Voorzitters ISO en LSVb: 'We verwachten een jaar met veel spektakel'

Voorzitters Jan Sinnige van het ISO en Jarmo Berkhout van de LSVb.

Hun stijl verschilt als dag en nacht, maar ze strijden voor dezelfde zaak: de belangen van studenten. Met de verkiezingen in aantocht willen de voorzitters van ISO en LSVb graag het hoger onderwijs in de schijnwerper krijgen.

Maandenlang bezette filosofiestudent Jarmo Berkhout vorig jaar met andere actievoerders het Amsterdamse Maagdenhuis. Nu is hij voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond. “Actievoeren zit in het dna van de LSVb”, zegt hij.

Zijn collega Jan Sinnige van het Interstedelijk Studenten Overleg zul je niet snel tussen de bezetters aantreffen. “De stijl van de Maagdenhuisbezetters is niet de mijne, maar dat hoeft ook niet”, zegt de student Bestuurs- & Organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht.

Contrast wordt groter, inhoudelijk zijn ze het eens
Het contrast tussen LSVb en ISO is dit jaar weer iets scherper dan andere jaren. Maar het is vooral een verschil in aanpak. Over de meeste onderwerpen zijn de twee studentvertegenwoordigers het roerend eens.

Neem nu de Maagdenhuisbezetting. De actievoerders eisten meer inspraak van studenten en docenten en wilden het rendementsdenken bestrijden. Nou, daar kunnen ISO en LSVb zich beide in vinden. We zullen ze er nog wel over horen komend jaar.

En wat dacht je van de gevolgen van het nieuwe leenstelsel voor gehandicapten en jongeren uit arme gezinnen? Sinnige en Berkhout gaan het in de gaten houden. Berkhout: “Zwakkere groepen worden meer geraakt, dat kan nooit de bedoeling zijn.”

De verkiezingen bieden alle aanleiding om er aandacht voor te vragen. “We verwachten een jaar met veel spektakel”, verheugt Sinnige zich. “We moeten hoe dan ook het hoger onderwijs op de politieke agenda krijgen”, zegt Berkhout vastberaden. Wat ze precies gaan doen, willen ze nog niet zeggen: ze houden hun kruit liever droog.

Opbrengst leenstelsel moet goed besteed worden
Maar gaat het eigenlijk wel helpen? Beide studentenorganisaties hebben zich verzet tegen het schrappen van de basisbeurs en hij is toch verdwenen: studeren is duizenden euro’s duurder geworden.

Ze nemen hun verlies. “Veel partijen waren voor het leenstelsel, het is moeilijk om het allemaal weer terug te draaien”, zegt Berkhout. “Er zijn andere manieren om de negatieve gevolgen op te vangen.” Dat is Sinnige met hem eens. Hij wil vooral zorgen dat de opbrengst van de bezuiniging op de basisbeurs – vele honderden miljoenen euro per jaar – voor het hoger onderwijs behouden blijft. “En natuurlijk moeten we constant in de gaten houden wat de gevolgen van het leenstelsel zijn: de toegankelijkheid staat nu onder druk.”

Graag wijzen ze erop wat de organisaties in het verleden wél hebben bereikt: toen het vorige kabinet een langstudeerboete voor trage studenten wilde invoeren, wisten de studentenorganisaties dat plan te torpederen: de boete van drieduizend euro ging van tafel.

Hoe zit het eigenlijk met hun onderlinge concurrentie? Willen ze elkaar vliegen afvangen? Onder persberichten van het ISO staat dat het “de meest invloedrijke landelijke studentenorganisatie” is. Wat vindt de LSVb daarvan? “Als ze het kunnen waarmaken, is het goed”, reageert Berkhout laconiek. “Maar het zal elkaar niet veel ontlopen, denk ik. Het lijkt me moeilijk te meten hoe groot je invloed is.”

Sinnige wist niet eens dat dit onder zijn persberichten stond. “Ik zou zelf niet willen zeggen dat het ISO invloedrijker is dan de LSVb. We bevinden ons in dezelfde positie, we werken goed samen en voeren samen overleg met de minister van Onderwijs.”

HOP/ Bas Belleman

Advertentie