Universitair erfgoed onderzoeken samen met wetenschappers uit voormalige koloniën
‘We willen nuance aanbrengen in het succesverhaal van de wetenschappelijke vooruitgang’

“In het verhaal van Europa als innoverende kennismaatschappij, is de negentiende en twintigste eeuw altijd een verhaal van vooruitgang en intellectuele productie geweest. Dat die vooruitgang ten koste ging van andere delen van de wereld, werd daarin niet meegenomen.”
Gertjan Plets is universitair hoofddocent Erfgoedstudies bij de Universiteit Utrecht. Hij leidt het omvangrijke project Colonial Legacies of Universities: Materialities and New Collaborations (Column) waarbinnen wetenschappers de komende vier jaar koloniaal universitair erfgoed gaan onderzoeken in een internationaal samenwerkingsverband.
Ze doen niet alleen historisch onderzoek naar in hoeverre wetenschap en kolonialisme zijn verweven, maar kijken ook hoe universiteiten dat moeilijke verhaal kunnen vertellen, zo vertelt Plets.
“Kennisproductie heeft ook koloniale fundamenten, die willen we met dit project in kaart brengen. Daarnaast worstelen universiteiten met het vertellen van hun eigen geschiedenis. Het verhaal van wetenschappelijke vooruitgang draait voornamelijk om het vieren van successen. Begrijpelijk, maar er moet ook ruimte zijn voor nuance. In dit project gaan we proberen nieuwe taal en symbolen te vinden om de nuance in het verhaal aan te brengen.”

Mette Bruinsma, Richard Calis en Gertjan Plets Foto: Koen Vacano
Niet in een bubbeltje
In de zoektocht naar antwoorden focussen de onderzoekers op vier deelprojecten. Een richt zich op de botanische tuinen van universiteiten, een tweede op de wetenschappelijke museale collecties, een derde op immaterieel erfgoed en een vierde op gebouwd erfgoed en de universitaire campus.
Uniek aan Column is het internationale karakter en de deelname van hoofdonderzoekers uit voormalig gekoloniseerde landen. In totaal brengt het project negen academische en culturele organisaties uit acht landen samen als gelijkwaardige partners. Tegen het einde van het project zullen meer dan veertig mensen betrokken zijn geweest.
Volgens universitair docenten Cultuurgeschiedenis en mede-aanvragers, Mette Bruinsma en Richard Calis, kan een universiteit een dergelijk onderzoek niet alleen doen. Daarvoor zijn kennisnetwerken uit heel Europa en de wereld nodig.
“De UU zit niet in een bubbeltje”, legt Bruinsma uit. “Het heeft relaties met de stad, landelijk, Europees en mondiaal. En zo moet je ook universiteitsgeschiedenis bedrijven. Willen we bijvoorbeeld weten waar het geld voor de universiteitspanden aan de Drift vandaan komt of wat de rol was van academici of die van commerciële handelaars in de botanische collecties, dan hebben we verschillende mensen met verschillende expertisen nodig.”
Volgens Plets worden dit soort projecten doorgaans getrokken vanuit Europese universiteiten en wordt er eigenlijk nooit echt samengewerkt met onderzoekers uit de voormalige koloniën zelf.
“De betrokken partijen uit de voormalige koloniën mogen doorgaans plaatsnemen in een raad van toezicht en misschien de opening bijwonen van een hier, in Europa, bedachte tentoonstelling, maar dat is het dan ook wel”, legt hij uit. ”Hoe goed ook bedoeld, daarmee vergeten we de waardering van wat er is gebeurd in de voormalige kolonie zelf en krijg je alsnog een eenzijdig beeld”.

