UU-studenten beginnen eigen interdisciplinair excellent tracé
Een groep met dertig Utrechtse masterstudenten start deze week met het interdisciplinaire excellentieprogramma Avicenna. Een studenteninitiatief als antwoord op de eilandjescultuur binnen de medische wereld.
De initiatiefnemers van het Avicenna Excellence Program zijn masterstudenten Milad Tannazi (Farmacie) en Hosseen Sadeghi (Summa). Het programma duurt twaalf weken en is bedoeld voor masterstudenten die interesse hebben in interdisciplinariteit en innovatie in de gezondheidszorg. Vanaf woensdagavond 3 februari volgen zij workshops, masterclasses en trainingen over actuele thema’s in de zorg.
Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor dit programma?
“De aanleiding voor het programma is vooral persoonlijk. Als studenten met een medische achtergrond hebben we tijdens de studie weinig contact met het werkveld, met bedrijven bijvoorbeeld. Dat vinden wij een groot gemis in een opleiding als modern medisch professional.
“Daarnaast lopen we tegen een eilandjescultuur op: als farmaciestudent word je getraind om apotheker te worden, maar je hebt geen duidelijk beeld van wat een arts doet. Andersom heeft een arts in opleiding nauwelijks een idee van de kennis van een apotheker of van andere medische beroepen. Zo borrelde bij ons het idee op om een multidisciplinair programma op te zetten waar studenten kunnen leren van elkaar en van professionals uit het werkveld.”
Waarom vinden jullie dit zo’n belangrijk punt?
“De gezondheidszorg wordt steeds complexer. Wij denken dat de zorg voor patiënten enorm kan verbeteren als professionals meer samenwerken. Het is ouderwets om alleen in je eigen vakgebied te werken, om te kunnen innoveren is het is juist belangrijk om kennis te delen. Daarom zijn niet alleen medische studenten welkom in het programma, maar ook bijvoorbeeld studenten Biomedische wetenschappen, Recht, Economie of Innovation Sciences.”
Is er geen samenwerking in het reguliere programma?
“Er zijn wel initiatieven voor kruisbestuiving tussen medische studies. Bij de master Summa krijgen studenten bijvoorbeeld maandelijks een college Farmacologie. En bij Farmacie werken farmacie- en geneeskundestudenten samen tijdens een week farmacotherapie. Maar dit is nog heel bescheiden in onze ogen. Bestuurders zijn conservatief, en veel medische studies hebben al een overvol programma.”
Hoe hebben jullie het programma uitgewerkt?
“We zijn een jaar bezig geweest om het programma op te zetten. We hebben een bestuur gevormd met zeven masterstudenten met verschillende achtergronden. Op een netwerkbijeenkomst kwamen we in contact met een van de grootste farmaceutische bedrijven in de wereld: Merck, Sharp & Dohme. Dat is de samenwerkingspartner voor dit jaar. Ook hebben we op eigen initiatief een aantal interessante figuren uit de Nederlandse gezondheidszorg uitgenodigd om lezingen en masterclasses te verzorgen, zoals Wouter Bos, voorzitter van VUmc en Hans de Jong, CEO van Philips. We merken dat bedrijven en sprekers snel geïnteresseerd zijn, juist omdat we studenten zijn. Het is voor ons geen baan, we doen dit puur uit interesse voor het vak en omdat het leuk is om nieuwe dingen te organiseren.”
Is er een samenwerking met de UU?
“We zijn druk bezig om een band te creëren, we zijn daarover in gesprek. Aan het programma is een adviesraad verbonden, waarin drie Utrechtse hoogleraren zitten, en een hoogleraar van Harvard University. Het is ons doel om Avicenna aan de UU te verbinden, en het bijvoorbeeld te koppelen aan een van de relevante studies. Studenten krijgen nu dus geen studiepunten, maar wel een certificaat.”
Wat kunnen studenten verwachten?
“De eerste zes weken van het programma zijn gewijd aan actuele thema’s binnen de gezondheidszorg, zoals patenten, en gezondheid en technologie. Studenten gaan in projectgroepen aan de slag met problemen binnen de gezondheidszorg en krijgen de opdracht om zelf met innovatieve oplossingen te komen. Het tweede deel van het programma bestaat uit workshops die competenties trainen. Denk aan leren samenwerken in een team en problemen definiëren. Of leren hoe de samenwerking tussen een private en een publieke instantie werkt. Hoe pas je daarin als medisch professional? Daarnaast zijn er netwerkevents met partners uit de industrie.”
Is er veel animo voor het programma?
“We hebben nu al veel meer aanmeldingen dan we kunnen plaatsen. We selecteren de studenten op studieprestaties, interesse in gezondheidszorg en interesse in entrepeneurship, innovatie en interdisciplinaire samenwerking. Studenten betalen een kleine bijdrage voor de onkosten. Het is het doel dat zo te houden, we hoeven geen winst te maken met het programma.”
Volgend jaar dus weer?
“Zeker weten. Het is de bedoeling er een jaarlijks event van te maken. Op dit moment werken we aan een partnerschap met het Massachusetts Institute of Technology (MIT) uit Cambridge in de Verenigde Staten. We willen ook graag uitbreiden naar andere universiteiten binnen Nederland.”
Sanne Mol (24) is masterstudent Drug Innovation aan de UU en heeft zich aangemeld voor het Avicenna programma. Waarom?
“Mijn motivatie om mee te doen aan Avicenna is zowel professioneel als persoonlijk. Professioneel wil ik graag meer leren over de gezondheidszorg. Persoonlijk omdat ik sinds mijn geboorte een chronische longziekte heb. Hierdoor heb ik de gezondheidszorg als patiënt mogen meemaken. Vaak heb ik me verbaasd over de werkdruk van dokters, de slechte communicatie tussen verschillende afdelingen van het ziekenhuis en de communicatie tussen het ziekenhuis en de apotheek. Ik hoop te kunnen helpen bij het oplossen van deze problemen. Ook lijkt het me interessant om meer te leren over hoe anderen deze problemen bezien. Ik kan me voorstellen dat een econoom er bijvoorbeeld heel anders naar kijkt dan dat ik dat doe. Misschien komen we samen wel tot mooie mogelijke oplossingen.”