DUB’s Woordenboek
Stuko Afkowobo: gezellie mdm op wispo, lekker spebi en esma’s!
Vergeet grondpizza, huig hockeyen of kantelen. Vijf jaar geleden zetten DUB alle studentenwoorden op een rijtje, maar de studententaal staat niet stil. Originele studentenwoorden verzinnen hoeft namelijk niet meer, wie mee wilt praten op een borrel kan gewoon woorden afkorten, zogenoemde: afko's. Begrijpelijker wordt het er misschien niet op, want heb je wel eens gehoord van: kladiladi, cluva of smavo? Met het stuko afkowobo (lees: studentikoze afkortingenwoordenboek) ben je in een mum van tijd ingeburgerd.
Ook ging DUB de straat op voor een test, want zijn eerstejaarsstudenten al een beetje goed op de hoogte?
Ari = a-relaxed, als iets vervelend of onprettig is
Appie = Albert Heijn
Ambu = ambulance, voor die vriendin die te diep in het glaasje heeft gekeken
Avo = avocado
Afko = afkorting
Afstubo = Afstudeerborrel, het afstuderen moet natuurlijk gevierd worden
Auber = aubergine, deze paarse groente komt in menig studentengerecht terug
Alv = algemene leden vergadering, bijeenkomst van een studie- of studentenvereniging, waarbij alle leden aanwezig mogen zijn en mee mogen praten over het beleid
Any = anytimer. Een verplicht biertje dat je iemand anders kan laten adten
Baco = Bacardi cola
Bago = Barfje gooien, moeten kotsen
Biba = bitterbal
Biga = bittergarnituur
Bvo = Biertje voor onderweg, dat je meeneemt op de fiets. Je zou maar nuchter aankomen!
Boka = bonuskaart
Boschado = boodschappen doen
Bsa = bindend studieadvies, het aantal studiepunten dat een eerstejaarsstudent moet halen om door te mogen gaan naar het volgende studiejaar
Capu = cappuccino, onmisbaar tijdens de studietijd vanwege het energie- en concentratieverhogende effect
Cor = corona
Cluva = clubvakantie, vakantie met de jaarclub van een studentenvereniging
Chlam = chlamydia
Dp = datumprikker
Deca = decadent, luxe die niet bij een (skere) student past
Dimibo = dinsdagmiddagborrel. Eigenlijk is iedere dag geschikt voor een borrel. Zie daarom ook: mamibo, womibo, domibo, vrimibo, zamibo, zomibo
Domibo = donderdagmiddagborrel
Dixo = Disco, maar met dixo wordt vaak het feest bij Veritas bedoeld
Despo = desperados
Esma = Espresso Martini
Esca = escalatie, de avond loopt helemaal uit de hand
Fitje = outfit. Even een nieuw fitje scoren!
Fomo = Fear of missing out, de sociale druk om van alles te moeten ondernemen
Geru = gemeenschappelijke ruimte in een studentenhuis
Gesalu = gezellig samen lunchen
Gezel/ gezellie = gezellig
Guac = guacamole
Gecondo = gecondoleerd, deze afkorting moet je zeker niet in een serieuze context gebruiken!
Gefeli = gefeliciteerd
HJ = Hertog-Jan
Hj = huisjongste, de huisgenoot de het laatste in het huis is komen, is vaak de pineut bij huistaken
Ho = huisoudste, de huisgenoot die het langst in het huis woont en die daarom het meest te zeggen heeft
Hv = huisvergadering, moment om met alle huisgenoten huisgerelateerdere onderwerpen te bespreken
Hdp = heerlie de peerlie, als iets helemaal fantastisch is
Hef = Heftig
Hg = huisgenoot
Havercappu = havermelk cappuccino, voor diegene die koemelk gedag heeft gezegd
Hila = hilarisch, als je niet heel hard moet lachen maar wel wilt uitdrukken dat iets heel grappig is
Her = herkansing
Hospi = hospiteeravond, een vleeskeuring wie het beste in het huis past
Ibu = ibuprofen, in combinatie met de para zal dit je kater van de avond ervoor heel wat verlichten
Ibb = Ina Bouder Bakkerlaan, is een groot studentencomplex. Staat bekend om zijn huisfeesten op elke dag van de week en om de viezigheid.
Inspo = inspiratie
Irri = irritant
Itakru = Italiaanse kruiden
In de bo = in de bonus, vaak leidend voor wat er op dat moment gegeten wordt
JC = jaarclub, een groep studenten bij een vereniging
Kladiladi = klap die laptop dicht. Het is weekend!
