Studenten shoppen en sporten dicht bij huis

Een grote betaalbare supermarkt in De Uithof en een extra centrumlocatie voor sportcentrum Olympos. Het zijn twee aanbevelingen die studenten Sociale Geografie doen naar aanleiding van onderzoeken naar keuzes in het studentenleven. “Studenten willen niet meer dan tien minuten fietsen.”

Waar sport de Utrechtse student? Waar doet de Utrechtse student zijn dagelijkse boodschappen? En heeft de Utrechtse student contact met ‘gewone’ wijkbewoners? Studenten Sociale Geografie onderzochten deze drie vragen in opdracht van Vidius studentenunie, een organisatie die zich sterk maakt voor de belangen van studenten. 

De belangrijkste conclusie: de Utrechtse student mag dan in de grote stad wonen, hij zoekt alles dicht bij huis. Hij doet boodschappen bij de super om de hoek en sport bij de sportschool in de buurt. Ook in sociaal opzicht blijven studenten dicht bij hun eigen huis: studenten in studentencomplexen hebben nauwelijks contact met niet-studerende buurtgenoten, en vinden dit ook totaal geen probleem.

De drie onderzoeken zijn gebaseerd op enquêtes met elk meer dan zeshonderd respondenten. Geen representatieve groep, omdat er meer vrouwen dan mannen zijn geënquêteerd en meer WO’ers dan HBO’ers maar wel genoeg om aanbevelingen te doen voor de gemeente en beleidsmakers. DUB interviewde de geografiestudenten over het onderzoek, en vroeg verschillende studenten of ze zich in de bevindingen herkennen.


Studenten kiezen de supermarkt die in vijf minuten bereikbaar is

Student Scarlet Sibbes onderzocht samen met drie collega’s het winkelgedrag van studenten in Utrecht.

Waar halen studenten hun dagelijks brood?
“Uit ons onderzoek komt een heel duidelijk beeld naar voren: gewoon bij de super om de hoek. Ruim 4 procent van de studenten wil maximaal 5 minuten reizen naar de supermarkt, en 46 procent vindt tussen de 6 en 10 minuten nog wel acceptabel. De meeste studenten lopen of fietsen naar de supermarkt. Ze gaan echt geen extra blokje om voor aanbiedingen of een goedkopere winkel.”

Maakt de prijs dan niks uit?
“Alleen als de afstand geen verschil maakt, kiezen studenten voor de goedkoopste optie. Studenten gaan ook weinig naar bijvoorbeeld goedkope toko’s of Turkse winkeltjes, maar vooral naar een reguliere supermarkt waar alles te krijgen is. Veel studentenhuizen hebben een nee-neesticker op de deur, en studenten zijn dus ook niet op de hoogte van aanbiedingen.

“Wat we wel opvallend vonden, was dat service of een persoonlijke benadering tot op zekere hoogte nog belangrijk is voor studenten. Als een winkelier bijvoorbeeld wat gratis geeft of een praatje maakt, kunnen studenten dit zeker waarderen.”

Wat is jullie advies?
“Een grote, betaalbare supermarkt is zeer gewenst, en ook noodzakelijk in De Uithof, en dan heb ik het niet over de Spar. Zeker gezien ons onderzoeksresultaat dat studenten het liefst alles in de buurt kopen, vind ik het belachelijk dat er geen normaal betaalbare supermarkt is in De Uithof.”

Francien, student Sociale geografie en planologie, woont in Lombok:

Als we bijvoorbeeld een huisavond hebben en we gaan echt uitgebreid koken, dan fietsen we wel om naar de Aldi of de Lidl. Maar voor de algemene boodschappen niet. Er is hier een andere supermarkt op maar tien minuten lopen, daar gaan we dan heen.

Dani, student Pedagogische Wetenschappen, woont op de Uithof:

Soms doe ik wel wat kleine boodschappen bij de Spar,  maar meestal fiets ik toch naar de Jumbo op de Biltstraat voor de boodschappen. Ik vind dat niet handig, maar heb geen zin om drie keer zo veel te betalen bij de Spar.

 


Olympos zou een vestiging in de binnenstad moeten openen


Student Anouk Paris onderzocht met haar groepje de keuze voor sportfaciliteiten in Utrecht.

