Utrechtse student deelt voedselpakketten uit in Syrië

De Utrechtse student Wijbe Abma vertrekt vandaag – woensdag 3 april - opnieuw naar het Midden-Oosten om hulpgoederen naar Syrië te brengen. Het wordt zijn zesde transport.

Wijbe Abma (21) is student Sociale Geografie. Het afgelopen jaar heeft hij reizend doorgebracht. Op zijn Facebook-pagina legt hij uit waarom hij reist. Hij citeert uit de reisroman van Robert Louis Stevenson Travels With a Donkey: "I travel not to go anywhere, but to go. I travel for travel's sake. The great affair is to move". Eenzelfde reislust bracht Wijbe in zijn derde studiejaar naar Syrië.

Na twee jaar in Utrechtse collegebanken te hebben gezeten, besloot hij te gaan studeren in Zuid-Korea. Aan het einde van zijn Koreaanse tijd vond hij het te eenvoudig om per vliegtuig naar Nederland terug te kere. Dus reisde hij over land. Eerst naar Rusland, toen naar Oekraïne. Maar ook dat ging te snel naar zijn zin. Travel for travel's sake. Via onder meer Finland, de Baltische Staten en Wit-Rusland belandde hij in oktober vorig jaar in Turkije.

Hoe kwam je van daaruit in Syrië terecht?
"In Turkije ontmoette ik op straat een Syrische vluchteling die Engels sprak. We raakten aan de praat en hij nodige mij uit bij hem te komen eten. Ik ontdekte dat er rond de grens twee vluchtelingenkampen waren: één in Syrië, één in Turkije. In dat eerste kamp hadden ze hard dekens nodig. Ook bleek het eigenlijk heel makkelijk de Turkse grens naar Syrië over te steken. Je hoefde alleen je Turks visum maar te laten zien. Ik had nog spaargeld van een postbaantje in Utrecht en als leraar Engels in Zuid-Korea en voor zo'n 700 euro heb ik toen dekens gekocht en de oversteek gewaagd."

Wijbe is druk. Deze woensdag (3 april) vliegt hij alweer voor de zesde keer sinds oktober 2012 naar Turkije. Het interview vindt dus plaats over de telefoon. Inmiddels heeft Wijbe al zo'n 60.000 euro opgehaald via zijn website Don’t forget Syria. Daarvan koopt hij - nu de winter voorbij is en het tekort aan dekens minder dringend is - voedselpakketten met rijst, linzen en wat lollies voor de kinderen van Aleppo. Alle hulpgoederen zijn met foto's, inhoud, gewicht en prijslijsten terug te vinden op zijn website

Je bent erg open over hoe de hulp die je verschaft er precies uit ziet.
Ik denk dat donateurs vertrouwen hebben in dit project juist omdat het een alternatief is voor andere hulp. Het is transparant en efficiënt omdat er geen kosten gaan zitten in onnodige administratieve zaken. Ik geef al die pakketten zelf af. Dat doe ik samen met Syriërs in Turkije die bereid zijn te helpen. Met een Syrische vrachtwagenchauffeur brengen wij de hulpgoederen het land in. Een andere jongen heeft zijn huis beschikbaar gesteld zodat wij onze spullen kunnen opslaan. Zijn vrienden helpen als wij de pakketten samenstellen."

Heb je al langer een interesse in ontwikkelingssamenwerking?
"Op de middelbare school ben ik eens mee geweest naar Zambia om daar scholen te bouwen, misschien dat het daar vandaan komt. In Utrecht wilde ik eigenlijk de master Development Studies gaan volgen. Toch ben ik enigszins gaan twijfelen. We geven al decennia miljarden aan ontwikkelingssamenwerking uit, en we zijn er niet eens zeker van of dat wel effect heeft gehad."

Wat miste er aan de hulp die al richting Syrië ging?
"Het is maar heel weinig. Turkije laat geen buitenlandse hulpinstanties toe. De meeste organisaties die actief zijn in Syrië, doen dat alleen met goedkeuring van Assads regime. Dat terwijl het zo makkelijk is: je rijdt gewoon de grens over! Veel internationale organisaties lijken de politieke autonomie van de Syrische regering belangrijker te vinden dan burgerleed en mensenrechten. Maar dat is toch waarvoor ze zijn opgericht?"           

