Studenten toetsen als ze thuis zitten? Hoe doe je dat?

Afbeeldingen DUB

‘Hoe weet ik dat een student de toets alleen heeft gemaakt?’ en ‘Als straks blijkt dat de toets abnormaal goed is gemaakt, mag ik dan de normering strenger maken?’ Didactisch adviseur Melvin van Puffelen zag behoorlijk wat spanning bij de Utrechtse docenten toen zij te horen hadden gekregen dat niet alleen hun onderwijs, maar ook hun toetsing van blok 3 online moest plaatsvinden.

Vanuit Educate-It verzorgt Van Puffelen dit voorjaar een aantal webinars waar docenten terecht kunnen met vragen over online toetsing. Bij de afgelopen vier bijeenkomsten waren 120 docenten vanuit huis aanwezig. “Aanvankelijk kregen we vooral veel vragen over hoe je als docent je studenten in de gaten kunt houden. Naar mijn idee hebben we kunnen helpen om de onrust over dat aspect grotendeels weg te nemen.”

'Je zag al snel dat docenten zelf met creatieve oplossingen kwamen'

Een kleine 1700 cursussen moeten in het tweede semester met een toets worden afgesloten. Vanwege de coronacrisis kan dat niet altijd op de manier zoals was afgesproken. Als het om een paper of essay gaat, levert dat geen problemen op. Die kunnen gewoon worden ingeleverd. Maar bijvoorbeeld bij de inmiddels bekende digitale toetsen die met Remindo-software in een tentamenzaal van het Educatorium moeten worden gemaakt, ligt dat moeilijker. Dat soort kennistoetsen is ook niet zomaar thuis te maken door studenten. Al was het maar omdat Remindo zelf geen plagiaatcheck kent waarmee antwoorden met elkaar kunnen worden vergeleken.

Maar Van Puffelen zag langzaam wat ontspanning ontstaan. Ook omdat het universiteitsbestuur erop aandrong dat docenten niet zouden mikken op het behoud van één specifiek afrekenmoment voor een bepaald vak. Ze konden ook andere toetsvormen overwegen. Bovendien konden tentamens of toetsopdrachten die echt niet online kunnen plaatsvinden, eventueel worden uitgesteld. Het gaat hier vooral om practica, veldwerk of bijvoorbeeld een pleitvak van juristen.

Samen met specialisten van Onderwijsadvies & Training geeft Van Puffelen tips om de toetsing anders aan te pakken. Daarbij kan het gaan om technische hulpmiddelen om studenten bijvoorbeeld video’s of pitches te laten maken en inleveren. Maar docenten kregen ook advies over het invoeren van meerdere deeltoetsen of van openboektentamens die binnen een bepaalde tijdsduur gemaakt moeten worden om stiekem samenwerken te voorkomen.  “Je zag ook al snel dat docenten zelf met creatieve oplossingen kwamen. Zo is er iemand die studenten de opdracht heeft gegeven om een samenvatting van een boek te maken. Dat kan natuurlijk ook als het aansluit bij de leerdoelen.”

'Het gaat erom dat we voldoende houvast hebben'

Studenten Onderwijswetenschappen kunnen deze weken vooral openboektentamens verwachten, vertelt opleidingsdirecteur Jeroen Janssen. Die worden voor zes bachelorvakken gewoon gehouden op de momenten dat ze al geroosterd waren. Studenten leveren hun antwoorden na afloop in via de elektronische leeromgeving Blackboard. Dat  systeem biedt wel de mogelijkheid biedt om te controleren of studenten al te veel op elkaar lijkende antwoorden hebben gegeven. Janssen lachend: “Of dezelfde rare taalfouten maken.”

Janssen erkent dat de methode niet waterdicht is en hij heeft ook gehoord dat de whatsappstrategieën onder studenten al gedeeld worden. “Dat is niet te voorkomen, maar het is gezien de huidige omstandigheden niet onze opdracht de perfecte toets te maken. Het gaat erom dat we voldoende houvast hebben.”

Hij benadrukt dat het tentamen nooit het enige is dat het cijfer van studenten bepaalt. Er is ook altijd een opdracht of een paper waaraan gewerkt moet worden. Ook verwacht hij dat de grotere nadruk op inzichtvragen in plaats van op kennis en feiten het onderling overleggen moeilijk maakt. “Verder hebben we onze studenten eerlijk gezegd dat we weten dat je de boel kunt belazeren, maar dat we vertrouwen willen uitstralen. Dat is ook steeds de insteek van het universiteitsbestuur geweest. Ik denk dat studenten dat snappen, al weet je natuurlijk niet wat er gebeurt als de stress tijdens een tentamen toeslaat.”

Ook voor studenten Rechten zijn er deze weken veel openboektentamens ingeroosterd, aldus onderwijsdirecteur Bald de Vries. “We hebben de vorm en insteek echt moeten aanpassen om er zeker van te zijn dat studenten eigen werk inleveren. Er zijn veel meer inzichtvragen waarbij vooral kritische reflectie van belang is. Daarnaast hebben we er in enkele gevallen voor gezorgd dat niet alle studenten dezelfde vragen krijgen of de vragen in een andere volgorde zien.”

Ook De Vries weet dat niet kan worden uitgesloten dat studenten tóch overleggen tijdens een toets. “Dit is een noodsituatie. We doen zoveel mogelijk om het te voorkomen. Verder voelen studenten ook wel aan dat ze zelf uiteindelijk aan het kortste eind trekken als ze voor de verleiding zwichten. Daar heb ik wel een goed gevoel over.”

