Vijf onderwijskwesties die de gemoederen dit jaar bezighielden

Als bachelorstudent ben je niet meer verzekerd van een plekje in de master van je voorkeur.

Een overzicht van de belangrijkste onderwijsdiscussies die dit kalenderjaar op DUB te volgen waren.


1. Engels in de collegezaal
 

Op dit moment zijn iets meer dan de helft van alle masteropleidingen volledig Engelstalig. Als het aan het College van Bestuur ligt, worden dat er veel meer. Dit jaar kondigde het CvB aan dat alle masteropleidingen Engelstalig worden, tenzij er goede redenen zijn om dat niet te doen. Ook veel derdejaars bachelorvakken zullen in het Engels gegeven worden.

De ‘verengelsing’ van het onderwijs is onderdeel van een pakket aan plannen om de Universiteit Utrecht internationaler te maken. Er moeten meer buitenlandse studenten en onderzoekers naar Utrecht komen. Nederlandse studenten moeten juist de omgekeerde weg bewandelen en vaker een tijdje in het buitenland verblijven.

Hoewel iedereen het belang van internationalisering lijkt in te zien, zijn er wel de nodige zorgen over Engelstalig onderwijs. Want komt het steenkolengengels van sommige docenten de kwaliteit van het onderwijs wel ten goede? En beheersen studenten het Engels wel voldoende? De U-raad wil daarom extra aandacht voor de Engelse taalvaardigheid van docenten en studenten.

Landelijk is de discussie over de verengelsing van het hoger onderwijs inmiddels ook volop losgebarsten. Er is behoorlijk wat kritiek in de Tweede Kamer. Actiegroep Science in Transition is eveneens sceptisch. Wordt vergeten dat universiteiten ook een lokale taak hebben? In de opinierubriek van DUB wordt stevig gediscussieerd over deze stellingname.


2. Ziekteverzuim bij tentamens; wat je noemt een hoofdpijndossier
 

Lastig, die studenten die zich strategisch ziek melden voor tentamens, en zo gokken op een herkansing, en een herkansing op een herkansing, en een herkansing op een herkansing van een gemiste herkansing. En ga zo maar door.

Het liefst zouden docenten een eind maken aan die eindeloze stroom van herkansingen. Maar ja: studenten hebben nou eenmaal altijd recht op een herkansing. Ook als ze een eerste toetsmoment moeten missen vanwege ziekte of een andere vorm van overmacht.

De kwestie werd dit jaar weer actueel omdat het recht op een herkansing duidelijker vermeld zal worden in de onderwijs- en examenregelingen. Dat is gebeurd op verzoek van de studenten in de U-raad.

Gaan studenten zich nog vaker strategisch ziek melden, nu de regels omtrent herkansingen verduidelijkt zijn? Het zou zo maar kunnen. Om onrechtmatig ziekteverzuim tegen te gaan, wil de rector dat opleidingen scherper controleren of studenten die zich ziek melden, ook écht ziek zijn.


3. Waar blijven die miljoenen van het leenstelsel?
 

Sinds dit studiejaar krijgen nieuwe studenten geen basisbeurs meer. Het geld dat hiermee bespaard wordt, vloeit terug in het hoger onderwijs, is beloofd. Al het hele jaar roept de minister dat er duizenden extra docenten bij komen die gaan zorgen voor kleinere klassen en meer individuele aandacht voor studenten.

Mooie beloftes: maar vooralsnog merkt de huidige basisbeursloze generatie er in veel steden nog niks van, omdat universiteiten pas in 2018 extra geld krijgen. Bij de Universiteit Utrecht is het een ander verhaal. Omdat de universiteit grote financiële overschotten heeft, kan er nu al geïnvesteerd worden in nieuwe universitaire docenten.

Voor de afschaffing van de basisbeurs krijgen studenten ook nog iets anders terug, namelijk instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting. Studenten en medewerkers in medezeggenschapsraden mogen in het vervolg vaker njet zeggen als financiële plannen ze niet bevallen. Er moest trouwens nog flink wat vergaderd worden om een precieze invulling te geven aan dat instemmingsrecht. In november kwamen de U-raad en het College van Bestuur er na lang bakkeleien eindelijk uit.


4. Controle op kwaliteit hoger onderwijs
 

Al het hele jaar wordt gesoebat over de beste manier om opleidingen te keuren in het hoger onderwijs. Het huidige systeem, waarin opleidingen om de zes jaar afzonderlijk worden gekeurd, is namelijk een administratief gedrocht, vinden velen. De Utrechtse rector Bert van der Zwaan sprak in maart van een “bijna Kafkaiaans stelsel van verantwoording” en een gebrek aan vertrouwen jegens de prestaties van hogescholen en universiteiten.

De gebeden van Van der Zwaan werden in juni verhoord. Minister Bussemaker maakte bekend dat drie universiteiten, waaronder de Universiteit Utrecht, en drie hogescholen mee mogen doen aan proef met een instellingsaccreditatie. In de nieuwe opzet worden onderwijsinstellingen in hun geheel gekeurd. Opleidingen worden niet meer afzonderlijk gecontroleerd, wat veel papierwerk scheelt.

Maar in september kwam er een kink in de kabel. Studentenvakbond LSVb liet weten het experiment niks te vinden en ook regeringspartij VVD trok haar handen er van af. De laatste stand van zaken: een gelegenheidscoalitie stelt voor om elke opleiding afzonderlijk te blijven keuren, maar dan minder uitgebreid. De bureaucratische mallemolen wordt dus waarschijnlijk toch een beetje kleiner.


5. Selectie aan de poort rukt op
 

Selectie aan de poort is en blijft uit den boze voor Haagse beleidsmakers. Het hoger onderwijs moet toegankelijk blijven, ook voor laatbloeiers en studenten die met de hakken over de sloot hun vwo-diploma halen.

Op masterniveau is er wel sprake van een kleine kentering. Sinds september 2014 is namelijk de doorstroommaster afgeschaft. Het is niet meer zo dat er voor elke bacheloropleiding een aansluitende masteropleiding bestaat waar studenten automatisch worden toegelaten.

Dit jaar zien we daarom voor het eerst masteropleidingen die zesjestudenten weigeren, ook in Utrecht. Studenten met een passend bachelordiploma zijn niet meer zomaar welkom. De meeste leden van het DUB-panel vinden dat een prima ontwikkeling: eindelijk een manier om de gehate zesjescultuur aan te pakken.

Het is geen geheim dat universiteiten ook graag selecteren voor bacheloropleidingen. UU-rector Bert van der Zwaan deed onlangs in een column op DUB ook een duit in het zakje. “Laten we nu eindelijk eens scherp benoemen dat een groot deel van de vwo-scholieren veel beter past op het praktischer ingestelde hbo, maar alleen kiest voor een universiteit omdat ze denken dat het universitaire diploma onmisbaar is voor een goede maatschappelijke carrière.” 

Advertentie