Hoogleraar en columnist over de kunst van het schrijven van een column

UU’er Beatrice de Graaf: 'Verhalen vertellen is prikkelen, niet preken'

Beatrice-de-Graaf-.

Beatrice de Graaf raakte al jong vertrouwd met de kracht van verhalen. “Mijn opa nam ons mee het bos in en vertelde de gruwelijkste sprookjes van Grimm om ons de stuipen op het lijf te jagen,” blikt ze terug. Zo ontdekte ze hoe verhalen emoties kunnen oproepen en diepe inzichten kunnen bieden.

Ze groeide op in een familie van onderwijzers. Haar grootvader, vader en moeder stonden allemaal voor de klas en brachten kennis over door deze in spannende of mooie verhalen te verstoppen. Voor haar gaan onderwijzen en verhalen vertellen hand in hand.   

“Lesgeven is voor mij veel meer dan alleen kennis overbrengen; het gaat erom studenten te prikkelen en hen mee te nemen in de mooie en verschrikkelijke episodes van de geschiedenis.”

Ook haar geloof heeft een belangrijke rol gespeeld in haar liefde voor verhalen, die vaak als troost dienden. “Verhalen in de Bijbel laten zien dat mensen in het verleden ook fouten maakten en dat het soms toch goed komt,” vertelt ze. “Ze kunnen een bemoedigende boodschap bevatten, zonder dat je iemand de les hoeft te lezen.” Dit is iets wat ze ook in haar columns nastreeft: verhalen vertellen die raken zonder moralistisch te zijn.

Columns als korte klap
Het schrijven van columns was voor haar een natuurlijke stap. De Graaf beschouwt haar rol als wetenschapscolumnist als een bijzondere positie bij NRC en Historisch Nieuwsblad. Ze kan haar maandelijkse columns vaak schrijven als “korte klappen”, en ze gebruikt ze soms om nieuwe ideeën te testen. Een voorbeeld is haar onderzoek naar extreemrechts terrorisme, dat ze ziet als een parasiet, een "schaduwgolf" in de geschiedenis. “Ik schreef de column als een soort proefballonnetje om te zien hoe het idee landde, en de reacties hielpen me verder. Soms groeit zo’n idee zo zelfs uit tot een wetenschappelijk artikel of boek.”

De Graaf merkt dat columns sneller en directer een publiek bereiken. “Een boek schrijven kost jaren, dat is echte slow science,” zegt ze, “maar voor een column heb je maar 850 woorden en het moet short en snappy zijn. Je publiceert dit binnen een dag en de reacties volgen direct.” Het is een manier om lezers te prikkelen en ideeën te verkennen zonder te veel in de meningenmachine te belanden. “Mijn mening is niet zo belangrijk,” lacht de faculteitshoogleraar die de leerstoel Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen bekleedt en nu visiting fellow aan St. Catharine’s College en de History Faculty van Cambridge is. “Het is wat ik opmerk wat ertoe doet.”

Haar rol als wetenschapscolumnist bevalt haar goed. “Ik hoef niet elke week een stelling te poneren, of iedere week een nieuwe, inspirerende gedachte te hebben.” Door maandelijks te publiceren, heeft ze meer tijd om na te denken en stukken bij te schaven. “Wetenschapscolumns kunnen dieper gaan, minder plat zijn.” Ook hoeven ze niet het politieke karakter te hebben van een nieuwscolumnist, wat voor haar soms te moralistisch is.

Het goede, het ware, en het schone
De Graaf gelooft sterk in de drie verweven pijlers die filosoof Plato beschreef: het goede, het ware en het schone. Deze kernwaarden – die ethiek, kennis en esthetiek omvatten – vormen de basis van haar werk, zowel in haar wetenschap als in haar columns. “Het goede gaat over ethiek, het ware over kennis, en het schone over de esthetiek van een goed verhaal,” legt ze uit. Voor haar betekent dit dat een column niet alleen kennis moet bieden, maar ook iets moois en een subtiele boodschap moet bevatten. “Ik wil dat mensen iets nieuws zien, dat ze zelf gaan nadenken. Niet met een opgeheven vingertje, maar door ze mee te nemen in een verhaal.”

Ze waarschuwt voor het moralistische karakter dat sommige columns tegenwoordig hebben: “In Nederland zitten de dominees niet meer op de kansel, maar achter de columns. Iedereen weet altijd precies wat goed en fout is, maar daar zit ik niet op te wachten. Ik schrijf liever iets waarin een boodschap verborgen zit, verpakt in een esthetisch verhaaltje.”

