Uit je studentenbubbel: wonen in een maatschappelijk project

De Saffier, foto's DUB

Een kamer of studio, betaalbare huur en ongedwongen contact met medebewoners die juist geen doorsnee student zijn: Utrechtse woonprojecten waarbij jongeren onder één dak wonen met vluchtelingen, ouderen of mensen uit de maatschappelijke opvang maken een opmars. Diverse partijen zoals de Tussenvoorziening, Emmaus, Mitros, Portaal en Socius staan hiervan aan de basis. Er is het Enik Recovery College, dat in 2015 de deuren opende, de Lichtkring in Tuindorp, Majella in Nieuw-Engeland en de Biltse Grift in Voordorp om er maar een aantal te noemen.

In Utrecht leven naar schatting zo’n zeshonderd Utrechtse jongeren in gemengde woonprojecten, daaronder vallen studenten en starters. Inmiddels lijken de projecten succesvol afgaande op de wachtlijsten die er al zijn voor een aantal van deze woonvormen. 

Dit samenwonen wordt soms neergezet als een oplossing voor woningnood vanwege de tijdelijke aard van sommige projecten, zegt voorzitter van studentenbelangenbehartiger Vidius Martijn Grul. “Maar studenten vinden het ook oprecht leuk om met niet-studenten samen te wonen. De praktijk wijst uit dat de groepen soms alsnog gescheiden blijven, maar ik zie ook dat ze elkaar helpen en dat is heel tof."

 


Studenten & MO'ers: ‘Samen naar de vrijmibo’

Place2BU-binnen.jpgSumma-student Iris Pijtak (24) woont in een containerstudio van woonproject Place2BU in Leidsche Rijn. Het project van de gemeente in samenwerking met woningbouwverenigingen Mitros en Portaal bevat 490 woningen, waarvan veertig voor statushouders en negentig voor cliënten van de Maatschappelijke Opvang. Het gaat hier om voormalig daklozen en jongeren met sociale en psychische problemen die er weer aan toe zijn zelfstandig te wonen.

Sinds de oplevering deze zomer woont de masterstudent Geneeskunde in een studio met eigen voorzieningen op de bovenste verdieping van één van de flats van Place2BU. Elke woonlaag heeft een gemeenschappelijke ruimte waar de bewoners regelmatig met elkaar afspreken.

“Toen ik hier kwam, was het een bouwput. Er stond nog geen plantenbak.” Sindsdien is er veel ten goede veranderd, vertelt ze op de gemeenschappelijke buitenplaats waar barbecues en picknicktafels staan. “Eerder was er geluidsoverlast. Niet gek: je zit met vijfhonderd jongeren op een kluitje. Nu is de beveiliging aangescherpt. Iedereen vindt langzaam zijn draai. Als je over een jaar terugkomt, zal het hier heel ander zijn. De basis is nu gelegd. Hoger opgeleiden wonen samen met lager opgeleiden; die mix is belangrijk en ik heb het gevoel dat onze generatie hier meer dan ooit voor openstaat.”

Het grootste voordeel aan Place2BU is volgens Iris het hebben van een eigen stekje zonder last te hebben van huisgenoten die het vuilnis niet buiten zetten of de afwas laten staan. “Ondertussen wordt je wel gestimuleerd samen te leven met huisgenoten die in dit geval heel verschillend zijn.”

Dat was voor Iris ook de reden om zich in te schrijven voor het project, want ze vindt het interessant om meer te weten te komen over de levens van mensen met een andere achtergrond. “Op de universiteit leef je in je eigen bubbel. Binnen de universiteit zit je soms ook nog eens in je faculteitsbubbel. Dan ontmoet je alleen mensen die hetzelfde zijn. Soms is het goed je te realiseren wie er nog meer op de aardbol leven.”

Burendag
De sfeer op de verdieping van Iris waar ook mensen uit de maatschappelijke opvang wonen, noemt ze gemoedelijk. “We doen ons best elkaar te betrekken bij activiteiten, zoals bij de vrijdagmiddagborrel. Op mijn gang wonen mensen uit de maatschappelijke opvang; die zie ik wat minder maar zij reageren wel veel op de app. Zoiets moet groeien, we zitten er pas een paar maanden.”

Iris zit in het woonbestuur van Place2BU. Het is een "druk, maar bevredigend proces" om een nieuwe gemeenschap op poten te zetten. Iris: “Tijdens de burendag vertelde een bewoner wat de verhuizing voor hem betekende: door de sociale controle en het onderlinge contact was hij uit zijn depressie gekomen. Zijn openheid heeft er denk ik voor gezorgd dat ook andere mensen hun schild hebben afgeworpen.”


Studenten & vluchtelingen: 'Hier wonen verbreedt mijn wereld'

einstein-buiten.jpgRechtenstudent Florian Drenth (21) woont in Plan Einstein in Overvecht, een complex met vluchtelingen en jongeren uit de wijk. 38 jongeren wonen hier met driehonderd vluchtelingen waaronder hele gezinnen, onder één dak. Ze hebben een gemeenschappelijke ruimte en een binnenplaats. In Plan Einstein werkt de gemeente Utrecht samen met Socius.