Kwarrel = kwaliteitsscharrel, een goede, losse relatie
Kowa = korte wandeling, is opgekomen tijdens de coronapandemie toen alles dicht was. Een wandeling (op afstand) wel toen wel mogelijk. Je hebt ook lawa (lange wandeling).
Kmt = kennismakingstijd, de vriendelijke benaming voor de ‘ontgroening’. Een fysieke en mentale beproeving voor nieuwe leden bij een studentenvereniging, voordat zij ingewijd worden.
Lap = laptop. Ook wel uitgesproken als: lappie
Lawa = lange wandeling. Zie ook kowa.
Loca = locatie
Lilo = live locatie, het delen van locatie op Whatsapp om elkaar snel te vinden. Als het bijvoorbeeld ‘pffff’ zo druk is in het park.
M = mdma, m likken op een feestje
Mamibo = maandagmiddagborrel
Mozzi = mozzarella
Mdm = met de meiden, lekker mdm een wijntje drinken. Altijd gezellie!
Nega = negatief. Wordt een negatieve coronatest mee bedoelt: ik ben ‘nega’. Het feest kan dus doorgaan!
Normi = normaal. ‘Doe effe normi!’
Ordi = ordinair
Ongi = ongesteld
Odz = onder de zinspreuk, korte slogan met het thema van een studentenfeest
P = propedeuse, als alle studiepunten in het eerste bachelorjaar behaald zijn
Pk = paardenkut, mixdrankje van Apfelkorn en bruisend water
Para = paracetamol, gaat de schade van de vorige avond herstellen
Pasta bolo = Pasta bolognese
Persco = Persconferentie tijdens coronatijd
Prela = pre-relatie, de periode voordat een relatie officieel is, maar waarbij het al wel duidelijk is dat deze officieel gaat worden
Poma = Pornstar Martini
Promi = prominent. Een prominent lid bij een studentenvereniging is iemand die veel voor de vereniging doet, zoals commissies, en veel aanzien geniet
Quara = quarantaine
Spebi = speciaalbier
Smavo = smakelijke voortzetting
Spagh = Spaghetteria, een pastabar met meerdere vestigingen in Utrecht
Stufi = studiefinanciering
Stuko = studentikoos, iets wat typisch en uitsluitend voor studenten is
Solli = sollicitatie
Soggen = ‘studie ontwijkend gedrag’ vertonen, bijvoorbeeld door eindeloos te netflixen of je altijd rommelige studentenkamer te deepcleanen
Stronken = stoned en dronken tegelijkertijd
Soos = sociëteit, plek waar een gezelligheidsvereniging is gehuisvest
Tel = telefoon. Ook wel uitgesproken als: tellie.
Thth = thuisthuis, de woonplaats waar je woonde voordat je ging studeren en waar je ouderlijk huis staat
Tenta = tentamen
Tp = Turkse pizza
Twela = twijfelrelatie
Toko = onroerend goed, vaak een snackbar of kebabzaak
Tranqi = tranquilo, spaanse uitdrukking voor chill, rustig
U = Utrecht. Ook wel uitgesproken als: ‘UUUUUUU’. Is de mooiste stad natuurlijk!
UU = Universiteit Utrecht
Ubu = universiteitsbibliotheek Uithof. Plek waar je als student gaat studeren voor tentamens. Zie ook Ubb.
Ubb = universiteitsbibliotheek binnenstad
Uni = universiteit
UIT = Utrechtse Introductietijd
U-raad = Universiteitsraad, het medezeggenschapsorgaan van de universiteit.
Uf = vrouw die lid is van UVSV
Vrimibo = vrijdagmiddagborrel
Vvvtje = vriend(inne)tje van vroeger, de vrienden die je kent van voor je studententijd
Vacay = vacation
Vakans = vakantie
Veri = Veritas, studentenvereniging
Vanaaf = vanavond
VO = Bravo, maar niemand gebruikt ‘Bravo’. De kreet ‘VO wordt bij studentenvereniging gebruikt ter vervanging voor applaudisseren.
Wispo = wintersport
Woo = Woolloomooloo, discotheek aan Janskerkhof dat eigendom is van het Utrechtsch Studenten Corps (USC).
Womibo = woensdagmiddagborrel
X = xtc
Zamibo = zaterdagmiddagborrel
Zomibo = zondagmiddagborrel