Studerende moeders zijn topsporters, maar zo ziet de UU ze niet
Studerende moeders vormen een uitzondering aan de universiteit. Maar ze zijn er dus wel. Voor die studenten moeten goede, landelijke afspraken komen. “Zwangerschapsverlof bestaat bijvoorbeeld niet.”
Ruim twee jaar geleden werd Sanne, bachelorstudent rechten en toen 22 jaar oud, onbedoeld zwanger. Ze besloot het kindje te houden, ook al moest ze het in haar eentje opvoeden. Sanne schreef haar bachelorscriptie toen ze een paar maanden zwanger was en rondde een maand voor de bevalling haar opleiding af; zoon Thijs werd geboren in de zomer.
Sanne vroeg haar studieadviseur een paar keer om advies. Die regelde voor haar dat ze in plaats van haar laatste deeltoets, die twee weken voor de uitgerekende bevallingsdatum gepland stond, een tussentoets en een mondeling kon doen. “Het was fijn om af en toe met de studieadviseur te kunnen praten. Mijn leven stond toch even op z’n kop.”
Toen ze aan haar master begon, was haar zoon nog geen twee maanden oud. Dat was pittig. “Hij was nog zo klein. De meeste moeders brengen hun kind pas na een maand of drie naar de opvang.” Zwangerschapsverlof bestaat niet voor studenten. Langer wachten kon ze niet, dan had ze studievertraging opgelopen en het begin van haar master gemist.
Moeder zijn is ook een vorm van topsport
Dat studerende moeders geen recht op zwangerschapsverlof hebben, is een van de zaken die de Stichting Steunpunt Studerende Moeders wil veranderen. Oprichter Annemieke de Jong lobbyt al tien jaar voor een ‘beschermend regelgevend kader’. Zo’n landelijk vastgesteld kader moet moeders niet alleen meer rechten geven, het moet er vooral voor zorgen dat onderwijsinstellingen dezelfde regels hanteren.
“Elke onderwijsinstelling gaat nu anders met zwangerschap en moederschap om,” zegt ze. “Er is veel willekeur.” Ze vindt het vreemd dat onderwijsinstellingen wel regelingen hebben voor topsporters en voor studenten met een beperking, maar niets voor moeders. “Ik vind dit ook een vorm van topsport.”
De Jong hoort vaak van onderwijsinstellingen dat zij niet verantwoordelijk zijn voor vrouwen die moeder worden tijdens de studietijd. Zwanger worden is immers een keuze. Dat vindt De Jong te gemakkelijk. “In de studentenstatuten van instellingen staat dat iedereen recht heeft op een studeerbaar programma. Veel onderwijsprogramma’s zijn voor moeders niet studeerbaar. Als je ’s avonds college hebt, is het behoorlijk moeilijk om kinderopvang te regelen, als ze die al kunnen betalen. Als onderwijsprogramma’s niet aansluiten op kinderopvangtijden kun je je afvragen in hoeverre het programma voor hen studeerbaar is.”
Zwangerschap aan UU is een bijzondere omstandigheid
Studentendecaan Marjan Merton van de Universiteit Utrecht vertelt dat een zwangerschap door de universiteit beschouwd wordt als een bijzondere omstandigheid. “Een zwangere student wordt hetzelfde behandeld als een student bij wie sprake is van ziekte of familieomstandigheden. Zwangere studenten kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor afstudeersteun als ze vertraging oplopen door hun zwangerschap.” Als het kindje er eenmaal is, is de zorg voor het kind geen reden meer voor afstudeersteun, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals ziekte van het kind.
Merton beklemtoont dat ook een topsportregeling geen vrijplaats is. Ook bij zwangerschap en bij topsport geldt de gebruikelijke aanwezigheids- en inspanningsverplichting. Net als bij andere bijzondere gevallen geldt dat er in soms maatwerk mogelijk is, weet Merton, maar dat is een kwestie voor de opleiding. “Geen situatie is hetzelfde. Het geven van centrale regels is dan ook niet wenselijk.”
Hoewel het niet vaak voorkomt dat een zwangere student bij haar aanklopt, spreekt studieadviseur Ivana Cerovecki van het departement Media- & Cultuurwetenschappen er af en toe één. Als het een bachelorstudent is, gaat het meestal om een ongewenste zwangerschap die wordt afgebroken. Een masterstudent houdt het kindje vaker. “De studente in kwestie vraagt dan bijvoorbeeld om een aanpassing in het rooster of uitstel van een deadline voor het inleveren van een paper. Ik kijk wat mogelijk is.”
Volgens Cerovecki zijn er weinig studentes die moederschap en studie combineren. “Ik heb het idee dat de meesten met de studie stoppen als ze zwanger worden.” Of dat klopt is niet bekend. Wel blijkt uit cijfers van de Kamercommissie voor OCW dat 75 procent van de studenten aan hbo en wo die een eenoudertoeslag of partnertoeslag kregen - en dus voor kinderen zorgden - uitvallen. Het is jammer wanneer studentes door het moederschap hun studie staken of niet meer aan een studie beginnen, vindt Cerovecki. “Vrouwen krijgen in Nederland niet voldoende de mogelijkheid om met het moederschap bezig te zijn tijdens hun studie. Ik denk dat we het hen makkelijker zouden kunnen maken, bijvoorbeeld door bijzondere regelingen en parttime studeren te faciliteren.”
In de afgelopen jaren heeft De Jong van het Steunpunt Studerende Moeders acties gevoerd en diverse brieven geschreven aan minister Bussemaker. Die reageert er wel op, maar komt volgens De Jong niet in actie. Daarom onderzoekt de stichting of juridische stappen mogelijk zijn. “Ik hoop dat de minister dan ziet dat er een draagvlak is voor betere regelingen. Er zijn heel veel verbeteringen mogelijk die niet of nauwelijks extra geld kosten, zoals aanpassingen in de studieplanning. Als je compensatie krijgt, maar vervolgens een jaar moet wachten voor je een tentamen kunt doen, heb je als moeder nog steeds een probleem. Het moet landelijk geregeld worden dat instellingen daar flexibeler mee omgaan.”
Studerende moeder Sanne hoopt dat De Jong dat weet te bereiken. Ze is op dit moment bezig twee masters af te maken: de master Onderneming & Recht in Utrecht en de master Fiscaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam. “Ik wist dat als ik een tweede master wilde doen, ik het nu moest doen, omdat ik anders instellingscollegegeld zou moeten betalen.” De combinatie studeren en moederschap is niet eenvoudig. “Gelukkig krijg ik veel hulp van familie en vrienden. Mijn studieadviseur aan de UU heeft me een paar keer goed geadviseerd, maar toen ik een tijdje niet kon studeren doordat mijn zoontje in het ziekenhuis lag, moest ik zelf een aangepast studieprogramma maken. Het zou erg fijn zijn als de universiteit nog wat meer mee zou denken.”
Aantallen studerende moeders
Een jaar geleden waren er ongeveer 2300 studenten met kinderen in het hoger onderwijs, van wie de meesten alleenstaande moeders. De uitval onder deze groep studenten is groot: onder studerende moeders aan het hbo en wo valt 75% voortijdig uit, blijkt uit een verslag van de Kamercommissie voor OCW.