of tablet te bekijken is”, zegt Toine Pieters, coördinator van het vak.
Voor het vergaren van de data wordt samengewerkt met onder andere de gemeente Utrecht, het Utrechts Archief en de Universiteitsbibliotheek. De helft van de colleges wordt gehouden bij het Utrechts Archief, de andere helft in De Uithof. De cursus sluit aan bij het project Utrecht Time Machine. Een project, waarbij hoogleraar Pieters betrokken is, en dat de geschiedenis van Utrecht inzichtelijk en toegankelijk moet maken.
De interdisciplinaire gedachte
Vrijwel alle tweede- en derdejaars studenten van de Universiteit Utrecht konden zich inschrijven voor de cursus. Dat studenten met verschillende studieachtergronden moeten samenwerken is volgens Pieters, het bijzondere aan het vak. “Geologiestudenten hebben weer hele andere expertises dan geschiedenisstudenten. Bovendien moeten alle verzamelde data ook weer verwerkt worden. Daar komen de studenten die informatica studeren om de hoek kijken.”
Pieters vindt dat op de Universiteit Utrecht soms te weinig interdisciplinair wordt gedacht. “In teamverband werken is heel erg belangrijk met het oog op de toekomstige arbeidsmarkt. In dit vak worden geschiedenis en de modernste technieken aan elkaar gekoppeld. Ik durf te zeggen dat onze cursus mooi aansluit op de digitale revolutie in onderwijsland.” Daarmee past het volgens hem bij het toekomstbestendig maken van het onderwijs. Daarom is er ook voor gekozen om studenten en beginnende academici te betrekken bij het kersverse vak.
Digitale toevoegingen aan de realiteit
Ivar Troost is één van deze studenten en mede-initiatiefnemer. Hij heeft net de master Educational Sciences: Learning in Interaction afgerond en is nog bezig met zijn tweede masterstudie Game & Media Technology. Troost vertelt dat het vak begint met het in kaart brengen van het heden. “Dat betekent mensen spreken over en foto’s en schetsen maken van het plein van nu. Vervolgens wordt er ingegaan op beschrijvingen uit het verleden. De geschiedenis van miljoenen jaren geleden komt dan ook aan bod. In de latere fase van het vak beginnen groepjes van studenten van verschillende opleidingen aan hun zelfgekozen project, waarvoor ze een specifieke tijdperiode of thema van de Neude kiezen om te onderzoeken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan conflict en oorlog. Waar nu terrassen zijn, hebben namelijk ook soldaten gestaan.”
Na het vaststellen van een thema gaan de groepjes studenten aan de slag met een digitaal eindproduct. “Wij hebben een soort Google Earth voor de geschiedenis in gedachten. Studenten zijn, in samenspraak met teamleden, vrij om te bedenken wat ze willen doen. Zolang het maar te beleven is via smartphone of tablet. Lange lappen teksten werken in die context niet.”
Volgens Troost moet er gedacht worden aan filmpjes, afbeeldingen, audio, games en augmented reality (toegevoegde realiteit), zodat mensen via de Utrecht Time Machine kunnen tijdreizen over de Neude. “Het zou mooi zijn als liefhebbers hun smartphone richten op de nieuwe bibliotheek en dat na een klik een venster opent over de geschiedenis van geletterdheid.”
Tijdmachine
Utrecht is niet de enige stad die een Time Machine heeft. Zo kan er in bijvoorbeeld Venetië, Gent en Amsterdam ook een digitale tijdreis gemaakt worden. De tijdmachines behoren bij een Europees project. Er komt dan ook geld uit de Europese Unie voor dit vak. Volgens Troost spelen modernisering van het onderwijs en de Europese identiteit hierbij een rol. “Europa heeft een rijke geschiedenis en de Europese Unie wil die ook digitaal toegankelijk maken.”
Pieters en Troost benadrukken allebei dat elke stad het weer anders aanpakt en dat Utrecht het op een eigen manier doet. Gekozen is om de Neude als eerste locatie aan te pakken, omdat van dit plein al vele data beschikbaar zijn. Dat komt onder meer, door eerdere opgravingen.
Intensieve begeleiding
In eerste instantie kunnen maximaal twintig studenten meedoen. “We willen de studenten intensief kunnen begeleiden. Iedereen kan zich inschrijven, want we zijn ook benieuwd naar het perspectief van de studenten met bijvoorbeeld een medische achtergrond. Iedereen is dus welkom. We hebben sowieso wel informatica- en geschiedenisstudenten nodig.”, zegt Troost. Volgens Toine Pieters is het vak geschikt voor de studenten die van een uitdaging houden. De coördinator heeft, door Osiris-perikelen, nog geen inzicht in het aantal inschrijvingen. “Wel heb ik al enthousiaste reacties gehoord.”
Komend collegejaar wordt het vak nog voor een tweede keer aangeboden. Het staat de tweede lichting studenten vrij om te bepalen waar zij zich op richten. Dat hoeft dus niet per se de Neude te zijn. “Het lijkt ons mooi om Utrecht stapje voor stapje digitaal te annoteren. Zeker met 2022 in achterhoofd. Dan bestaat de stad officieel 900 jaar”.