'Studenten moeten meer ruimte krijgen om fouten te maken'
Docent van het Jaar Ignace Hooge vindt dat de universiteit steeds schoolser wordt. "Ons systeem is er op gericht dat studenten in één keer slagen, terwijl je juist het meeste leert van fouten maken."
Normaal geeft hij college aan psychologiestudenten. Maar vanmiddag spreekt Ignace Hooge voor een iets deftiger gezelschap. Als Docent van het Jaar neemt hij tijdens de viering van de Dies Natalis in de Domkerk een wisseltrofee en 5000 euro in ontvangst, en mag hij de academische goegemeente toespreken.
DUB sprak Hooge vorige week al. Via Skype, want de psychologiedocent verbleef tot afgelopen dinsdag in Lund, Zweden. "Ik ben hier in eye tracker heaven om kennis te stelen, haha. Ik heb een onderwijsvrij blok en doe hier onderzoek naar hoe we met een eye tracker nog beter kunnen meten waar mensen naar kijken. Dat kan hier in Lund uitstekend. Ze hebben hier wel 50 eye trackers in één lab staan."
De Docent van het Jaar heeft een onderwijsvrij blok?
"Ja, ik heb zoals de meeste universitaire docenten een 60/40-aanstelling. Dat betekent dat ik 40 procent van mijn tijd aan onderzoek mag besteden, vaak in een onderwijsvrij blok. Dat wil niet zeggen dat onderwijs voor mij minder belangrijk is. Zeker niet. Ik vind het echt heel leuk en belangrijk om te doen. En het gaat me kennelijk ook wel goed af."
Je bent al jaren op rij de populairste docent onder psychologiestudenten. Wat is je geheim?
"Ehm... Tja... Je moet het geluk hebben dat mensen geen aversie tegen je hebben als ze je kop zien."
Maar dat maakt je nog geen populaire docent.
"Misschien is het wel het feit dat ik de magie van een onderwerp afhaal. Ik sta niet voor een groep studenten met de houding: dit is een leuk onderwerp dus jullie móéten het ook leuk vinden. Er zijn ook onderwerpen waarvan ik weet dat studenten er geen bal aan vinden. Mijn doel is om studenten te leren wat ze moeten weten. Het lijkt misschien nog het meeste op de Belastingdienst: leuker kan ik het niet maken, wel makkelijker. Je moet eerlijk zijn. Niet zeggen dat het leuk is als het stom is."
Jij mocht voor dit interview een gespreksthema kiezen. Je wilde het graag hebben over dat we als universiteit moeten zorgen dat studenten meer fouten maken. Licht toe.
"Ons systeem is er op gericht dat studenten in één keer slagen. Tijdens een cursus is er een tussentoets en een tentamen aan het eind. Er moeten zo min mogelijk hertentamens zijn. Daardoor zijn onze studenten afvinkmanagers geworden. In het huidige systeem is te weinig kans om fouten te maken. We zijn een beetje doorgeschoten in de regels die we hebben. De universiteit wordt steeds schoolser."
Waarom zouden studenten meer fouten moeten maken?
"Als ik studenten vraag om een experiment te doen, dan kiezen de studenten vrijwel altijd een veilig experiment dat zeker zal lukken. Want stel je voor dat de opdracht mislukt. Dan kunnen ze het vak niet afvinken. Ik vind dat jammer want je leert juist van fouten. Ik wil dat ze oefenen, oefenen, oefenen tot ze er gek van worden. Studenten moeten gefrustreerd raken, daar doorheen bijten, en zien wat er eerder is misgegaan. Dan leer je hoe het wel moet. Dat hebben we nu te weinig. Het is net als rolschaatsen: dat kun je niet leren zonder schaafwonden."
Maar het zijn toch de docenten die bepalen hoe schools het is?
"Ook docenten zijn risicomijdend. Waarom? Omdat je als docent op je onderzoek wordt afgerekend. Bij psychologie wordt veel aandacht besteed aan onderwijs, dus dit is geen brevet van onvermogen aan het departement. Maar elk uur dat je extra in je onderwijs steekt, is een uur minder in je onderzoek. Over het algemeen maak je carrière met je onderzoek. Dus waarom zou je risico nemen met je onderwijs?"
