Tranen bij debat over ongewenst gedrag op de universiteit

Foto: Edith Castro Roldán CC BY-SA 4.0

Een hoogleraar die een postdoc tijdens een functioneringsgesprek in zijn gezicht schreeuwt. Kan dat? Een Powerpointslide met een afbeelding van een vrouw in string op het strand. Is dat gepast op een wetenschappelijk congres?

Het zijn een paar voorbeelden van ongewenst gedrag die dinsdagavond voorbijkwamen tijdens het VSNU-café over ‘sociale veiligheid’ op de universiteit. De stoelen in Café Dudok in Den Haag waren goed gevuld.

“Alle signalen staan op rood” en “het is vijf voor twaalf”, klinkt het uit de zaal. Urgent is het thema volgens het publiek zeker. Maar gevoelig is het ook nog steeds, blijkt wel uit het commentaar van moderator en VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg. “We vonden het als VSNU spannend dit onderwerp te bespreken.” Je legt tenslotte je eigen zwakheden bloot.

Kwetsbaar
Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) en vakbonden FNV en VAWO trokken in mei aan de bel. Bijna de helft van de universiteitsmedewerkers voelt zich niet veilig op zijn of haar afdeling, bleek uit onderzoek. Ze hebben last van allerlei soorten ongewenst gedrag, zoals seksuele intimidatie, fysieke en verbale bedreiging of obstructie van hun onderzoek. 

De oorzaak hiervan ligt bij de hiërarchie binnen universiteiten, zeggen meerdere aanwezigen. “Die zorgt voor afhankelijkheid en het ontstaan van angst om dingen fout te doen”, aldus LNVH-voorzitter Hanneke Takkenberg. Sommige hoogleraren denken misbruik te kunnen maken van die macht. Vooral promovendi zijn hierdoor kwetsbaar. Zij moeten daarom extra goed in de gaten worden gehouden, vindt ook de Leidse rector magnificus Carel Stolker.

Verder raken werknemers ontmoedigd doordat de klachtenafhandeling niet altijd op orde is. Ook de competitieve en individualistische cultuur op universiteiten en het – al dan niet gedwongen – zwijgen van slachtoffers zorgen ervoor dat wangedrag niet of nauwelijks wordt aangepakt.

Moreel kompas
Het onderwerp bespreekbaar maken is volgens de sprekers een belangrijke eerste stap. Het is namelijk niet altijd onwil. Leidinggevenden weten soms niet wat hun gedrag met anderen doet en moeten daar eerst bewust van worden gemaakt. “Ze zijn hun morele kompas kwijt”, zegt Reneé-Andrée Koornstra, directeur HRM aan de Vrije Universiteit.

Maar het is ook belangrijk hoe iemand op ongewenst gedrag reageert, merkt Stolker op. “We moeten zorgen dat mensen een manier vinden om te laten blijken dat ze iets niet prettig vinden zonder dat het meteen de relatie verwoest.” Dit kan door middel van trainingen, voor zowel leidinggevenden als de meer kwetsbare medewerkers.

Ook moeten er goede ‘support-structuren’ komen, zegt Takkenberg van het LNVH. Dus vertrouwenspersonen en onafhankelijke ombudsmannen waar iedereen met klachten terecht kan. En misschien nog wel het belangrijkste: die academische cultuur moet veranderen. “We moeten weg van het idee van individuele excellentie en meer naar het idee van een collectief en in teams wetenschap bedrijven.”

Lariekoek
Kunnen universiteiten de beste oplossingen met elkaar delen, zodat niet iedereen het wiel zelf hoeft uit te vinden, oppert iemand uit de zaal. Maar een ander is het helemaal zat. Leuk en aardig, al dat gepraat over oorzaken en oplossingen, maar wanneer wordt er ook iets aan gedaan? “Dit is één grote lariekoek. Het is een hele hoop bla bla bla en heel weinig doen.”

Ze spreekt in de vierkante kubus met ingebouwde microfoon, die moderator Duisenberg haar zojuist heeft toegeworpen. Nog voordat ze haar verhaal wil doen, beginnen er tranen over haar wangen te lopen. “Twee jaar geleden zijn er drie Leidse professoren ontslagen om precies de redenen waar we het nu over hebben. Eén van hen is vorig jaar bij de VU aangenomen. Dat is een klap in het gezicht van mensen die dat hebben meegemaakt.”

De vrouw verwijst naar het Leidse instituut Pedagogische Wetenschappen, waar jaren een cultuur van angst en intimidatie heerste. Drie hoogleraren voerden volgens een vernietigend rapport een waar schrikbewind. “Ik begrijp niet hoe de VU met een strak gezicht kan zeggen dat zij dit onderwerp belangrijk vindt.”

Tweede kans
HRM-voorzitter Koornstra van de VU staat na het verhaal meteen op om te reageren. “Mensen die mij kennen weten dat ik niet van de praatjes ben. Als VU hebben we besloten deze persoon een tweede kans te geven. Daarbij hebben we gezegd dat we heel goed opletten dat niet hetzelfde gebeurt als in Leiden. Ik tolereer geen intimiderend gedrag.”

Duisenberg vindt het lastig na zo’n gevoelige kwestie weer door te gaan met het debat. “Ik voel mij bijna schuldig dat we zo weinig tijd hebben om over dit onderwerp te spreken, maar ik ben blij dat we hier in openheid dingen hebben gewisseld.” Het begin is volgens hem gemaakt. “Nu moeten we er echt iets mee doen.”

 

Advertentie