Deze waardering voor de drie pijlers ziet ze ook terug bij haar favoriete columnisten, die elk op hun manier de balans tussen het goede, het ware en het schone weten te treffen. Zo noemt ze Arnon Grunberg als meester in het beschrijven van het absurde, op een manier die “ook esthetisch klopt”. Marjoleine de Vos prijst ze om haar poëtische stijl: “Haar columns zijn pareltjes, waarin de schoonheid van het verhaal altijd een diepere laag heeft.” Carolina de Gruyter bewondert ze om haar inzichtelijke mini-colleges over Europa. “Ze weet je iets nieuws te vertellen over Duitsland of Frankrijk, en dat verpakt in een  prachtige column.”

Hofnar van de universiteit
Volgens De Graaf moet een campuscolumnist de rol van hofnar vervullen binnen de universiteit: iemand die scherpzinnig en observerend is, die een creatieve blik heeft en zaken beschrijft met een vleugje humor. “Een universiteit is als een polis, een gemeenschap. Een goede columnist kijkt kritisch naar wat er in die gemeenschap gebeurt en durft de universiteit een spiegel voor te houden.” Het gaat daarbij niet alleen om het overbrengen van kennis, maar moet ook inspireren en aanzetten tot reflectie. “Door een verrassende spiegel te gebruiken, kun je lezers inzichten bieden die verder gaan dan oppervlakkig nieuws of ophef. Een column kan, volgens De Graaf, een podium zijn voor onverwachte perspectieven en een scherp commentaar zijn op wat er werkelijk speelt.

Deze rol vereist een flinke dosis nieuwsgierigheid en een brede blik, zegt ze. “Een goede columnist kijkt verder dan de actualiteit. Lees niet alleen het nieuws, maar zoek inspiratie in andere media, bij tentoonstellingen en documentaires. Originaliteit komt vaak voort uit wat je om je heen waarneemt en interpreteert.”

Voor de campuscolumnist zoekt De Graaf iemand die observaties boven meningen stelt. “De kracht van een goede column zit in de waarneming”, benadrukt ze. Haar advies aan aspirant-columnisten is om niet te beginnen met “ik” of een uitgesproken mening, maar juist een boeiende observatie te delen. “Vertel een verhaal dat je zelf raakt, iets wat je zou willen delen met een vriend. Laat het bloeien vanuit een gebeurtenis en geef de lezer iets om over na te denken.”

Daarnaast hoopt ze dat de campuscolumnist zich niet beperkt tot het studentenleven. “Een goede columnist kan ook onderwerpen aansnijden die de universiteit als geheel aangaan en die vanuit een academische achtergrond betekenis krijgen.” Haar wens is dat de columnist verder kijkt dan de alledaagse banaliteiten en onderwerpen uit eigen vakgebied op een originele manier verwoordt.

Feedback vragen is daarnaast volgens De Graaf essentieel voor groei. “Laat anderen, zoals vrienden of collega’s, je werk lezen”, adviseert ze. Zelf bespreekt ze haar ideeën vaak indirect met studenten tijdens colleges en laat haar man, een snelle lezer zegt ze, controleren of haar boodschap helder overkomt. “Het is belangrijk om jezelf te blijven uitdagen en kritisch te blijven kijken.” 

Tot slot ziet De Graaf de functie van campuscolumnist als een unieke kans voor iedereen die graag schrijft en impact wil maken. “Het is een mogelijkheid om je observaties te delen, om lezers mee te nemen in jouw kijk op de wereld en, vooral, om verschil te maken met verhalen.”

  • De tips van De Graaf voor het schrijven van een column voor DUB

    Kies scherpe observaties boven meningen: Een goede column gaat niet over jouw mening, maar over wat je ziet. Beschrijf iets wat je hebt waargenomen, en maak het prikkelend en mooi.

    Blijf trouw aan je vakgebied: Voeg kennis toe vanuit je studie of expertise en geef je lezers iets om over na te denken.

    Verpak de boodschap in een verhaal: Schrijf niet om te moraliseren. Vertel een verhaal waarin de boodschap verpakt zit, en laat je lezers die zelf ontdekken.

    Houd het kort en krachtig: Columns zijn geen essays. Schrijf helder en zorg dat je punt snel overkomt.

    Betrek anderen bij je schrijfproces: Toets ideeën bij anderen en laat hen meelezen. Door feedback te vragen, scherp je je ideeën en teksten verder aan en houd je jezelf kritisch.

    Voed je nieuwsgierigheid: Lees breed, volg verschillende media, en bezoek culturele evenementen. Originaliteit komt vaak door te kijken naar wat anderen zien en ervaren.

Wil jij DUB's campuscolumnist voor het jaar 2025 worden? Je kan tot 1 december 2024 twee columns insturen. Lees hier wat je moet doen om mee te dingen. 

Advertentie