Utrechtse docenten geven colleges aan vluchtelingen

De Universiteit Utrecht helpt de integratie van vluchtelingen door het geven van cursussen. Zo gaat het Utrecht Center for Entrepreneurship asielzoekers ondernemerschapstrainingen geven en is de faculteit Geesteswetenschappen in december al begonnen met het geven van colleges. “Het vak internationale politiek en geschiedenis werd steeds meer een taal- en inburgeringscursus.”

Asielzoekers kunnen straks acht weken lang één dag in de week les krijgen. De cursussen lijken op bestaande vakken van het Utrecht Center for Entrepreneurship van de UU, maar zullen aangepast worden op het niveau van de vluchtelingen. Een onderdeel van de cursus is het langsgaan bij bedrijven in Utrecht.

Het plan komt van Hein Roelfsema, directeur van het centrum voor ondernemerschap. “Naast workshops gaan we langs bij organisaties om te kijken naar hun werkzaamheden. Ook zullen we aandacht besteden aan culturele verschillen. Kijken ze in Syrië bijvoorbeeld anders aan tegen ondernemen dan in Nederland? Op die manier kunnen we ook van elkaar leren. Hopelijk zijn er na de bezoeken bedrijven die asielzoekers een extra meeloopdag of stage willen aanbieden.”

De cursussen zullen zowel interessant zijn voor asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen als asielzoekers die uiteindelijk weer terug moeten naar hun regio. Roelfsema: “Asielzoekers kunnen hun tijd hier hoe dan ook maar beter zo goed mogelijk benutten. De lesstof zal niet specifiek zijn voor ons land, zodat het voor beide partijen interessant is. Trainingen over onderwerpen als ondernemerschap en zakelijk Engels zijn altijd nuttig.”

Project omgeven met gevoeligheden
Het belangrijkste doel van de cursussen is om het eerste verblijf in Nederland voor de vluchtelingen aangenamer te maken. Ook voor hen die het Engels maar matig beheersen. “Ik vind het prima om de lesstof met hulp van handen, voeten en onderling tolken uit te leggen – dat boeit me echt niet. De cursussen moeten naast nuttig ook vooral een leuke activerende bezigheid zijn tegen de verveling en uitzichtloosheid.”

Voor een optimaal resultaat van het project moet er wel draagvlak in de buurt gecreëerd worden. “Geloof me, dit project is omgeven met gevoeligheden”, vertelt Roelfsema. “Er wordt soms gezegd dat we onze eigen mensen vergeten. Door de buurt bij het project te betrekken hopen we meer begrip te kweken voor de situatie.” In de opvang krijgen daarom ook 25 woningzoekende jongeren uit Overvecht een tijdelijk onderdak. In de wijk is op dit moment namelijk veel weerstand tegen de komst van de asielzoekers.

Het plan is opgenomen in het idee van de gemeente Utrecht om onmiddellijk te beginnen met de integratie van nieuwkomers. Met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is afgesproken dat asielzoekers na hun verblijf in de Utrechtse noodopvang worden opgevangen in dezelfde stad. Als ze een verblijfsstatus ontvangen, kunnen ze dus in Utrecht woonruimte krijgen. De cursussen van de UU moeten helpen bij een snellere integratie.

Colleges als een warm welkom
Remco Raben, docent bij het departement geschiedenis en kunstgeschiedenis, is met een aantal collega's al eerder begonnen met onderwijs geven aan asielzoekers. “We wilden vluchtelingen een warm welkom heten, met iets waar we goed in zijn. We moeten de nieuwkomers immers een fatsoenlijk onthaal bieden.” Hij heeft van december tot en met maart colleges verzorgd aan vluchtelingen in de opvang aan de Amerikalaan in Kanaleneiland – tot die opvang werd opgedoekt. Eerst werd er les gegeven op de UU, later in de bibliotheek van Kanaleneiland.

“Het plan was om een cursus te geven over de internationale politiek en geschiedenis”, vertelt Raben. “Dat bleek al snel te hoog gegrepen. De asielzoekers die naar onze colleges kwamen, waren nog sterk bezig met hun eigen lot en dat van familie die ze hadden achtergelaten. Ze wilden vooral weten wanneer ze door de IND geholpen zouden worden bijvoorbeeld. Dat is natuurlijk ook heel logisch. Deze mensen waren nog maar net van de boot af, bij wijze van spreken.”

Moeilijk om asielzoekers te vinden
Het werd duidelijk dat de cursus een andere insteek moest krijgen. “Ik heb wat moeten improviseren. De inhoudelijke cursus is eigenlijk steeds meer een taal- en inburgeringscursus geworden. Een cursus waar ze wat Nederlands konden leren, iets over onze geschiedenis en bovendien contacten konden opdoen. Dat was voor velen heel behulpzaam.” De cursisten kregen gemiddeld één keer in de week bijna drie uur les.

Het bleek overigens nog niet zo gemakkelijk om asielzoekers te vinden voor de colleges. Raben: “Ik mocht alleen een poster in het asielzoekerscentrum ophangen, verder niets. Ook speelde natuurlijk mee dat de cursus vooral gericht is op Engelssprekende hoger opgeleiden. Uiteindelijk zaten er van de vijfhonderd bewoners van het centrum maar maximaal twaalf in het college.”

Cursisten werden steeds depressiever 
De leefomstandigheden waren weinig bevorderlijk voor studie. “Ik vond het moeilijk om te zien dat de mensen in mijn cursus steeds depressiever werden – hun situatie is zo ontzettend uitzichtloos. Tijdens de cursus vroeg ik op een bepaald moment waar een cursist was en toen werd me verteld dat hij al vijf dagen niet meer uit zijn slaapzaal was gekomen. Dat is vreselijk. De IND moet echt gaan zorgen voor snellere procedures, want mensen verliezen hun motivatie. Ook moet de huisvesting beter, onder andere meer privacy. Veel cursisten sliepen erg slecht, omdat er zoveel lawaai was.”

Nu de opvang niet meer bestaat, is deze groep uit elkaar gevallen. “Deze mensen wonen nu verspreid door heel Nederland”, vertelt Raben. “Het is pijnlijk dat ze zijn overgeplaatst, omdat ze de moeizaam opgebouwde contacten in en buiten de universiteit verliezen en opnieuw moeten beginnen. We hebben nog geprobeerd om mensen terug te halen naar Utrecht, maar dat mocht niet van het COA.” Het houdt Raben overigens niet tegen om door te gaan met zijn cursussen. Net als Roelfsema, gaan ook hij en zijn collega's straks college geven aan de asielzoekers van de noodopvang in Overvecht. 

Advertentie