‘AI-bot dwingt docenten anders te gaan toetsen’
Universiteit scherpt plagiaatregels aan om ChatGPT
De opmars van de spraakmakende chatbot zorgt ook in het hoger onderwijs voor veel commotie. Binnen de UU wordt de discussie met buitengewone belangstelling gevolgd. Het programma slaagt er immers in om complexe vragen te beantwoorden met teksten met een natuurlijk taalgebruik en een begrijpelijke structuur. Studenten zouden gemakkelijk verleid kunnen worden om bijvoorbeeld een essayvraag aan ChatGPT voor te leggen, en zo zonder enige inspanning hun studiepunten binnenslepen.
Het UU-bestuur kreeg de afgelopen weken veel vragen over hoe docenten en opleidingen moeten reageren op die dreiging. Een van de eerste stappen die de universiteit nu wil nemen, is het aanpassen van het OER, laat afdelingshoofd Onderwijs Renée Filius weten. De passage over plagiaat zal waarschijnlijk worden uitgebreid met een zin over het gebruik van teksten die niet zelf geproduceerd zijn maar geformuleerd zijn door chatbots (zoals ChatGPT). Dat is alleen toegestaan als het expliciet vermeld wordt.
Controle op het naleven wordt nog een puzzel. Ook Filius beseft dat het op dit moment nog zeer ingewikkeld is om te tonen dat een ingeleverde tekst door een chatbot is gecomponeerd. Strikt genomen is er ook geen sprake van plagiaat, want ChatGPT schrijft zelf een nieuwe niet bestaande tekst.
Het is mogelijk dat er op korte termijn systemen komen die de ‘eigen’ schrijfstijl van een student kunnen herkennen, maar het gebruik daarvan zal naar verwachting stuiten op grote privacybezwaren.
De menselijke component
Het afdelingshoofd Onderwijs zegt ook te willen waken voor “een of andere wapenwedloop met anti-plagiaattools”. Volgens haar is het beter om studenten te leren kritisch om te gaan met de nieuwe mogelijkheden en daarnaast “de menselijke component” terug te brengen in de toetsing.
De herintroductie van pen en papier, zoals universiteiten in Australië overwegen, lijkt haar niet reëel, “maar je kunt bijvoorbeeld studenten vragen om een essay mondeling toe te lichten.”
Ook Filius verwijst naar de veelgemaakte vergelijking met de introductie van de (grafische) rekenmachine. Bij wiskundetentamens gaat het sindsdien niet meer zozeer om het goede antwoord, maar vooral of je alle tussenstappen van een berekening kan laten zien. “Zo kunnen studenten ook leren om juist op een zinvolle manier gebruik te maken van ChatGPT en dat biedt allerlei nieuwe kansen.”
Grootste impact afgezien van Covid
Ook Willemijn Schot en Laura Koenders, adviseurs bij het universitaire Onderwijsadvies en Training, kregen de afgelopen weken van allerlei kanten vragen op zich afgevuurd over ChatGPT.
Schot: “Afgezien van Covid hebben we nog nooit meegemaakt dat een ontwikkeling zo snel gaat en zoveel impact heeft. Daar zijn de universitaire structuren ook helemaal niet op ingericht. De wijze van toetsing van alle vakken voor dit jaar ligt bijvoorbeeld al helemaal vast. Daar kun je niet zomaar aan morrelen.”
Op de iets langere termijn denken de twee dat docenten op zoek zullen moeten naar andere manieren van toetsing. Zeker voor toetsen die niet in de gecontroleerde omgeving van een tentamenzaal worden gemaakt, lijkt dat onontkoombaar.
Koenders is ervan overtuigd dat studenten gebruik gaan maken van de nieuwe mogelijkheden. Een UU-docent die uit nieuwsgierigheid essayvragen door ChatGPT liet beantwoorden, moest volgens haar ook beduusd constateren dat de bot zeker een voldoende scoorde.
“Misschien is het niet zo handig meer om studenten alleen te vragen om een essay of een verslag. Je kunt dan overwegen om bijvoorbeeld de kern van het betoog mondeling te laten toelichten. Of je moet je toetsing anders ontwerpen. Hoe docenten dat moet gaan doen zonder meer tijd in je onderwijs te stoppen? Dat is een goede vraag. Daar heb ik ook niet meteen een antwoord op.”
Leerdoelen halen
De twee adviseurs denken net als UU-hoofd Onderwijs Filius dat docenten de nieuwe AI-software zelf kunnen gaan gebruiken voor geheel nieuwe manieren van toetsing.
Schot: “Als een student een goede vraag weet te stellen aan een chatbot en aangeeft dat antwoord kritisch te kunnen beoordelen, dan zijn daarmee mogelijk al enkele leerdoelen behaald. Zeker als die student bijvoorbeeld suggesties weet te geven voor hoe de tekst nog verbeterd kan worden.”
Toch zullen docenten volgens haar hun studenten ervan moeten doordringen dat het oefenen met zelf informatie opzoeken en analyseren een grote waarde blijft hebben.
“ChatGPT kan redelijk goed bestaande kennis samenvatten en ordenen, maar als je een geheel nieuwe onderzoekvraag hebt, is dat niet voldoende. Zeker als je in latere studiejaren zelf onderzoek gaat doen, zul je dat zelf moeten kunnen. Als je je die vaardigheid niet hebt eigen gemaakt, wordt dat een probleem.”
Positieve aspecten
De discussie over ChatGPT is ook binnen de UU voorlopig nog niet geluwd, denken de twee. Docenten zullen de komende maanden ongetwijfeld nog te maken krijgen met twijfelachtige essays waarvan zij niet kunnen bewijzen dat die geschreven zijn door een AI-bot.
Maar op termijn hopen Koenders en Schot dat de positieve aspecten gaan overheersen. Zo zijn er nu ook al studenten die zichzelf overhoren door ChatGPT oefenvragen te laten opstellen.
Op 2 februari vindt er tijdens de Teaching and Learning Inspiration Day een discussiebijeenkomst plaats over de gevolgen van AI-bots voor het universitaire onderwijs. Ook Laura Koenders zal daar een inbreng hebben.