Universitair docent schrijft voetbalboek om Italiaans uit te leren

Carlo Giordano (34), docent Italiaans aan het departement Moderne Talen, heeft zijn eerste boek geschreven: L’italiano nel pallone, ofwel Italiaans voor bal. Een studieboek Italiaans met slechts één onderwerp: voetbal.

Het Italiaans van deze DUB-verslaggever blijft beperkt tot wat schuttingwoorden. Een cursus Italiaans staat vrij laag op m’n prioriteitenlijst. Toch zou wat basiskennis wel handig zijn voor op vakantie. Maar ja, geen tijd in een cursus Italiaans in deze dagen die ik vul met het kijken naar voetbal.

Carlo Giordano, universitair docent aan de UU, heeft het gouden ei voor figuren als ik: een studieboek over voetbal waarmee je Italiaans kan leren. De meeste van de duizend exemplaren zijn voor Italiaanse middelbare scholieren, maar volgens Giordano kan het boek ook uitkomst bieden voor Nederlanders die op een andere manier Italiaans willen leren.

Waarom heb je voor voetbal gekozen?
“Italianen praten graag over twee dingen: politiek en voetbal. Dan is het wel zo handig als je daarover kunt meepraten. Daarnaast ben ik  zelf voetballiefhebber, ik heb zestien jaar gevoetbald in Italië. Daarnaast is in veel landen voetbal een belangrijk onderdeel van de cultuur, zoals in Italië, Engeland en natuurlijk ook Nederland.”

Er staan ook puzzels en rebussen in, is dat niet wat kinderachtig?
“Het maakt niet uit hoe oud je bent: spelenderwijs leren werkt het best.”

Aan de andere kant is het boek best pittig voor voetballeken. Zo is het lastig de juiste naam bij de juiste coach te plaatsen als je nog nooit van Trapattoni hebt gehoord. En je moet bovendien motiveren welk spelsysteem je voorkeur heeft!
”Uit de omschrijvingen, bijvoorbeeld het jaartal, kun je wel wat afleiden. Bovendien is het niet erg als je iets niet weet, dan moet je het aan anderen vragen en dat stimuleert het gesprek. Over de spelsystemen: ik denk dat veel mensen wel na kunnen denken over de tactiek van het spel, daar hoef je geen specifieke voetbalkennis voor te hebben.”

Veel voetbalhistorie komt voorbij, maar het Nederlands elftal komt er wat bekaaid vanaf.
”Ik heb bewust iets meer de focus op Italiaans en Zuid-Amerikaans voetbal gelegd. Zuid-Amerikaans, omdat daar veel mensen met Italiaanse roots wonen. In de negentiende eeuw emigreerden veel Italianen naar Latijns-Amerika. Na Johan Cruijff en Ruud Gullit was er niet veel ruimte meer voor Nederlanders in mijn boek. In een herdruk, nog dit jaar gepland, wordt dat anders: daarin wil ik ingaan op het geheim van de nummers negen van Oranje: Van Basten, Van Persie, Johnny Rep en Ruud van Nistelrooy.”

Waarom is het Nederlands elftal nog nooit wereldkampioen geworden?
“Ik denk door domme pech, maar ook door arrogantie die er bij de spelers insluipt. Niet dat ik negatief wil doen over Oranje, na Italië is het Nederlands elftal mijn favoriete team.”

Waarom worden jullie wel zo vaak wereldkampioen?
“Door geluk en door een bepaalde onoverwinnelijkheid die de spelers uitstralen.”

Wat vind je er van dat Oranje het catenaccio van jullie heeft overgenomen?
“Het is een goed teken. Dat arrogante waar ik het over had is nu een stuk minder. Dit is bescheidener: soms kun je niet spelen zoals je wilt en moet je rekening houden met de kwaliteiten van de tegenstander en je eigen spelers. Nederland speelt geweldig, maar het is niet het team van de jaren zeventig of dat van 1988. Catenaccio kan in sommige wedstrijden nuttig zijn. Saai hoeft dat echt niet te zijn: je kunt best spektakel bieden als je effectief bent. Bovendien: Sneijder, Van Persie en Robben zorgen voor genoeg spektakel, meer dan Balotelli en co…”

Het boek is wel een beetje chauvinistisch. Zo moet je als student de goals van de WK Finale 1970 in de goede volgorde plaatsen. Italië won van Duitsland. Stel, Uruguay knikkert de azzurri er vanavond uit, komt dat dan in de herdruk?
“Ha,ha, ja hoor. Italiaanse voetbalhistorie hoort er in thuis, positief of negatief.”

Wat verwacht je van de wedstrijd tegen Uruguay vanavond? En hoe ver gaan jullie komen?
“Het wordt 2-2. En als we doorgaan, halen we de finale, ook al hebben we niet zo’n goed team.”

Advertentie