Wat trekt scholieren naar een bètastudie en een bètabaan?
Hoe zorg je er voor dat meer scholieren voor een technische- of bètastudie kiezen en na afstuderen ook een baan zoeken in die richting? Moet het imago van de sector verbeteren of moet het salaris omhoog? De deskundigen spreken elkaar tegen.
Bedrijven waarschuwen in koor: in 2020 dreigt een tekort van 30.000 technici als niet meer jongeren voor een bèta- of technische studie kiezen. Om dit gevaar af te wenden heeft het kabinet 600 miljoen euro gereserveerd voor bij- en omscholing van mensen met interesse in techniek, en 100 miljoen euro om het techniekonderwijs op de pabo’s te verbeteren.
Als er echt een tekort is, dan lokken werkgevers bèta's toch met een hoog salaris?
Maar de onheilstijding is niet nieuw. Al sinds 1997 klagen bedrijven over een gebrek aan technisch geschoold personeel. Socioloog en hoogleraar Marc Vermeulen zag het probleem toen niet zo. Want zei hij, als bedrijven zo ontzettend graag technici in dienst willen nemen, moeten ze met meer geld over de brug komen.
“Sinds 1997 is er wel wat veranderd”, zegt Vermeulen (TiasNimbas) nu. “De technieksector heeft de afgelopen jaren een beter aanzien gekregen, maar wat mij blijft fascineren is dat de lonen niet zo hoog zijn als je bij een schreeuwend tekort zou verwachten.”
Hoewel werktuigbouwkundigen, civiele technici of informatici snel aan een baan komen en snel een vast contract krijgen en ook niet hoeven te klagen over hun startsalaris, lopen ze ook niet echt binnen. Wie flink wil gaan verdienen moet volgens cijfers uit de Keuzegids kiezen voor fiscaal recht, geneeskunde of international business. Een jonge scheikundige verdient minder dan een econoom, een wiskundige gemiddeld hetzelfde als een onderwijskundige.
Volgens Didier Fouarge, econoom bij het Maastrichtse Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), is het salaris van pas afgestudeerde technici de afgelopen jaren zelfs meer dan gemiddeld gedaald. Fouarge: “De lonen van technici zijn wel hoog, maar rijzen niet de pan uit. Toch laten onze prognoses zien dat in bepaalde segmenten in de techniek, bijvoorbeeld de werktuigbouwkunde en elektrotechniek, de vraag naar personeel groter is dan het aanbod.”
Als er echt een enorme schaarste zou zijn, zou dat in principe moeten resulteren in een hoger loon dan startende technici nu krijgen. Dat beaamt ook Maikel Volkerink van onderzoeksbureau SEO, dat elk jaar een rapport uitbrengt over de arbeidsmarkt voor net afgestudeerden. “Het salaris van technici is de afgelopen jaren niet extreem snel gestegen”, aldus Volkerink. Kijkend naar de hoogte van het salaris valt niet af te leiden dat er een tekort aan bèta- of techniekstudenten is.
Bedrijven kunnen heel hoge salarissen niet betalen
Dat de lonen niet de pan uit rijzen, komt volgens Volkerink vooral doordat veel technologische bedrijven wereldwijd actief zijn. Ze kunnen het zich niet permitteren om de lonen omhoog te gooien, omdat hun producten dan te duur worden en ze zichzelf uit de markt prijzen.
Daar komt nog eens bij dat bedrijven voor technische vacatures ook buitenlands personeel kunnen werven. Volkerink: “Bedrijven willen liever Nederlandse werknemers, maar hebben vaker dan niet-technische bedrijven de optie om personeel hier naar toe te halen.”
De ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, FME-CWM, is het met dat laatste punt helemaal niet eens. “Bedrijven zijn op zoek naar hóógwaardig technisch gekwalificeerd personeel”, zegt Peter Bongaerts, directeur beleid. “De beste mensen komen nog steeds van Nederlandse universiteiten en hogescholen.”
Dat de startsalarissen van technici minder hoog zijn dan je bij schaarste zou verwachten, is volgens hem niet waar: “Misschien zijn dit niet de salarissen die eerder in de financiële sector zijn uitgekeerd, maar ze zijn wel bovengemiddeld hoog en goed aan de maat. Bedrijven maken daar een eigen afweging in en zij betalen hun technici keurig.”