Halverwege het interview begint op Nederland 2 de inzamelingsactie S.O.S. Syrië!, een programma van Nederlandse hulporganisaties, VARA en EO. Wijbe doet hier niet aan mee met zijn particuliere initiatief. "Helemaal vergeten dat dat nu al is", verontschuldigt Wijbe zich. Of we het gesprek op een later tijdstip voort kunnen zetten. Fotograaf Tom Daams zal in de uitzending namelijk een shirt van Wijbes project dragen. Een onderling geintje; kijken of het in beeld komt. Daams is als freelance fotograaf zelf actief in Syrië en doneert de helft van de opbrengsten van zijn foto's aan Wijbe.

In Syrië zijn al tienduizenden doden gevallen, is het voor jou niet gevaarlijk?
"Het klinkt gek, maar je leert met de situatie om gaan. Aanvankelijk reed ik alleen de paar honderd meter naar het vluchtelingenkamp aan de Syrische kant van de grens. Steeds gingen we iets verder. Op een gegeven moment reden we naar de stad Aleppo waar de zwaarste gevechten zijn. 's Avonds vroeg toen iemand of ik een wandelingetje wilde maken. 'Kan dat wel', dacht ik nog. En natuurlijk, toen we op de hoek van een straat koffie zaten te drinken, sloeg 50 meter verderop een bom in. Maar dat wil niet zeggen dat het continu en overal oorlog is. Het front verdeelt Aleppo van noord naar zuid. De kant van het regeringsleger kom je niet binnen. Niettemin is het een stad met 1,5 miljoen inwoners. Als in het oosten van de stad een bom ontploft, hoor je daar in het westen niets van."

Je hebt ergens gezegd te willen voorkomen dat jouw voedselpakketten in de handen van extremisten terecht komen.
"Die uitspraak is een beetje een eigen leven gaan leiden. Wat ik bedoelde, is dat er steeds meer berichten komen over jihadisten die zieltjes proberen te winnen door voedsel uit te delen. Simpelweg omdat zij de enige zijn die dat doen. Daarom hebben wij stickers met de tekst 'Paid for by people from Holland and all over the world' op de dozen geplakt. Ik wil voorkomen onderdeel te worden van het conflict of van bepaalde politieke agenda's."

Verergert de situatie in Syrië?
"Het wordt erger in die zin dat de omstandigheden steeds zwaarder worden. Toen ik 5 maanden geleden voor het eerst in Aleppo kwam, was er bijna de hele dag elektriciteit; nu nog één uur per dag. Ook schoon drinkwater wordt een steeds groter probleem. Een deel van de mensen is naar het buitenland gevlucht, anderen worden van de ene plek naar de andere gedreven, afhankelijk van de ontwikkelingen aan het front. Hoewel het Vrije Leger langzame vorderingen maakt ten opzichte van het regeringsleger van Assad, blijft de situatie vrij uitzichtloos." 

Wil je je studie in Utrecht nog afmaken?
“Jazeker. Volgens jaar wil ik mijn bachelor halen. Hoe lang ik met dit project door kan gaan is afhankelijk van de donaties die binnenkomen en de ontwikkelingen in Syrië. En, ik zal eerlijk zijn: het is behoorlijk uitputtend.”

Burgeroorlog in Syrië
De Syrische Burgeroorlog begon op 15 maart 2011, met demonstraties tegen het bewind van President Bashar al-Assad. Al snel kreeg het Syrische leger de opdracht het vuur te openen op de demonstranten. Op hun beurt verenigden de demonstranten zich in juli van dat jaar in het Vrije Syrische Leger. Van alle  landen in het Midden-Oosten die sinds januari 2011 werden geraakt door de protestgolf die de Arabische Lente ging heten, is het conflict in Syrië verreweg het bloedigste. Het dodental wordt inmiddels geschat op 70.000.

Advertentie