Studenten laten geld liggen door aanvullende beurs niet aan te vragen

De studentenvakbond LSVb organiseerde actie onder de noemer #Nietmijnschuld in 2021. Foto DUB

De meeste studenten weten wel hoe de basisbeurs werkt, maar hoe de aanvullende beurs in elkaar steekt is vaak niet vanzelfsprekend. Uit een onderzoek van het Centraal Planbureau bleek in 2020 dat een kwart van de eerstejaars in het hoger onderwijs die in aanmerking komen voor een aanvullende beurs hier geen gebruik van maakt. Uitgaande van dit percentage maakten volgens DUO in 2021 naar schatting 33.000 studenten geen gebruik van de aanvullende beurs, terwijl ze daar wel recht op hadden.

Hokje aanvullende beurs aanvinken
Het niet-gebruik is het hoogst onder studenten die recht hebben op een laag bedrag van de aanvullende beurs (tot 49 euro). Toch maakt ook 12 procent van de studenten die recht hebben op de maximale aanvullende beurs hier geen gebruik van. Er zijn geen recentere cijfers over het niet-gebruik van de aanvullende beurs. DUO kan namelijk zelf niet zien hoeveel studenten hier recht op hebben. Het is wettelijk zo bepaald dat DUO pas inkomensgegevens kan opvragen na de aanvraag van een student. DUO weet dus niet wie wel recht zou hebben op de beurs, maar deze niet aanvraagt.

Het aanvragen van een aanvullende beurs kan via DUO, net als het aanvragen van studiefinanciering. Studenten kunnen aangeven dat ze een aanvullende beurs willen, vervolgens kijkt DUO zelf of zij daar ook echt recht op hebben. Studenten hoeven niet zelf te controleren of het inkomen van hun ouders laag genoeg is. Is dit het geval, dan krijgt de student een aanvullende beurs, zo niet, dan beurt er niets. Niet geschoten is altijd mis, zou je zeggen. Het is vaak een kwestie van het hokje aanvullende beurs aanvinken. Toch doen veel studenten dit niet.

Onduidelijke communicatie
Hoe kan het dat zoveel studenten deze aanvullende beurs niet aanvragen, terwijl ze wel een beroep doen op de basisbeurs? Volgens DUO is de meest voorkomende reden van het niet-gebruik dat studenten de aanvullende beurs niet nodig hebben, gevolgd door de angst voor het opbouwen van een schuld en het ondervinden van problemen met de aanvraagprocedure. Het CPB noemt als andere mogelijke oorzaak dat studenten niet goed op de hoogte zijn van het bestaan van de aanvullende beurs of niet weten dat ze daar recht op hebben. Dit wordt ook bevestigd door de Nibud Studentenonderzoeken. Een kwart van de ondervraagde studenten in het hoger onderwijs heeft niet uitgezocht of ze in aanmerking komen voor de aanvullende beurs. Van deze groep gaf 27 procent aan niet te weten dat ze een aanvullende beurs aan konden vragen.

Ama van de LSVb vindt dat de communicatie over wat de beurs is en wanneer je die kunt aanvragen beter moet. “Een gigantisch aantal studenten krijgen de aanvullende beurs nu niet terwijl zij daar wel recht op hebben. DUO moet deze studenten actief gaan benaderen. Als je gaat studeren zou je hier al over geïnformeerd moeten worden. Eigenlijk moet het op DUO standaard worden dat je de beurs aanvraagt.”

Ook studentendecaan Peters vindt dat DUO standaard moet bekijken voor alle studenten of zij recht hebben op een aanvullende beurs. “Alles is nu voorgeprogrammeerd, dus waarom ook niet het aanvragen van de aanvullende beurs? Nu moet je zelf aanvinken of je een aanvullende beurs wil, maar dit zou automatisch aangevinkt moeten worden. Met de OV-chipkaart gaat het ook goed. Iedereen heeft die. Waarom gaat het niet hetzelfde bij de aanvullende beurs?”

Bovenop de basisbeurs
Ama vindt de aanvullende beurs over het algemeen een goed concept is, maar dat het jammer is dat op dit moment nog weinig studenten er een beroep op kunnen doen. “De maximale aanvullende beurs neemt heel snel af als je ouders redelijk verdienen. Ook zijn de huidige inkomensgrenzen te streng. Het is belangrijk dat studenten die uit gezinnen komen van ouders met een middeninkomen meer compensatie krijgen, omdat zij vaak niet veel geld vanuit huis meekrijgen.”

In het nieuwe wetsvoorstel dat 23 april online kwam, blijkt dat meer studenten in aanmerking komen voor de aanvullende beurs. De aanvullende beurs komt bovenop de basisbeurs die in studiejaar 2023-2024 terugkeert.

In het nieuwe wetsvoorstel staat de maximaal aanvullende beurs op 401,34 euro. Dit is iets lager dan het bedrag van de beurs in het huidige leenstelsel (419,04). De hoogte van de beurs hangt onder meer af van het inkomen van de ouders van de student. Net als tijdens het leenstelsel en het oude basisbeursstelsel hebben studenten recht op de maximale aanvullende beurs als hun ouders minder dan 34.600 euro per jaar verdienen. Zowel de aanvullende beurs als de basisbeurs worden omgezet in een gift als de student binnen tien jaar afstudeert.

Nieuw in het wetsvoorstel is dat nu ook studenten met ouders die een middeninkomen verdienen (tot 70.000 per jaar) straks aanspraak kunnen maken op een aanvullende beurs. Eerder was het plan 53.900 als grens aan te houden. Naar schatting kunnen nu zo’n 50.000 meer studenten een aanvullende beurs krijgen. Het wetsvoorstel moest wel binnen het budget van 1 miljard passen, wat verklaard dat de maximale aanvullende beurs iets omlaag is gegaan. De bedoeling was dat voor studenten uit gezinnen met de laagste inkomens de aanvullende beurs niet daalt. Dit is dus niet gelukt.

Ook extra beurs bij conflict met ouders
Niet alleen studenten uit gezinnen met een lager inkomen hebben recht op een aanvullende beurs, ook studenten die geen contact met hun ouders hebben kunnen eventueel een aanvullende beurs krijgen. Dit moet echter wel bewezen kunnen worden. Als studentendecaan helpt Frank Peters deze studenten met het aanvragen van de aanvullende beurs. Ook schrijft hij verklaringen voor DUO waarin hij de aannemelijkheid van het verzoek beoordeeld. Het gaat bij zulke aanvragen vaak om zeer ernstige ruzies met ouders. “Het moet echt een onverzoenlijk conflict zijn,” zegt Peters. “Een studie doen waar je ouders niet achter staan en daarom niet je collegegeld willen betalen is niet genoeg.”

Zo’n conflict is moeilijk te bewijzen. “Voor studenten die na hun twaalfde een ouder niet meer hebben gezien lukt het nog wel,” zegt Peters, “maar in andere gevallen kan het ingewikkeld zijn. Er komen aktes van scheidingen bij kijken en verklaringen van moeders of vaders. Het kan een heel emotioneel proces zijn. Soms moet je zeggen dat je je ouders niet meer wilt zien. Dat is lastig.”

Lees ook het blog Ik heb geen twee daddy's nodig van columnist Irem Zoodsma over de basisbeurs.

 

 

Advertentie