Taalopleidingen trekken samen op; studenten en docenten gaan reizen

Masterstudenten van taalstudies kunnen vanaf januari kiezen uit een landelijk vakkenaanbod. Een opmerkelijke samenwerking moet de taalopleidingen van de Nederlands universiteiten overeind houden. Vakgenoten gaan reizen om elkaar te ontmoeten. Docenten zijn enthousiast, nu de studenten nog.

De Groningse student Leon Doedens heeft zojuist gefascineerd geluisterd naar de Utrechtse hoogleraar Els Stronks. De historisch letterkundige geeft volgend jaar een cursus waarbij computers worden ingezet om tekstanalyse uit te voeren. Cursisten leren omgaan met de nieuwe technieken en software en gaan aan de slag met een eigen onderzoek. En nee, daarvoor hoef je geen ict-expert te zijn, verzekert ze Doedens desgevraagd.

We zijn in het Utrechtse Academiegebouw. Zes docenten van universitaire opleidingen Nederlands uit heel het land leggen studenten uit welke vakken ze volgend jaar gezamenlijk gaan aanbieden. Het betreft een voorlichtingsronde voor studenten over het nieuwe project Masterlanguage.

Door middel van een landelijk vakkenaanbod in de talen Nederlands, Frans, Engels, Duits, Italiaans, Latijn en Grieks willen universiteiten de afnemende financiering en vaak dalende instroom van studenten het hoofd bieden. Studenten kunnen straks een keuze maken uit het  vakkenaanbod van hun eigen universiteit, maar ook uit het vakkenaanbod van vier cursussen per jaar dat elke taal in landelijk verband gaat aanbieden. 

Bestaande expertise behouden, nieuwe expertise bundelen; dat is het uitgangspunt van Masterlanguage. Het alternatief, sluiting van opleidingen, leidt waarschijnlijk tot nog minder studenten, zei de Utrechtse decaan Wiljan van den Akker eerder op DUB.

Het ministerie van OCW steunt het plan twee jaar lang via gelden voor het Duurzame Geesteswetenschappen-initiatief dat de universitaire opleidingen moet versterken. De zes universiteiten met talenopleidingen doen mee aan Masterlanguage: Nijmegen, Groningen, Leiden, Utrecht, UvA en VU. De samenwerking van de landelijke wiskunde-masteropleidingen, MasterMath, dient als voorbeeld.

Net even andere bagage
De setting tijdens de voorlichtingsronde in het Academiegebouw is wat vreemd. Er zijn maar drie studenten op de bijeenkomst in Utrecht afgekomen. “Teleurstellend”, vindt de Groningse hoogleraar Mary Kemperink, coördinator van het vakkenaanbod Nederlands. “Vooral omdat veel meer studenten zich hadden aangemeld. Voor een voorlichting stappen ze klaarblijkelijk niet direct op de trein.” Kemperink vertrouwt op meer animo nadat de lokale mastervoorlichtingsronden in de diverse steden achter de rug zijn. “Daar zal Masterlanguage zeker aan bod komen.”

Dit academisch jaar wordt in de plannen voor Masterlanguage (pdf) als aanloopjaar beschouwd. De landelijk coördinator van het Masterlanguage-project, de Utrechtse hoogleraar Taalkunde Norbert Corver, wijst erop dat het merendeel van de gepresenteerde mastercursussen pas in het academisch jaar 2014-2015 op het programma staat. Ook bij andere talen is dat zo. Vanaf dat moment zal er ook pas sprake zijn van de voorziene opzet van vier landelijke cursussen per jaar per taal waarbij elke cursus 10 studiepunten oplevert. “Voor veel studenten is dat waarschijnlijk nog ver weg.”

Corver verwacht dat studenten snel de voordelen zullen zien van het prille initiatief. Ze kunnen immers kiezen uit een breder en veelzijdiger vakkenaanbod waar bovendien vaak echte kopstukken uit  hun vak bij zijn betrokken. Bij Nederlands is bijvoorbeeld de Amsterdamse Spinozaprijswinnaar Piek Vossen van de partij. Daarnaast denkt Corver dat veel studenten het aantrekkelijk vinden om elders een kijkje te nemen en in contact te komen met vakgenoten die studeren en doceren aan andere instellingen. “Dat is ook mijn eigen ervaring: je leert het meest van iemand met dezelfde interesse, maar met net even een andere bagage.”

