Vooral docenten in de knel door colleges tussen vijf en zeven
Vooral docenten zijn de pineut als de universiteit meer colleges gaat inroosteren na vijf uur ’s middags, denken verschillende leden van het DUB-panel. Maar niet alle panelleden keuren het nieuwe beleid af.
DUB schreef vorige week dat de universiteit vaker colleges in de vroege avonduren gaat plannen. Door de bestaande gebouwen efficiënter te gebruiken hoopt de UU minder kosten te hoeven maken.
Onder het artikel staan behoorlijk wat reacties. Cultureel antropoloog Kees Konings laat in de comments weten eenvoudigweg te weigeren na 18.00 uur college te geven. “Ik hoor ook niemand over betaling overuren en maaltijdvergoeding.”
Filosofe en DUB-columnist Ingrid Robeyns schrijft in de commentaren dat het beroep van wetenschapper door de maatregel onaantrekkelijker wordt voor vrouwen. “Dat staat dus haaks op goed werkgeverschap.”
Tijd om ook de mening van ons DUB-panel te peilen. We legden panelleden per e-mail de volgende stelling voor: De UU moet geen colleges inroosteren na vijf uur.
Een noodzakelijk kwaad
De meeste panelleden begrijpen wel dat de universiteit liever geld uitgeeft aan onderwijs dan aan gebouwen. Tegelijkertijd zien ze de grote nadelen, vooral voor individuele docenten.
Literatuurwetenschapper Frank Brandsma spreekt van “een noodzakelijk kwaad”. “Bij ons komen colleges van vijf tot zeven de laatste jaren al geregeld voor. Maar als docent probeer ik te vermijden college te geven op deze uren. Dat heeft ook te maken met het feit dat ik niet in Utrecht woon en nog wel even reis voor ik thuis ben.”
Informaticus Johan Jeuring vindt dan ook dat de universiteit niet al te enthousiast moet zijn met het uitbreiden van de roostertijden. “Op sommige dagen moet ik mijn kinderen om kwart over zes ophalen bij de buitenschoolse opvang ophalen, bijvoorbeeld. Mogelijk kan ik met mijn vrouw afspreken dat we de zaken anders regelen, maar het leidt wel tot gedoe. Ik denk dat er veel mensen zijn met dit soort praktische belemmeringen.”
Analist Mies van Steenbergen concludeert: “Medewerkers hebben privéverplichtingen die afgestemd zijn op een rooster tot vijf uur. Denk aan kinderopvang, sport, bijbaan, dat wordt allemaal lastig voor hen. Bovendien is het voor de meeste docenten waarschijnlijk geen optie om later op de dag te beginnen met werken. Dus wordt de werkweek langer.”
Filosoof en universiteitsraadslid Ernst-Otto Onnasch is uitermate kritisch. Volgens hem is maatwerk bij het late inroosteren van docenten noodzakelijk om te voorkomen dat het gezinsleven van docenten wordt geschaad. Extra aandacht voor eenoudergezinnen is daarbij gewenst. Maar of dat maatwerk zal worden geleverd is volgens hem maar zeer de vraag.
“Het is iedere keer weer het zelfde liedje: de organisatie heeft een probleem dat zonder veel woorden, laat staan pardon, op de werkvloer wordt afgewenteld. Van de cao mag dit, maar welke docent kan zijn vakantiedagen opmaken of zijn/haar werk in de daarvoor afgesproken tijd afhandelen?”
Niet meer van negen tot vijf
Toch zijn niet alle medewerkers even bevreesd voor het universitaire plan. Neerlandica Els Stronks mailt: “Als we zo minder gebouwen/collegezalen nodig hebben en meer in mensen kunnen investeren, prima!” Innovatiewetenschapper Frank van Rijnsoever: “Ik vind het wel passen bij het idee van meer flexibele werktijden.”
Fried Keesen, onderwijsdirecteur van het University College, denkt dat er best iets mag verschuiven in de balans tussen de wens van studenten en docenten om vooral tussen elf en drie bij een college te verschijnen en de wens van de universiteit om geld over te houden voor meer docenten. “Inmiddels is het onderwijs zo ongeveer de laatste 21e-eeuwse bedrijfstak die nog in negen tot vijf denkt, dus ik zou zeggen dat er nog wel iets te winnen is in de richting van “meer docenten”.”
Aanschuiven bij pa en ma
Ook studentleden in het panel denken dat de universitaire maatregel vooral voor docenten vervelend uitpakt. Of studenten de late colleges heel erg gaan vinden? Een docent in het panel denkt van niet: “Studenten hebben waarschijnlijk liever een keer om vijf uur college dan op maandagochtend negen uur.” De meningen van studenten in het panel zijn echter verdeeld.
Student Nederlands Rik Vangangelt is vóór colleges later op de dag: “Ik heb er jaren voor gekozen om zelfs nóg later op de avond college te hebben, zodat ik overdag kon studeren en andere dingen kon doen. Ook vanuit het thema duurzaamheid vind ik het een goede overweging: de onderwijsgebouwen staan nou eenmaal leeg gedurende deze uren.”
Rik vindt wel dat er bij de roostering rekening moet worden gehouden met eerstejaars. Die wonen vaker thuis en zouden bij pa en ma moeten kunnen aanschuiven als het avondeten op tafel komt. Ook is het volgens hem onwenselijk als studenten vier keer per week ’s avonds moeten aantreden of twee colleges verspreid over de dag hebben.
Rhea van der Dong, student Taal- en cultuurstudies, aarzelt. Zelf heeft zij nooit bezwaren gehad tegen late colleges, maar zij ziet de nadelen voor docenten en voor sommige groepen studenten. Ook Rhea vindt dat de universiteit goed moet kijken naar het hele rooster van een student. “Zeker voor studenten die van buiten Utrecht komen, kan het heel vervelend zijn om college te hebben om negen uur 's ochtends en daarna pas om vijf uur 's middags.”
Het beroerde openbaar vervoer
Veel negatiever is student Bestuurs- en organisatiewetenschap Pepijn van Beek. Hij wijst op de consequenties van de maatregel voor het Utrechtse studentenleven. “Het wordt zo erg moeilijk activiteiten in groepsverband te plannen. Denk aan een training bij een sportvereniging. Colleges op die late tijdstippen komt de communityvorming - waar de universiteit zo trots op is - buiten de studietijden niet ten goede.”
Stefan Roelofsen, student Rechten en Geschiedenis, wijst er ten slotte op dat studenten er waarschijnlijk zeer uiteenlopende opvattingen op na houden. “Sommige studenten vinden het wellicht prettig om laat college te krijgen (je kan de avond ervoor uitgaan, overdag nog dingen voorbereiden, betere concentratie, etc.) terwijl anderen om soortgelijke redenen liever vroeg college hebben.
Zelf vindt hij dat de afweging tussen late colleges of meer kosten maken voor huisvesting in het voordeel van het laatste had moeten uitvallen, ook omdat de universiteit al jaren geld overhoudt.
Stefan mailt: “Je loopt het risico dat minder studenten rond zo'n tijdstip naar college gaan (zeker als het een hoorcollege is) dan wanneer het overdag is ingeroosterd. En de studenten die wel komen hebben na vijven denk toch een concentratiedip, het is immers etenstijd. Daarnaast zijn de aansluitingen in het OV 's avonds beroerd, waardoor reizende studenten (of docenten) heel laat thuis zijn. De universiteit houdt (bij mijn weten) in ieder geval de afgelopen twee jaar al miljoenen over op de begroting. De bezuiniging op huisvesting kan dus geen noodzaak zijn.”