Dan opeens: "De slogan Inschrijven = meedoen = halen [door de Universiteit Utrecht gebruikt bij de invoering van de bachelor-masterstructuur in 2002, red.] is de meest afschuwelijke zin die ik ooit gehoord heb op de universiteit. Afgrijselijk. Inschrijven is inschrijven, meedoen is meedoen en halen is halen. Dat zijn drie verschillende dingen. Als je te stom bent, dan slaag je niet."
Een goede docent moet dus meer risico nemen. Wat betekent dat?
"Ik vind dat je de details van een cursus niet vooraf helemaal moet vastleggen. Als studenten fouten maken, maar ik vind dat ze veel geleerd hebben, dan krijgen ze van mij een voldoende. Mijn verantwoording is om goed onderwijs te geven, niet om me strak aan de regels te houden."
"Misschien gaat dat in tegen het idee van transparantie. Als buitenstaander kun je misschien niet goed zien wat er gebeurt in mijn cursussen. Maar ik ben echt tegen het vastleggen van onderwijs in regels waarin staat wat er van week tot week gedaan wordt. Je haalt alle creativiteit uit een cursus. Ik ben niet tegen transparantie en dingen vastleggen, maar we zijn doorgeschoten. Hoe dat komt? We leven in een tijd van wantrouwen. Dat vind ik jammer. Ik wil niet terug naar 1972, toen iedereen aan het flierefluiten was en niemand verantwoording aflegde. Ik ben ook voor efficiëntie. Ik ben ook voor om geen geld over de balk te smijten. Maar dat geregel. Man!"
Opleidingen willen uniforme beoordelingscriteria en transparantie omdat visitatiecommissies daar om vragen.
"Tja… het zal wel. Dat is de context van het land waarin ik woon. Heel jammer. Héél zonde. Er komt misschien een dag dat ik mijn werk niet meer kan doen. Dan neem ik ontslag."
Even later: "Zo klinkt het wel heel hard wat ik zeg. Ik heb sterke principes, ben achter de schermen soms een moeilijke man, maar ben altijd wel coöperatief. En gelukkig gaat men in mijn organisatie pragmatisch om met de regeldruk. Ik geloof ergens ook wel dat het een keer minder wordt. Die regels, dat is de tijdgeest. Ik overleef de waan van vandaag wel. En die visitatiecommissies: dat is het probleem van de bazen, niet mijn probleem. Mijn probleem is goed onderwijs geven."
Mensen moeten er op vertrouwen dat Ignace Hooge weet wat het beste is voor zijn studenten?
"Wij docenten moeten lekker onze gang kunnen gaan. Iedereen heeft een andere stijl van lesgeven en daar moet ruimte voor zijn. In plaats van standaardiseren pleit ik voor diversifiëren. Ik ben in sommige dingen heel anders dan collega-docenten. Ik zeg wel eens: ik ben een atheïst ten opzichte van bijna alles. Ik confronteer studenten graag met onzekerheden. Neem bijvoorbeeld de boeken die eerstejaars psychologie moeten lezen. Daarin staan dingen in alsof het om de waarheid gaat. Daar ben ik dus tegen. Ik vertel dan iets heel anders over datzelfde onderwerp tegen mijn studenten. Dan gaat er soms een schok door de zaal. Dat is het verschil tussen de hbo en de universiteit. Op het hbo leer je een beroep en vaardigheden. Bij ons op universiteit leer je om te gaan met dingen die we nog niet weten. Wat doe je in een nieuwe situatie zonder regels? Hoe maak je een nieuwe regelset? Dát leer je bij ons. Ik wil graag de hbo-isering van de universiteit tegengaan."
'Ik ben 12 uur per week bezig met muziek maken'
Ignace Hooge heeft een grote hobby: muziek. "Muziek is het mooiste dat er is. Ik heb thuis een opnamestudio, ik componeer muziek en ik speel in bandjes. Als student heb ik veel opgetreden. Ik zit aan de stevige kant van de rock: hardrock en metal vind ik fantastisch."
"Per week ben ik ongeveer 12 uur bezig met muziek. Ja, werken aan de universiteit kost veel tijd. Maar goed: een week heeft 168 uur. Je slaapt er 50. Dus er blijft genoeg tijd over voor muziek en werk. Ik heb veel vrijheid in werk, dus ik kan het goed combineren."