Voorzitters ISO en LSVb blikken terug op constructief jaar
Het zit er bijna op: beide voorzitters van de studentenorganisaties ISO en LSVb nemen over twee weken afscheid. “Het is een oogstjaar geweest”, vinden Linde de Nie en Stefan Wirken.
De voorzitters begroeten elkaar als twee oude vrienden die elkaar toevallig op een terras in Amsterdam tegenkomen. Geen sprankje rivaliteit te bekennen, beiden zien er fris en opgewekt uit.
“Vorig studiejaar was fors voor studenten, met alle veranderingen rondom het leenstelsel”, begint De Nie van het Interstedelijk Studenten Overleg. “Dit jaar kregen ze daar iets voor terug: bijvoorbeeld meer inspraak dankzij de Wet versterking bestuurskracht. Het is een oogstjaar geweest.” Wirken van de Landelijke Studentenvakbond vult aan: “De strijd om de basisbeurs was voorbij. De volgende vraag was, hoe willen we het onderwijs nu verbeteren?”
Nou ja, helemaal voorbij is de strijd niet. Het leenstelsel is en blijft een groot onderwerp. En dus stonden het ISO en de LSVb een paar weken terug opnieuw samen in Den Haag om tegen de effecten van het leenstelsel te protesteren.
Voor zowel het ISO als de LSVb blijft dit een kritisch punt. “We zijn altijd bang geweest dat door het leenstelsel de ongelijkheid zou toenemen”, zegt Wirken. “En als dan uit verschillende onderzoeken blijkt dat dit inderdaad het geval is, moet je van je laten horen.” De Nie knikt. “Het moet een aandachtspunt blijven, nu en in de toekomst.”
Die eensgezindheid was het afgelopen jaar wel vaker zichtbaar. “Soms heerst er een Feyenoord-Ajax-cultuur tussen het ISO en de LSVb, maar daar hou ik helemaal niet van”, zegt Wirken. “Ik zie het liever als twee spitsen die in hetzelfde voetbalteam spelen, dan als twee verschillende teams.”
Het enige, grote meningsverschil dat de organisaties hadden, ging over de accreditatie van onderwijsinstellingen. De LSVb vond het verkeerd dat universiteiten en hogescholen zelf hun opleidingen mochten gaan keuren, maar het ISO wilde dit best een kans geven. Agree to disagree dan maar, hoewel het volgens Wirken stiekem best duidelijk was wie het pleit won: zijn LSVb. Dat laat De Nie niet op zich zitten: “Het is jammer dat de LSVb nog steeds niet snapt dat instellingsaccreditatie niet betekent dat instellingen zelf hun opleidingen keuren.”
Al pratend kijken ze terug op een constructief jaar. Zo’n bestuursjaar is vormend, zeggen beiden. Je wordt realistischer, kritischer. Op beleid, op de media. Maar tegelijkertijd merkten ze dat er best veel te bereiken valt, de invloed van de organisaties is groot. Je bent niet alleen, maar met zóveel, zegt De Nie.
Wirken knikt. “Als student ergerde ik me aan de nadruk op tijdsrendement bij mijn opleiding. Dat idee nam ik mee als voorzitter. Op 14 december dienden de VVD en de PvdA de motie flexstudent in, waarin ze ons idee overnamen om de student per vak collegegeld te laten betalen in plaats van een heel jaar. Het was een onderwerp bij RTL Nieuws, bij de NOS, er werden opinieartikelen over geschreven. Wauw, dacht ik, je hebt dus echt invloed.”
Goed, dan heb je invloed, maar lukte het ook om álle studenten van Nederland te vertegenwoordigen? Jawel, zeggen ze, al moesten ze afgelopen jaar wel uit hun eigen bubbel stappen. “De focus ligt al snel op de universiteit”, zegt Wirken. “Ook bij mij, ik kom uit Amsterdam, heb gymnasium gedaan, daarna rechten gestudeerd. Maar vergeet niet dat zeventig procent van de studenten op het hbo zit. Die hogeschoolstudent uit Zeeland vertegenwoordig je als voorzitter ook.”
En wat moet je ermee dat sommige studenten SP stemmen, en anderen VVD? Dat maakt niet uit, zegt De Nie. “We vertegenwoordigen belangen, geen meningen.” Wirken leunt achterover en knikt. “Er zijn zelfs momenten dat ík andere opvattingen heb dan de organisatie.”
Er valt nog genoeg te doen. Graag hadden de voorzitters zich nog sterk willen maken voor betere docenten. Onderwijs is vooral aan de universiteit het ondergeschoven kindje, vinden beiden. “De Shanghai-lijstjes zijn gebaseerd op onderzoek. Dat vind ik raar”, zegt Wirken. “Ik hoop dat er een internationale ranking komt die bepaalt welke universiteit het best scoort op onderwijs.” De Nie: “We hebben twee weken geleden ons visiestuk over docentkwaliteit naar de Kamer gestuurd. Dat wordt betrokken bij het volgende debat over de voortgang van de strategische agenda. Wordt dus zeker vervolgd.”
Is dat wat ze hun opvolgers willen meegeven? De Nie: “Ik herinner me een oud-ISO’er die zei dat bestuursleden aan het einde van de rit vaak spijt hadden dat ze niet kritischer waren geweest. Dat heb ik onthouden en wil ik ook de volgende voorzitters meegeven: wees assertief en durf hard te zijn. Je kunt heel veel bereiken, als je maar duidelijk genoeg laat horen wat er beter moet.”
Ze houden de nieuwe verkiezingsprogramma’s met argusogen in de gaten. Een partij als de PVV staat nu hoog in de peilingen. Op veel punten is dat volgens Wirken geen goed nieuws, maar voor de discussie over het leenstelsel wel. Hij hoopt dat dit opnieuw op de agenda komt en sluit niet uit dat de basisbeurs weer terugkomt.
De Nie is wat minder optimistisch. “We zijn tegen het leenstelsel, maar dat het weer zal worden teruggedraaid is niet aannemelijk. Beter is om te kijken waar nog wél winst behaald kan worden, zoals op de toegankelijkheid van het onderwijs voor mbo’ers en voor studenten met een functiebeperking.”
Er ligt dus alweer een flinke agenda te wachten op de lichting nieuwe bestuurders die op 1 juli begint. Dan hebben De Nie en Wirken vakantie. Nog maar twee weken dus, om alles goed op te snuiven en ervan te genieten. Wirken: “Zoals oud-bestuursleden al zeiden: zo’n invloedrijke positie als deze krijg je de komende dertig jaar niet meer.”