Utrechtse alumni pakken onzin in Europadebat aan
Op factcheckingwebsite Pinokkiofactor.eu controleert een groep van UU-alumni uitspraken over Europa. Beweringen over Europa worden aan een analyse onderworpen en krijgen een score op basis van het waarheidsgehalte.
Vanuit een flexwerkkantoortje aan het Europaplein in Utrecht werkt team ‘Pinokkio’ op hun vrije dag aan een meer inhoudelijk Europadebat. Het team bestaat uit vijf vaste redacteuren en een aantal gastredacteuren, die allemaal vrijwilligers zijn.
Arlette van den Berg behaalde haar master Economische Geografie aan de UU en is één van de redacteuren. Ze meent dat het debat over meer moet gaan dan alleen ‘voor’ of ‘tegen’ Europa. “Door wat wij doen, hopen we de kennis van mensen bij te spijkeren en ook die van onszelf.”
Remmelt de Weerd, master Politieke Geografie en één van de oprichters van Pinokkio, vult aan: “We zijn geen experts, maar weten via studie of werk wel het één en ander over de EU. Er gaat veel tijd zitten in het checken van wat we schrijven. We zorgen dat we overal rekening mee houden en dat alle bronnen kloppen voordat we tot een conclusie komen.”
Onjuistheden in het debat komen volgens Van den Berg vooral voort uit een gebrek aan kennis over de EU en de moeite die het kost om die kennis te verkrijgen. “Nederlanders hebben bar weinig verstand van de EU. Dan is het voor politici ook heel makkelijk om dingen te beloven waar al lang afspraken over gemaakt zijn. Waarom en hoe bepaalde afspraken zijn gemaakt zou eigenlijk basiskennis moeten zijn. Hier weten veel mensen echter weinig van.”
Uit media, sociale media of verkiezingsprogramma’s haalt het team van Pinokkio uitspraken over de EU. Vervolgens zetten zij uiteen in hoeverre een bewering klopt. Een volledig correcte uitspraak krijgt een factor 0, totale onzin krijgt een factor 5.
Er zijn ook uitspraken die vrijwel niet te verifiëren zijn. Dan weet ook het team van Pinokkiofactor niet precies hoe het zit. Dan geven ze een ‘kromme neus’. Dit was het geval bij de bewering van schrijver Leon de Winter dat de EU even schuldig is aan de crisis in Oekraïne als Rusland.
De website is sinds januari online en krijgt in de aanloop naar de Europese verkiezingen steeds meer aandacht. Zo schreef Metro donderdag 1 mei al een artikel over Pinokkiofactor.eu. Ook noemde prinses Mabel Pinokkiofactor.eu op Twitter een fascinerend initiatief. De redacteuren merken in elk geval al dat er meer reacties op tweets komen, zowel positieve als negatieve. De komende weken willen zij nog meer de aandacht op zich vestigen.
Fascinerend initiatief - @PinokkioFactor ontrafelt onzin, feiten en halve waarheden over #Europa en #EU. http://t.co/JmiaYWmlnG #factcheck
— Mabel van Oranje (@MabelvanOranje) 1 mei 2014
Voorlopig is nog niet bekend wat Pinokkiofactor.eu na de Europese Parlementsverkiezingen op 22 mei gaat doen. De Weerd zou graag ook graag de Nederlandse politiek gaan checken, maar daarvoor mist hij nog één ding: “Centjes. Waar we dat vandaan moeten halen weet ik niet precies, maar we gaan wel proberen om wat grotere sponsoring te vinden. Alleen dan kunnen we verder als factcheckingwebsite. Dat is wel de droom.”
Hebben jongeren overduidelijk profijt van Europa?
We namen de proef op de som en vroegen Pinokkio om een toelichting bij een uitspraak over Europa.
De uitspraak:
“Jongeren en jongeren die studeren zijn positief over Europa en die hebben er natuurlijk overduidelijk profijt van.”
Femke van Esch, universitair docent Europese Integratie (UU), zei dit op 28 april tijdens een radiouitzending van wetenschapsprogramma De Kennis van Nu.
Dit is de toelichting die we van Pinokkio kregen:
"Het klopt dat jongeren Europese samenwerking als iets 'normaals' beschouwen. Ze hebben ook nooit anders gekend. Er zijn onderzoeken waaruit blijkt dat bijna driekwart van de jongeren in Nederland zich ook 'Europeaan' voelt. Voor veel jongeren is een eventuele exit uit de EU of de euro dan ook een non-issue."
"Dit betekent niet dat jongeren sowieso positief staan tegenover de huidige EU-instituten en hun politiek. Bijna 65 procent van de jongeren stemde tegen de Europese grondwet in 2005. Onder de toenmalige 50-plussers was dit 58,3 procent. Een grote groep jongeren heeft idee dat er in de EU te veel geld wordt uitgegeven aan niet-relevante zaken."
"Als we specifiek spreken over studenten is het inderdaad waar dat zij over het algemeen een positievere houding ten opzichte van Europa en Europese samenwerking hebben. Het zijn ook vooral studenten en pas-afgestudeerden die profiteren van het vrije verkeer van personen in de EU. Ze kunnen zonder moeite studeren, stage lopen of werken in andere Europese landen."
"Onderzoek toont aan dat mensen die profiteren van vrij arbeidsverkeer binnen de EU vooral jong en hoogopgeleid zijn en verhuizen voor beter werk. Deze groep staat hierdoor vrij positief tegenover Europa. Of het voor jongeren in het algemeen daarmee ook klopt durven we niet met zekerheid te zeggen."
"Conclusie: De bewering van Femke van Esch komt voor een groot deel overeen met de werkelijkheid, hoewel er wat kanttekeningen bij geplaatst dienen te worden. Oordeel: Pinokkiofactor 1.”