Lees verder onder de foto

tentamen-thuis-001.jpg

Voordat Janssen en De Vries überhaupt andere toetsen mochten aanbieden, moesten ze de goedkeuring hebben van hun examencommissies. Bij Onderwijswetenschappen verliep dat vrij soepel. Janssen: “Het belangrijkste discussiepunt was niet zozeer de wijze van toetsen, maar het afstudeeronderzoek waarbij een aantal bachelorstudenten en masterstudenten in de problemen is gekomen. Data verzamelen op scholen is nu bijvoorbeeld een lastige opgave.”

De voorzitter van de examencommissie van Rechten Emanuel Van Dongen spreekt van een “snel en intensief” proces dat uiteindelijk zonder veel problemen is verlopen. “Elke dag heb ik contact met onderwijsdirecteur Bald de Vries en bespreken we de keuzes die bij de verschillende vakken gemaakt worden. Zo kan ik snel bijsturen, als dat al nodig is.”

Van Dongen zag het vooral als zijn taak om te controleren of docenten de leerdoelen en eindtermen bij de toetsing in de gaten hielden. Maar ook het potentiële fraudeprobleem had zijn aandacht. “De cursuscoördinatoren hebben richtlijnen gekregen over hoe ze plagiaat kunnen voorkomen. Inzichtvragen werpen al een blokkade op. Je kunt ook een mondeling houden, al is dat lastig bij onze studentenaantallen.”

Perfect kan het onder de huidige omstandigheden niet worden, denkt ook Van Dongen. “Het is voorlopig zoeken naar een balans tussen pragmatisme en het waarborgen van de kwaliteit. We denken die nu gevonden te hebben.”

'We krijgen veel vragen over online surveillance'

Maar hoe zit het dan met het inmiddels veelbesproken ‘proctoring’? De faculteit Geneeskunde zet dit surveillance-mechanisme dit blok voor het eerst in Utrecht in bij reguliere toetsen. Meerdere UU-opleidingen hebben hier eerderr wel al tijdens selectieprocedures ervaring mee opgedaan. Maar vanaf deze week zullen enkele honderden medicijnenstudenten van enkele vakken zich thuis via een webcam moeten identificeren en laten observeren. Ook zullen ze hun scherm moeten delen en mogen ze niet praten of de toets onderbreken.

Educate onderzoekt op dit moment of de leverancier van de software voldoende capaciteit heeft om online proctoring voor een beperkt deel van de Utrechtse toetsen van periode 4 mogelijk te maken. Volgens Melvin van Puffelen kijkt Educate-It  ook naar minder vergaande methoden waarbij studenten bijvoorbeeld alleen gevraagd wordt hun camera aan te zetten zodat ze door docenten of surveillanten geobserveerd kunnen worden. Bij kleine groepen studenten zou dat een optie kunnen zijn. “Over al dat soort middelen krijgen wij opvallend veel vragen.”

Jeroen Janssen heeft zo zijn twijfels of proctoring als paardenmiddel moet worden ingezet. Hij vraagt zich af wat er met de verzamelde beelden en data gebeurt. Bald de Vries ziet nog niet voor zich hoe er achthonderd rechtenstudenten tegelijkertijd kunnen worden gemonitord. Maar bovenal is de tijd naar zijn mening nog niet rijp voor camerasurveillance. “Ik denk niet dat het bijdraagt aan een betere gemoedstoestand van onze studenten als we dat nu op stel en sprong gaan invoeren. Studenten voelen zich toch al vrij onzeker. We moeten daar zorgvuldig mee omgaan.”

'Camera's dragen op dit moment niet bij aan een betere gemoedstoestand van onze studenten'

De situatie van hun studenten is sowieso iets waar de twee directeuren zich zorgen over maken. Nog afgezien wat de coronacrisis zelf aan psychische en fysieke averij aanbrengt. Wat als studenten in hun studentenhuis niet de rust kunnen vinden om te studeren, laat staan een tentamen te maken? Of misschien zijn er wel studenten zonder goede internetverbinding? De directeuren hebben zich voorgenomen om de vinger goed aan de pols te houden en niet alleen het onderwijs maar ook de toetsen goed en snel te evalueren. Ook om vast te leren voor het volgende blok. De Vries overweegt bijvoorbeeld panelgesprekken met studenten. Janssen wijst ook op de vele deeltijdstudenten, sommigen met een baan en gezin, en zegt: “Deze situatie kunnen we studenten niet aanrekenen. We zullen coulant moeten zijn en waar nodig maatwerk bieden.”

Toch willen ze allebei niets weten van de gedachte om bij voorbaat al een soepele normering vast te stellen. De Vries: “Iedereen is zich bewust van wat er allemaal speelt. Maar laten we gewoon de analyses van de toetsen afwachten. En dan is er – net zoals er altijd al was – de mogelijkheid om cijfers aan te passen.”

'Tentamens moeten fair zijn voor studenten, maar ook behapbaar voor docenten'

Ondertussen is er steeds de vraag of de docenten het allemaal nog wel volhouden. Meer inzichtvragen betekent bijvoorbeeld al snel meer nakijkwerk. Het universiteitsbestuur heeft al aangegeven dat docenten in deze tijd niet gehouden zijn aan de nakijktermijn van maximaal tien werkdagen. Janssen: “We hebben de cursuscoördinatoren op het hart gedrukt dat de tentamens fair moeten zijn voor studenten, maar vooral ook behapbaar voor docenten. Dan maar zes in plaats van tien vragen.”

De Vries vreest het moment dat het online college geven en toetsen “het nieuwe normaal” wordt. “Dan is alle positieve energie van het moeten veranderen verdwenen, maar blijft wel het extra werk. Daar moeten we voor waken.”

Advertentie