Vluchteling doet onderzoek aan UU naar oorlog in Syrië: 'Ali is ook ooggetuige'

Onderzoekers Ugur Üngör en Ali al Jasim, foto DUB

In de koffiecorner van Drift 6 werken historici Ugur Üngör en Ali al Jasim (30) hard aan het organiseren van een conferentie over hun onderzoeksproject. Op tafel liggen allemaal papieren, laptops staan opengeklapt. Ali is nog aan de telefoon terwijl Üngör uitlegt dat hij net terug is uit het buitenland. Ondertussen lopen studenten en medewerkers in en uit om koffie te halen.

Net zoals zoveel Syriërs vluchtte Ali al Jasim voor het geweld in zijn geboorteland. “Ik studeerde Engelse Literatuurwetenschappen aan de universiteit van Aleppo. Omdat ik Engels sprak, kwam ik in contact met studenten uit het westen die Arabisch wilden leren. Vanwege die contacten moest ik mij melden bij het kantoor van de political security intelligence van de partij van Assad op de universiteit van het regime en vertellen wat ik besproken had. Het was echt Big Brother is watching you.”

Toen het conflict begon in 2011 raakte hij betrokken bij de vreedzame protesten. Ook werkte hij voor Artsen Zonder Grenzen. De vreedzame protesten van de studenten werden hardhandig neergeslagen door het regime. “Voor zover ik weet, is dit het grootste studentenprotest geweest in de geschiedenis. Groter dan Praag in 1968 of Tiananmen Plein in 1989. En het is ook de enige keer dat een universiteit werd gebombardeerd vanuit de lucht door de eigen staat”, vult Üngör zijn collega aan.

Al Jasim kwam uiteindelijk in september 2015 in Nederland terecht waar hij asiel kreeg. Üngör hielp in die tijd al veel Syrische studenten en onderzoekers op weg in Nederland met het aanvragen van beurzen. Toen hij in 2017 hoorde dat er voor het eerst een student uit Syrië zou deelnemen aan conflictstudies, ging hij op zoek naar deze student. Zo kwam hij in contact met Al Jasim in wie hij als ooggetuige van het conflict meteen een geweldige onderzoekpartner zag.

Gekleurde beelden voorkomen
Al Jasim legt uit dat Assad het beeld schetst van een burgeroorlog terwijl het protest van de studenten al die tijd vreedzaam was. “Ali is ooggetuige en onderzoeker. Hij en de andere Syrische ooggetuigen zijn eigenlijk een soort Lou de Jong (historicus die het Niod opzette en al het bronnenmateriaal voor het wetenschappelijk onderzoek rondom WOII verzamelde red.). Het is volgens het tweetal erg belangrijk dat de verhalen van de Syriërs, van wie er veel in Nederland wonen, opgetekend worden. “Zo woont de enige overlevende van een massaslachting hier in Utrecht De kogel raakte slechts zijn long en hij kroop uit het massagraf waar meer dan 80 mensen de dood vonden”, aldus Üngör.

Het duo maakte samen een plan om onderzoek te doen naar hoe mensen uit Syrië het massale geweld hebben ervaren. Inmiddels is dit project, waarbij verhalen van Syriërs worden opgetekend, ondergebracht bij de Universiteit Utrecht en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). “Het doel is om naast alle journalistieke verhalen over het conflict in Syrië ook een academisch beeld neer te zetten”, legt Üngör uit. Dit is niet in de laatste plaats belangrijk, zegt hij, omdat het regime van Assad in het zadel is blijven zitten en ook bezig is om het verhaal van de opstand via een gekleurde lens op te tekenen. “Wij willen het academische verhaal en niet het ideologische verhaal”, vult Al Jasim aan.

Geschenk uit de hemel
Toen de mogelijkheid zich aandiende om een beurs voor gevluchte academici aan te vragen bij onderzoeksfinancier NWO,  lag het onderzoeksvoorstel van het tweetal er feitelijk al. “Deze kans om een beurs aan te vragen was een geschenk uit de hemel voor ons”, zegt Üngör. Juist omdat hij met een Vidi- beurs van het NWO al bezig was met het Syrian Oral History Project. Ali’s onderzoek in het verlengde van zijn masterthesis voor conflict studies is een onderdeel van dit grote project. 

De beurs werd uiteindelijk toegekend en het duo is inmiddels volop bezig met de uitvoering van hun onderzoek. “Het conflict is in 2011 uitgebroken en wij kregen de beurs in 2018 dus dat is wat aan de late kant”, zegt Üngör. Ali vult aan dat er vanaf het begin nog een ander probleem is. De Vidi- beurs van Üngör loopt komende augustus af en dat betekent dat het onderzoek van Ali ook gereed moet zijn. Met een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift en een hoofdstuk in een boek werkt Ali aan zijn cv. “Dit is echt een opstap voor een promotietraject, al moet daar nog financiering voor worden gevonden natuurlijk. Ik wil graag door in de wetenschap nu krijg ik de kans om mijn academische vaardigheden te versterken”.

De samenwerking tussen het tweetal verloopt uitstekend. “Ik kan Ugur Üngör altijd bellen of vragen om advies.”Üngör op zijn beurt vindt het belangrijk dat Ali kritisch is op wat ze doen. Dat is iets waar Ali in het begin aan moest wennen omdat kritiek op de professor in Syrië een misdaad was. Ook het geven van een direct compliment wordt in zijn vaderland gezien als een belediging. Üngör is blij dat hij Ali als collega-onderzoeker aan zijn zijde heeft, omdat hij er vanaf het begin van het Oral History Project in 2011 alleen voor stond.

Op het moment organiseren de twee een congres om hun kennis te delen. “Zonder deze beurs hadden we dit onderzoek ook gedaan, maar dan had Ali er misschien niet aan kunnen meewerken. Het onderzoek is te belangrijk voor verschillende wetenschappelijke disciplines om dit te laten liggen. De wereld moet hiervan weten”, zegt Üngör.

Vluchtelingen in de wetenschap

Het onderzoek van de vier gevluchte onderzoekers in Utrecht is mogelijk dankzij 750.000 euro onderzoeksgeld dat NWO voor een twaalftal projecten. Speciaal voor gevluchte academici die hun carrière willen voortzetten is de pilot ‘Vluchtelingen in de wetenschap’ ontwikkeld. Van de in totaal 48 aanvragen zijn er 12 gehonoreerd waarvan 4 uit Utrecht. Twee ervan spreekt DUB. Het onderzoeksvoorstel dat Ali en Safaa schreven moest aansluiten op een bestaand project van de NWO. Het programma is volgens NWO succesvol en krijgt daarom een follow-up. De beurs voor een periode van 1,5 jaar heet nu Hestia – Impuls voor Vluchtelingen in de Wetenschap. De vluchtelingen die deze beurs dit jaar kregen, mogen niet in het kader van Hestia voor een vervolg opteren.

Advertentie