De sector kampt nog steeds met zijn imago, dat is het probleem
Volgens Bongaerts wordt het tekort aan personeel nog steeds veroorzaakt door een imagoprobleem: het werk zou zwaar en vies zijn. Dat heeft tot gevolg dat bijna 40 procent van de jonge technici een niet-technische baan vinden in een andere sector, zo blijkt uit de SEO-monitor technische arbeidsmarkt. Banken als de ING zien jonge bèta’s en technici graag komen en hebben daar ook geld voor over.
“Dat is iets wat we ons als brancheorganisatie zeker aantrekken”, zegt Bongaerts. “Het is gelukkig wel aan het kantelen. Studenten hebben steeds beter door dat je met een technisch diploma kunt werken aan het oplossen van allerlei maatschappelijke problemen. Klimaatverandering bijvoorbeeld is een onderwerp waar veel jongeren zich zorgen over maken.”
André van der Leest van Metaalunie, de ondernemersorganisatie voor middelgrote en kleine bedrijven in de metaalsector, denkt dat een aanpassing van het salaris helpt om jongeren te behouden voor technische bedrijven. “De wijze waarop we in Nederland een salaris vaststellen doet geen recht aan wat mensen bijdragen. Veel bedrijven hebben het idee dat iemand die verantwoordelijk is voor een project van 12 mensen meer geld moet verdienen dan iemand die verantwoordelijk is voor een project dat 12 miljoen euro kost. Mij lijkt dat onterecht.”
Maar volgens Bongaerts van FME-CWM is het salaris voor technici niet hun belangrijkste drijfveer. “Zij vinden het gewoon heel erg interessant om hun vak te kunnen uitoefenen. Je moet niet alleen naar beloning kijken, er spelen ook veel andere factoren mee.” Ook Van der Leest van Metaalunie weet niet of een hoger salaris de oplossing is voor het tekort: “Salaris is belangrijk, maar zeker niet doorslaggevend. Technici moeten ook een bepaalde passie hebben, iets doen waar hun hart ligt.”
Kies voor bèta of techniek en je bent verzekerd van een baan
“Hoewel de lichten niet allemaal op groen staan, blijft een technische opleiding een goede keus”, vat hoogleraar Marc Vermeulen het samen. “Oppervlakkig gezien kun je zeggen: we hebben dat verhaal al zo vaak gehoord en we zijn nog steeds niet afgegleden tot het niveau van een ontwikkelingsland. Dus valt het allemaal reuze mee en moet je hier als overheid geen geld in steken.”
“Aan de andere kant: technologie verwerft steeds meer een plek in elk aspect van ons leven, dus moeten we als maatschappij genoeg mensen opleiden die snappen wat die technologie inhoudt. Bovendien ziet de technische sector waar we het nu over hebben er heel anders uit dan die in 1997. We weten niet hoe Nederland er over nog eens 15 jaar uitziet.
Wat is het Techniekpact?
In het voorjaar van 2013 sloten onderwijsinstellingen, werkgevers, werknemers en de overheid gezamenlijk een ‘Techniekpact’: een serie afspraken om het voorspelde tekort van30.000 technici in 2020 te voorkomen. Het is de bedoeling dat de komende jaren meer scholieren kiezen voor een technische opleiding, dat meer afgestudeerden ook daadwerkelijk in de techniek aan de slag gaan en dat technici daar hun hele leven blijven werken. De overheid stelt daarvoor miljoenen beschikbaar, onder meer om meer bètadocenten te werven en om samenwerkingsverbanden tussen onderwijsinstellingen en bedrijven mogelijk te maken. Bedrijven op hun beurt stellen bijvoorbeeld jaarlijks duizend beurzen ter beschikking aan jongeren die kiezen voor een technische opleiding.
Grootverdieners WO en HBO |
Bruto maandloon |
WO Tandheelkunde |
€ 6485 |
HBO Verloskunde |
€ 3617 |
WO Fiscaal recht |
€ 3320 |
HBO Maritiem officier |
€ 3146 |
WO Geneeskunde |
€ 3045 |
WO International business |
€ 3040 |
WO Fiscale economie |
€ 3010 |
Meestverdienende technici en bèta’s |
Bruto maandloon |
HBO Chemische technologie |
€ 2687 |
WO Werktuigbouwkunde |
€ 2620 |
WO Informatica |
€ 2595 |
WO Electrical engineering |
€ 2575 |
WO Scheikunde |
€ 2555 |
HBO Werktuigbouw en voertuigtechniek |
€ 2520 |
HBO Elektrotechniek |
€ 2501 |
Bron: C.H.O.I Keuzegids HBO 2014 / Keuzegids Universiteiten 2014
De tabellen uit de Keuzegidsen zijn gebaseerd op cijfers van het ROA