Hoe is het gesteld met sport in Utrecht?
“Studenten in Utrecht sporten veel en vaak! Maar liefst 428 van de 640 respondenten doen ‘iets’ aan sport. Maar dat hoeft lang niet altijd bij een vereniging of sportschool te zijn. Sommige studenten sporten nog in hun oude woonplaats of hardlopen op eigen houtje. Dus dat vertroebelt de cijfers.”

Wat is de belangrijkste conclusie?
“Het opvallendste resultaat in ons onderzoek is de reistijd: de sportfaciliteit ligt meestal binnen tien fietsminuten afstand. Deze reistijd is veel belangrijker dan de kosten voor het sporten. Bij de locatie speelt ook de reden voor het sporten een rol en dit verschilt ook nog eens voor mannen en vrouwen. Zo blijkt dat mannen sporten voor hun plezier, terwijl vrouwen dit meer voor hun gezondheid doen. De gezelligheidssporters zijn vaker lid van een studentensportvereniging en gezondheidssporters meer van een sportschool.”

En Olympos?
“Omdat een relatief groot deel van onze respondenten sport bij een commerciële sportschool in de buurt, blijft Sportcentrum Olympos wat achter in bezoekers hoewel Olympos niet duurder is. Ons advies is dan ook om Olympos meer te promoten, en om activiteiten op meer verschillende tijdstippen aan te bieden. Verder zou het handig zijn als er een tweede, meer centrale locatie van Olympos bij zou komen. Vooral voor centrumbewoners is Olympos te ver.”

Niki, student Commerciële communicatie:


Ik woon zelf 8 kilometer van de Uithof en ik zit daar op een sportschool. Op zich vind ik de afstand nog niet zo’n probleem, maar ik vind het groepslessenaanbod van Olympos niet zo interessant, en ik wil daar ook niet iedereen tegenkomen met m’n rode bezwete kop.


Studenten zoeken niet actief contact met ‘gewone’ wijkbewoners


Student Bas Martijn Lips onderzocht met zijn groep de invloed op de woonsituatie van studenten op de ervaring van ‘sociale segregatie’.

Wat is de aanleiding van dit onderzoek?
“Uit een recent Engels onderzoek blijkt dat door de huisvesting  van studenten in zogenoemde Purpose-built Student Accomodation – grote studentencomplexen – ware enclaves zijn ontstaan. Studenten leven meer en meer onder elkaar en komen minder in contact met andere sociale groepen, wat voor een gevoel van sociale segregatie zorgt, en ook ander (problematischer) gedrag kan veroorzaken. Wij wilden onderzoeken of en in welke mate sociale segregatie ook in Utrecht voorkomt.”

Wat zijn de bevindingen?
“Ook in Utrecht blijkt dat studenten sociale segregatie ervaren, iets meer dan een derde van de geënquêteerde studenten geeft dit aan. De helft van de studenten geeft zelfs aan nooit contact te hebben met lokale bewoners die niet studeren. Dit geldt vooral voor studenten die in studentencomplexen wonen. Maar het opvallende is dat deze studenten er ook geen probleem mee hebben dat er geen contact is. Juist de studenten die de sociale segregatie ervaren, hebben weinig behoefte aan contact.”

Er is dus eigenlijk geen probleem?
“Sociale segregatie is vanuit het perspectief van studenten geen probleem, maar  studentenhuisvestiging wordt wel ingewikkelder in Utrecht, omdat er steeds meer studenten komen. Buurtbewoners kunnen problemen krijgen met gedrag van studenten en ook de druk op de woningmarkt wordt door studenten vergroot. Ons advies is dan ook om te onderzoeken of de lokale bewoners dezelfde gevoelens hebben.”

Demi, student Farmaceutische wetenschappen, woont in studentencomplex Utrecht Overvecht:


Studenten horen allemaal bij dezelfde groep mensen, die elkaar wel helpen. Maar niet-studenten, dat is toch weer een hele andere wereld. Het zou langer duren voordat ik een niet-student hier uit de buurt vertrouw dan iemand die hier in het complex woont.

Anne, student Muziekwetenschappen, woont in een straat in Oudwijk:


Ik vind het erg leuk dat ik in een ‘gemengde’ straat woon. Er is hier op de hoek een basisschool en het komen en gaan van bakfietsen met kinderen vind ik wel gezellig. Ik pas op bij twee gezinnen in mijn straat, en we krijgen ook regelmatig oude meubels van buurtgenoten voor in ons huis.

Advertentie