“Voor Plan Einstein woonde ik bij mijn ouders, 10 minuten hiervandaan. Mijn neef woonde hier al. Het leek mij tof met vluchtelingen te wonen. Ik ben heel geïnteresseerd in andere culturen, altijd al geweest. Ik schreef een motivatiebrief en mocht komen.” Om korting op zijn huur te krijgen, hielp hij mee het Henri-Dunantpand te verbouwen. Over ongeveer een jaar moet hij er vertrekken als het pand een andere bestemming krijgt.

Hier wonen is heel vrijblijvend, zegt Florian die vanuit zijn kamer uitkijkt op de binnenplaats met speeltuin voor de kinderen. “Maar aanspraak en meelevendheid is wel een vereiste om hier te wonen. Ik zoek veel contact met de bewoners. Dan eten, drinken of praten we wat. Doordat ik het zo leuk vind, voelt het voor mij niet alsof ik bewust bezig ben. Het verbreedt mijn wereld.”

Individuen met een verhaal
In een jaar tijd bouwde Florian een hechte band op met bewoners die noodgedwongen naar Nederland zijn gekomen. Vrienden noemt hij ze nu, of goede kennissen. Voor Florian zijn de vluchtelingen mensen zoals ieder ander – een contrast met de manier waarop de media ze soms (onbewust) presenteren. “Ze hebben het vaak over aantallen. ‘Hier zitten er duizend, daar driehonderd.’ Op die manier verdwijnt de menselijkheid. Als je de vluchtelingen spreekt, zie je dat het gaat om individuen met een verhaal.”

Het verblijf in Plan Einstein zorgt voor Florian voor een beter beeld van hoe deze mensen zijn. “Iedereen die ik heb ontmoet tot nu toe, is welwillend te integreren, hardwerkend en bijzonder gastvrij. Ik ben altijd welkom. De meesten wilden natuurlijk ook niet vluchten van huis, maar ze zijn de Nederlandse staat erg dankbaar. Ik zou willen dat mensen op een andere manier kijken naar vluchtelingen.”

De meeste vluchtelingen die Florian kent, zijn hoogopgeleid. “Er zitten architecten, advocaten en chirurgen tussen. Werken is vanwege hun status lastig, dus doen sommigen hele dagen vrijwilligerswerk.”

Het contact met de vluchtelingen werkt positief voor Florian. “Het verbreedt mijn wereld en het is gezellig. Deze week had ik twee toetsen, dan zit ik de hele dag in de bieb. De bewoners begrijpen dat en laten mij mijn ding doen. Maar als het te gortig wordt, krijg ik een appje: ‘Come on, it’s time to have a break.’”


Studenten & senioren: 'Het wordt hier steeds leuker'

saffier-binnen.jpgKlaske Bos (27), masterstudent Biomedische Wetenschappen, woont in een studio in een voormalig verzorgingstehuis in De Saffier in de Tolsteeg. Hier wonen 160 jongeren met ouderen onder één dak. Het gaat om een woonproject van Socius met een looptijd van tien jaar.

Klaske werkt twee dagen per week bij de receptie van De Saffier waar ze sinds een jaar woont. Naast ontvangstplek is het een sociale spot: bewoners halen er koffie of thee. “Ik ken daardoor veel ouderen en ben actief betrokken bij het project. Ik zit ook bij het beheerteam en vanuit die positie probeer ik andere bewoners te stimuleren actief te worden. Zij starten ook zelfstandig leuke initiatieven. Op die betrokkenheid zijn ze geselecteerd. Zij doen incidentele klusjes of zijn gekoppeld aan een oudere. Anderen organiseren de bingo of koken voor de groep.”

Samen activiteiten ondernemen
Het Saffier-project is nu zo’n jaar oud. Aanvankelijk was er vanuit de ouderen weerstand tegen de komst van de jongeren, vertelt Klaske. “Verandering is nooit leuk, en dan zouden er ook nog eens studenten komen. Daarnaast vielen er activiteiten weg die werden georganiseerd door het verzorgingstehuis zoals het restaurant. De verandering viel uiteindelijk reuze mee, als ik de reacties mag geloven. We hebben ons best gedaan samen allerlei activiteiten opnieuw op te zetten en er iets van te maken. Het wordt hier steeds leuker.”

Naast contact in de gemeenschappelijke ruimte gebeurt er veel online. “In de Facebookgroep van de jongeren post het beheer berichtjes met vragen van de ouderen. Bijvoorbeeld of iemand ze kan helpen met het wassen van de vitrage of buitenzetten van het vuilnis omdat ze slecht ter been zijn.”

Klaske woonde eerder in een tijdelijke woonruimte aan de Archimedeslaan. Daar werd ze gewezen op De Saffier. Klaske: “Van mijn studentenkamer ging ik naar een studio met eigen keuken en badkamer. Ik was bang dat ik huisgenoten zou missen, het onderlinge contact bij dit project vind ik daarom leuk.”

Vrienden van Klaske zeggen weleens gekscherend dat ze in een bejaardentehuis woont. “Feesten zijn hier minder maar dat is meer omdat ik aan het eind van mijn studie zit. Zoiets is echt geen punt, al mag je na elf uur 's avonds geen overlast veroorzaken. Een kwestie van de ramen dichtdoen tegen het geluid. Tegenwoordig is het trouwens vaker andersom: we hebben avonden gehad dat wij in de zomer last hadden van de ouderen.” Lachend: “Dan dronken ze ‘s avonds nog buiten wijn terwijl wij de volgende ochtend vroeg op moesten.

Advertentie