Teamsportende student vindt toch een manier om samen te trainen
‘Hockeyen is wat ik het liefste doe’
Training Inge van der Klok en Annemijn Rüger (hockeyers van USHC). Foto: Kees Wagemans.
Sinds kort mag Dames 1 van de Utrechtse Studenten Hockey Club (USHC) weer in groepjes van vier op het veld trainen. Dit voorkomt dat ze te dicht bij elkaar in de buurt komen. Wedstrijdelementen kunnen niet worden geoefend, maar daardoor is er wel ruimte voor andere dingen, legt Thomas de Klerk uit. De marketeer bij Capgemini is de coach van de dames die onder normale omstandigheden twee keer per week trainen en het weekend een wedstrijd spelen. “Je kan nu veel meer technische dingen oefenen en dat is voor hockeyen uiteindelijk ook een voordeel.”
Vorige week donderdag is begonnen met trainen in viertallen. Voor die tijd ontmoette een aantal hockeyers elkaar op de tennisbaan. “We hadden al een tennis-appgroep. Heel af en toe werd er wel getennist”, zegt Inge van de Klok (21), student Marketing & Communicatie. Dit WhatsAapp-groepje is nieuw leven ingeblazen, toen de hockeytrainingen niet doorgingen. “Hockeyen is wat ik het liefste doe, maar we moeten wel blij zijn dat het nog mogelijk is om te tennissen.”
Nu de trainingen met Dames 1 zijn hervat, zal het tennis weer op een lager pitje komen te staan, zegt student Sustainable Citizinship, Victorine de Bruijn (22). “We tennissen meer voor de gezelligheid.” Inge vult aan: “Het tennissen doen we eigenlijk niet om fit te blijven. Ik ben daar niet goed genoeg voor.” Victorine: “Om fit te blijven ga ik een aantal keren per week hardlopen.”
“Als ze af en toe willen tennissen om bezig te blijven dan mag dat van mij. Ik vind het alleen maar goed als de dames meer blijven bewegen”, zegt de coach. “Sporten is dit moment eigenlijk het enige wat studenten samen kunnen doen. Dus ik juich het zeker toe.”
‘Zo blijf ik die gasten toch een beetje zien’
Training van dames 7 van Odysseus. Foto: Jorrit van Wees, trainer van D7.
Ook de voetballers uit het eerste team van Odysseus slaan nu af en toe een balletje op de tennisbaan. “Toen de nieuwe maatregelen bekend werden, was onze zorg een beetje hoe we ervoor kunnen zorgen dat iedereen in beweging blijft voor als straks de competitie weer begint”, zegt speler van het eerste team Julian Markus (25) die als sustainability consultant werkt bij Sustainalize. “Ik heb zelf altijd getennist. Normaal gesproken heb ik er geen tijd voor, maar nu dat de voetbalwedstrijden zijn weggevallen, is het misschien leuk om een competitie te starten.”
“Ik was gelijk enthousiast toen ik hoorde van de tenniscompetitie van onze club. Ik vind het leuk om nu eens wat anders te doen wanneer het voetballen minder mogelijk is. Qua intensiteit is het totaal niet vergelijkbaar met de trainingen die we met het voetballen hebben, maar ik vind het allang fijn dat ik iedereen kan zien”, geeft student Economics & Business Economics Thomas Meuwissen (22) aan. “Jammer dat het voetballen niet doorgaat, maar zo probeer je wel eens iets anders. Nu dus tennissen. In de vorige lockdown ben ik fanatiek gaan hardlopen.”
Door het tennissen blijft hij zijn ploeggenoten zien, maar om fit te blijven doet hij iets anders. “Mijn tennisniveau is helaas te slecht om er echt fit van te blijven. Met een groepje ga ik af en toe een rondje van een kilometer of tien hardlopen. Zo blijf ik de gasten toch een beetje zien”, zegt hij aan de telefoon.
De spelers van Odysseus mogen sinds deze week één keer per week voetballen. Het veld wordt in vieren gedeeld, met op elk kwart vier spelers. Op gepaste afstand. “Een team heeft een tijdslot gekregen van anderhalf uur om te trainen. Elk team mag vier groepjes van vier maken”, zegt Jesse van de Wal, de penningmeester van de club. “Het loopt nog niet echt storm, maar we verwachten dat vanaf volgende week, als er geen nieuwe strengere maatregelen zijn, iedereen lekker komt trainen.”
‘We zijn blij dat we in ieder geval nog kunnen trainen’
Training van Het Zinkstuk damesteam. De trainer is Leanne Verheul, waterpolocommissaris van Het Zinkstuk. Foto: Maaike Schaap.
“Spelsituaties zijn uit de training gehaald. Eigenlijk is het alleen nog maar mogelijk om op het doel te schieten”, legt Ivo Borkus (19) uit. Ivo Borkus, student Biomedische Wetenschappen, speelt in het eerste waterpoloteam van Het Zinkstuk. Hij traint de ploeg en speelt zelf ook mee. Hij is als het ware een “coach in het water”. Toch vindt hij dat hij niet somber moet zijn over de mogelijkheid die er onder corona is om in het water te liggen. “We kunnen in ieder geval nog trainen. Iedereen heeft wel frustratie over de dingen die je moet laten door corona, maar uiteindelijk moeten we blij zijn dat het in ieder geval nog mogelijk is om te trainen. En het is natuurlijk fijn dat je nog sociale contacten hebt.”
Het Zinkstuk heeft waterpoloërs en wedstrijdzwemmers. Bij elke training is er een coronacoördinator aanwezig. Die houdt in de gaten of iedereen zich aan de anderhalve meter houdt. “Om in het bad anderhalve meter tot elkaar te kunnen houden, mogen we bijvoorbeeld niet inhalen”, vertelt zwemcommissaris Sigrid Hogendorp (21) via Zoom. Zij is de zwemcommissaris van de zwemvereniging. “We hebben veel niveauverschil tussen de zwemmers. Nu we niet kunnen inhalen, kan dat lastig zijn.” De zwembanen zijn daarom nu anders afgezet. “De zwemmers zwemmen in twee banen tegelijkertijd. Rechts heen en links terug. Op die manier is het mogelijk om meer afstand te bewaren.”
Secretaris van Het Zinkstuk Meike Schaap hoopt dat de zwemmers en waterpoloërs binnenkort weer normaal kunnen trainen, maar denkt niet dat dat een, twee, drie gaat gebeuren: “Het is even afwachten water uit de volgende persconferentie komt, maar ik verwacht niet, hoe graag ik dat ook wil, dat het straks weer bij het oude is.”