Utrechtse stamcelonderzoeker looft Nobelprijswinnaars
Hoogleraar Regeneratieve Geneeskunde Niels Geijsen vindt de toekenning van de Nobelprijs voor de Geneeskunde aan Gurdon en Yamanaka meer dan terecht.
Voor Geijsen (foto rechts), stamcelonderzoeker in het Hubrecht Instituut, is de Nobelprijs voor de Brit John B. Gurdon en de Japanner Shinya Yamanaka geen verrassing. "Hun ontdekkingen zijn grandioos, en hebben een enorme impact gehad."
"Gurdon liet in 1962 zien dat de ontwikkeling van een eicel naar een individuele cel geen onomkeerbaar proces was", legt Geijsen uit. "Een gespecialiseerde cel kon dus alsnog een andere functie vervullen. Hij slaagde er in de celkern (het genetische materiaal) van een darmcel terug te transplanteren naar een eicel, en zo een kikker te klonen."
Yamanaka ging ontdekte in 2006 hoe een gespecialiseerde cel wordt geherprogrammeerd. Geijsen: "Hij bedacht een manier om cellen te herprogrammeren, om van een darmcel een pluripotente stamcel te maken, een cel die zich opnieuw kan specialiseren tot welk type ook. Tot dat moment kon je dat soort stamcellen alleen uit vroege embryo's halen."
Geijsen ontmoette Yamanaka in 2007. "Yamanaka had net gepubliceerd over zijn ontdekking. Hij kwam naar Boston, waar ik toen werkte, om een presentatie te geven. We wisten toen nog niet wat we moesten denken van zijn ontdekking en hadden daarom veel vragen. Hij nam de tijd om alle vragen te beantwoorden, kalm en rechtdoorzee."
Momenteel doet de groep van Geijsen onderzoek dat sterkt voortbouwt op het werk van Yamanaka. "Wij onderzoeken de zenuwcellen van baby's met een progressieve spierziekte. Het is onmogelijk zenuwcellen te isoleren uit die jonge patiëntjes. Door de stamceltechnologie van Yamanaka kunnen we nu van de huidcellen van de patiëntjes stamcellen maken, en die weer in zenuwcellen ontwikkelen en bestuderen."
Tekenend voor het belang van hun onderzoek vindt Geijsen het feit dat Yamanaka de Nobelprijs relatief vroeg heeft gekregen. De Japanner deed zijn ontdekking in 2006, en valt zes jaar na dato in de prijzen. "Het Nobelcomité wacht meestal langer, omdat ze zeker willen zijn dat de ontdekking een enorme impact heeft. Hieruit blijkt hoe belangrijk zijn werk is."