Alle Masterlanguage-vakken worden bovendien gegeven in de taal die studenten bestuderen. Voor studenten die geen master volgen waarin die taal centraal staat, is dat een plus. Utrechtse talenstudenten doen bijvoorbeeld vaak bredere masters waarbij studenten vanuit verschillende studies samenkomen. De cursussen zijn dan niet allemaal in de doeltaal, maar vaak ook in het Engels of Nederlands. Studenten die voldoende Masterlanguage-vakken volgen, krijgen een doeltaal-aantekening op hun bul. “Als je bij Masterlanguage een vak over Italiaans volgt, dan wordt dat ook in het Italiaans gegeven”, zegt Corver.

Leon Doedens maakt er geen geheim van een onderzoekscarrière te ambiëren: “Daarom wil ik ook graag iets extra’s doen en zoek ik verdieping binnen mijn studie. Het honoursprogramma van mijn Groningse master leek me bizar oninteressant; de cursussen van Masterlanguage klinken veel aantrekkelijker. En het kan geen kwaad even weg te zijn uit je gebruikelijke omgeving; andere gezichten te zien.”

De Franse poëzieanalyse
Hoewel het echte werk dus nog moet beginnen, ziet Corver nu al dat Masterlanguage mooie dingen teweeg brengt. Daarmee pareert hij de vraag of de investeringen in geheel nieuwe cursussen binnen Masterlanguage op termijn wel rendabel zijn.

“Het klinkt misschien vreemd, maar het is eigenlijk voor het eerst dat docenten van verschillende universiteiten met elkaar over onderwijs praten. Er wordt opeens intensief gesproken over waar het vak behoefte aan heeft en waar studenten behoefte aan hebben. Als er nergens meer Franse poëzieanalyse wordt gegeven, dan kan dat op het programma worden gezet. Of als Digital Humanities een veelbelovende richting is dan kan expertise op dat vlak binnen Masterlanguage worden gebundeld, zoals je van Els Stronks hebt gehoord.”

Kemperink vult aan: “De colleges worden gegeven door twee specialisten van elk een andere universiteit.  Die hebben vaak al veel contact met elkaar, omdat hun onderzoek raakvlakken heeft. Het is natuurlijk een groot plezier als je samen ook onderwijs kunt geven op dat vakgebied. Ik weet zeker dat studenten dat gaan merken.”

Corver denkt dat de landelijke samenwerking vakgebieden op deze wijze een stimulans gaat geven zodat deze ook weer aantrekkelijker worden voor gemotiveerde studenten. “Voor de talentscouting is dit dus ook geen slechte ontwikkeling. Studenten met capaciteiten komen nu op meer plaatsen in beeld.”

Geen fan van OV
Belangrijke vraag blijft natuurlijk of studenten bereid zullen zijn te reizen voor mastervakken elders. Nog afgezien van de kans dat de OV-kaart op de schop: Willen studenten niet liever dicht bij huis blijven? En: willen docenten eigenlijk wel verkassen?

De Groningers hebben in dit opzicht natuurlijk het meest recht van spreken. Zij voorzien weinig problemen. Kemperink: “Als je in Groningen werkt of studeert, dan ben je gewend dat je moet reizen als je iets wilt zien of doen. Ik denk dat studenten het wel aantrekkelijk vinden om een dagje naar Utrecht of Amsterdam te reizen, zeker als daar studiepunten mee te verdienen zijn.” Doedens: “Ik ben helemaal niet zo’n fan van het OV, maar het lijkt me erg leuk vakken te volgen aan andere universiteiten. Ik denk dat de meeste ambitieuze studenten zo denken. Het reizen is dus geen groot issue.”

Ook coördinator Corver zegt geen negatieve geluiden te hebben gehoord over de noodzaak elders te doceren of te studeren.  “Als ik bij mezelf te rade ga, zie ik dat probleem ook niet zo. Ik woon niet in Utrecht en moet dus elke dag al reizen. Ik ga ook graag naar een congres elders, daar kom ik altijd met energie van terug.”

Toch heeft Corver wat voorzorgmaatregelen genomen. Zo zijn alle Masterlanguage-vakken ingeroosterd op vrijdag: één op de vrijdagochtend en één op de vrijdagmiddag in dezelfde stad. “Dat heeft allerlei voordelen. Studenten kunnen twee cursussen volgen, zonder twee keer te hoeven reizen. Bovendien kom je op die dag veel vakgenoten tegen. De gedachte is ook extra lezingen en masterclasses te organiseren. Het heeft iets van een gezamenlijke weekafsluiting.”

Voorlopig is veel Masterlanguage-onderwijs in Utrecht ingepland. “Dat heeft ermee te maken dat het coördinatiepunt hier zit en snel dingen kan regelen”, zegt Corver. “Voor de opstartfase was dat even belangrijk, maar dat gaat in de toekomst echt anders worden. Ook in Groningen zullen Masterlanguage-cursussen plaatsvinden.”

Advertentie