Nias-maskers. Foto: COLUMN
Maskers
Dat Column het anders aanpakt, is deels inhoudelijk gefundeerd, deels organisch gegroeid. Plets doet al sinds 2009 onderzoek naar de dekolonisatie van fysische antropologische collecties en leidde het project in Indonesië dat onderzoek deed naar de Nias-maskers.
Bruinsma en Calis deden al onderzoek naar de geschiedenis van de UU in het kader van de aanstaande viering van het vierhonderdjarig bestaan van de universiteit in 2036 en verschillende collega’s van andere Europese universiteiten waren ook al bezig met hun eigen koloniale geschiedenis en hun koloniale erfgoed. “Zo vielen een aantal onderdelen gewoonweg op zijn plek”, vertelt Calis.
“Deze samenwerkingsinitiatieven in de wetenschap zijn niet alleen belangrijk, maar onvermijdelijk. De UU is onderdeel van een netwerk van de oudste universiteiten van Europa, die allemaal dit moeilijke koloniale verleden kennen, grote koloniale collecties hebben en heel zichtbaar zijn in de stad. Je moet dit vraagstuk niet alleen willen oplossen. Je hebt elkaar gewoon nodig”.
Leren van het verleden
Het door Plets begeleide onderzoek naar de Nias-maskers in Indonesië vormt op verschillende terreinen een blauwdruk voor het Column-project. “In het Nias-project hebben we bijvoorbeeld samengewerkt met de universiteit op Nias en een lokaal museum”, vertelt Plets. “Het resultaat was een fototentoonstelling over koloniaal universitair erfgoed in het Pusaka Museum op het eiland Nias voor de kust van Sumatra.”
“Alle partners werkten samen aan het onderzoek. Die gelijkwaardige manier van samenwerken passen we nu ook toe. Daarnaast hebben we in het Nias-project moeten zoeken naar de juiste manier van samenwerking met ‘de ander’. De ‘goesting’ was er, maar we waren heel bang iets verkeerd te doen. Pas toen de collega’s uit Nias voor het eerst de maskers zagen van hun voorouders en de emoties loskwamen, kon iedereen ontspannen en ging het project echt lopen. Het was een kwestie van de juiste taal vinden. Die ervaring nemen we mee, want ook nu moet de juiste taal weer gevonden worden.”
Volgens Calis is het dan ook geen kwestie van geschiedenis herschrijven, maar keer op keer een nieuwe taal ontwikkelen. “We lopen regelmatig tegen cultuurverschillen aan. Alle partners hebben hun eigen belangen en het laatste wat je wilt, is oude machtsstructuren herhalen. De uitdaging is iets te bedenken wat bijvoorbeeld in zowel Suriname, Nederland als Bologna werkt. Dat is soms best lastig, maar de universiteit heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij wetenschappers zijn verantwoordelijk voor hoe wij het verleden onderzoeken. Hoe wij die kennis op een ethische manier uitdragen, hoort daar ook bij.”
De onderzoekers hopen de uitkomsten van het project dan ook te vertalen in iets wat op alle plekken aanslaat. Een van de plannen is een nieuwe reizende tentoonstelling van fysische antropologische collecties van het Universiteitsmuseum Utrecht, de Tsjechische Univerzita Karlova en de Università di Bologna. Samengesteld door kunstenaars en gastcuratoren uit de voormalige koloniën Indonesië, Congo en Zuid-Afrika.
Daarnaast gaan Zuid-Afrikaanse en Deense onderzoekers een handboek opstellen dat universiteiten moet helpen hun campus te dekoloniseren. Het gaat dan om de campussen van Liverpool, Pretoria en Aarhus. Ook zullen onderzoekers van de UU in samenwerking met de Botanische Tuinen Utrecht, het Nationaal Herbarium van de Anton de Kom Universiteit in Suriname en de Università di Bologna een educatief programma opzetten dat een nieuw verhaal vertelt over de tuinen.
“Nu gaan scholieren en studenten naar de botanische tuinen en leren ze over biologie en plantkunde”, licht Calis toe. “Wij willen dat het daarnaast een plek wordt waar de koloniale geschiedenis op een of andere manier zichtbaar wordt. Ook als het een problematische geschiedenis blijkt te zijn.”
Sneeuwbaleffect
Volgens Plets kan internationale samenwerking als deze voor een sneeuwbaleffect zorgen. “Na het Nias-project ontstonden er allerlei nieuwe initiatieven en connecties op het vlak van onderwijs en onderzoek. We hebben niets opgelost of goedgemaakt, maar we hebben wel met elkaar gesproken. We hebben elkaar leren kennen. En dat is waardevol voor alle betrokken partijen.”
Bruinsma en Calis beamen dat. “Als de uitkomst straks gaat zijn dat er alleen wat naambordjes worden aangepast, zou ik ontevreden zijn”, zegt Bruinsma. “Hoewel het maatwerk blijft, weten we straks hopelijk wat werkt en wat niet. Dit project gaat over een gemeenschappelijke geschiedenis. Over erfgoed. Iets waar iedereen dagelijks tegenaan loopt. Het zit in je fysieke omgeving, zoals de gebouwen in de stad, maar ook in zoiets kleins als de planten in je woonkamer. Het is heel concreet. Mensen mogen hier meer van weten. Het levert de maatschappij iets op.”
Column
Het internationale project Colonial Legacies of Universities: Materialities and New Collaborations (Column) doet internationaal onderzoek naar koloniaal universitair erfgoed. Het project dat wordt geleid vanuit de Universiteit Utrecht brengt negen academische en culturele organisaties uit acht landen samen. Het omvat (onderzoeks)partners van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, de Nederlandse Universiteit Utrecht en Studio Louter, de Universität Graz in Oostenrijk, de University of Pretoria in Zuid-Afrika, de Université de Genève in Zwitserland, de Tsjechische Univerzita Karlova, de Università di Bologna in Italië en de Deense Aarhus Universitet.
Utrechtse focus
Gertjan Plets, universitair hoofddocent Erfgoedstudies bij de UU, leidt het Column-project en is verantwoordelijk voor het deelproject ‘collecties van het Universiteitsmuseum Utrecht’. Universitair docenten en mede-aanvragers Mette Bruinsma en Richard Calis geven leiding aan het deelproject ‘Botanische Tuinen Universiteit Utrecht’.
Het project heeft een totaalbudget van ruim 4,4 miljoen euro en wordt medegefinancierd door het Horizon Europe Programme van de Europese Unie en het Zwitserse Staatssecretariaat voor Onderwijs, Onderzoek en Innovatie (Seri). Vanuit de UU wordt het project ondersteund door Institutions for Open Societies en de Coimbra Group-samenwerking.
Column loopt van april 2025 tot en met maart 2029.