Universiteiten verdeeld over beurspromovendus

Al jaren doen universiteiten pogingen om promovendi een studiebeurs te geven, in plaats van een salaris. Dat zou enorm in de kosten schelen, omdat de universiteiten dan geen sociale lasten hoeven te betalen.

In de vorige regeerperiode sprak de Tweede Kamer – inclusief VVD en CDA – zich uit tegen de ‘bursaal’. Toenmalig PvdA-minister Plasterk overwoog zelfs om universiteiten op hun budget te korten, als ze hun promovendi de status van werknemer zouden misgunnen.

Maar de tijden veranderen. VVD-staatssecretaris Halbe Zijlstra wil de universiteiten nu meer vrijheid geven en is van plan de wet te wijzigen: promovendi zouden niet langer als werknemers beschouwd hoeven worden. Ze zouden ook als bursaal aan de slag kunnen, met een studiebeurs. In het buitenland is de zogeheten PhD-student een normaal verschijnsel, dus waarom hier niet?

De Nijmeegse Radboud Universiteit is er van oudsher op tegen. “De Radboud Universiteit was de eerste die promovendi als werknemers zag”, stelt een woordvoerder. “En dat willen we in principe zo houden. Promovendi moeten hun werk onder goede omstandigheden kunnen doen.”

Twente zit op dezelfde lijn. “Zeker in de technische onderzoeksrichtingen is het nu al lastig genoeg om promovendi te vinden. Als promoveren financieel onaantrekkelijker wordt, zullen nog minder Nederlandse afgestudeerden de stap zetten en in plaats daarvan kiezen voor het bedrijfsleven.”

Ook Wageningen Universiteit “voelt zich goed bij het huidige stelsel”, laat de raad van bestuur weten. “Wij hebben niet direct behoefte aan bursalen.”

Maar in Maastricht en Groningen juichen de universiteiten het plan toe. Groningen noemt het voornemen van staatssecretaris Zijlstra “uitstekend en zeer verstandig”. De universiteit heeft vorig jaar nog een rechtszaak tegen vakbond Abvakabo/FNV verloren over de bursalenkwestie.

Maastricht had ook promovendi-met-studiebeurs, maar gaf hun naar aanleiding van de Groningse rechtszaak alsnog een salaris. Maastricht is voorstander van het bursalenstelsel, zegt rector Gerard Mols, maar wacht de nieuwe regelgeving af.

De twee Amsterdamse universiteiten VU en UvA kunnen zich eveneens in het voorstel van Zijlstra vinden. Net als de Erasmus Universiteit Rotterdam: “We willen de werknemerpromovendi niet afschaffen, maar de promotiestudent sluit beter aan op de internationale formule van de PhD-student. Dat is handig voor buitenlandse promovendi.”

Dat laatste beamen Utrecht en Eindhoven. Collegevoorzitter Yvonne van Rooy zei eerder tegen DUB: “Bij een aanstelling van buitenlandse promovendi als werknemer betalen wij op dit moment premies voor voorzieningen waarvan zij nooit gebruik zullen maken. Dat lijkt me een niet erg zinnige besteding van overheidsgeld.”  

Daar sluit de TU Eindhoven zich bij aan. Maar eigenlijk houdt de discussie de TU/e niet werkelijk bezig: “Op dit moment maken we ons vooral zorgen over het wegvallen van de FES-middelen en de bezuinigingen op de innovatiesubsidies, waardoor we met een forse verlaging van onze onderzoeksomzet te maken krijgen. We hebben straks een kwart minder promotieplaatsen dan we hier de afgelopen jaren gewend waren.”

Intussen hoopt Nijmegen dat de andere universiteiten niet massaal op een bursalenstelsel zullen overstappen. “In het meest negatieve scenario worden we misschien financieel gedwongen om op het bursalensysteem over te gaan”, speculeert de woordvoerder, “maar daar zitten wij niet op te wachten.”

De andere universiteiten beraden zich of konden nog niet reageren.

Hoger Onderwijs Persbureau

Advertentie