Wethouder Paulus Jansen:  'In de toekomst zullen meer studenten in Leidsche Rijn wonen'

“Iedereen wil in Utrecht wonen.” Wethouder Paulus Jansen constateert dat met een licht moedeloze ondertoon. Als wethouder is Jansen (SP) verantwoordelijk voor de huisvesting. Dus ook voor de studentenhuisvesting en de doorstroming van pas afgestudeerden die na hun studie in Utrecht willen blijven.  “We hebben de laatste jaren al veel gedaan en er staat ook nog het een en ander op stapel (zie kader-red), maar het is nooit genoeg. Het aantal studenten dat in Utrecht wil wonen, blijft maar groeien.”

Het aantal studenten dat in Utrecht wil wonen blijft maar groeien

De studenten willen wonen op een plek die er toe doet, zegt de wethouder. “Maar niet iedereen kan in de binnenstad wonen.” Dus is het zoeken naar geschikte plekken, met voorzieningen die voor studenten interessant zijn. Zo is het gebied rond het nieuwe station Vaartsche Rijn voor studenten heel interessant. Ik denk ook dat in de toekomst meer studenten voor Leidsche Rijn zullen kiezen. Je hebt goede voorzieningen en met de trein en sneltram ben je straks in 20 minuten in De Uithof.”

In Utrecht studeren aan hogescholen en universiteit zo’n 65.000 studenten. Van hen is ruim 30.000 uitwonend. Zo’n 13.000 huren van  de SSH en 17.000 van particulieren. De schattingen zijn dat 5.000 studenten nu op zoek zijn naar woonruimte.

Je ziet inderdaad de belangstelling van de markt toenemen

Er wonen dus meer studenten in huizen van particulieren dan huizen van SSH, de speciale woningbouwvereniging voor studenten. De particuliere markt toont steeds meer interesse in studentenhuisvesting. Het is aan de gemeente om te kijken met welke partijen ze in zee wil gaan, geeft  Jansen aan. “Je ziet inderdaad de belangstelling van de markt toenemen. Door een nieuwe wet hebben huurders minder recht op huurbescherming en is het rendement per vierkante meter voor een verhuurder beduidend hoger dan bij een eengezinswoning. Op dit moment zie je dat meer bedrijven in leegstaande kantoorpanden studentenhuisvesting  willen maken. Als er een aanvraag komt, heeft de gemeente een aantal voorwaarden en wensen. Zo kijken we naar de leefbaarheid. Hoe ziet het complex eruit? Hoe groot zijn de kamers? Is de fietsenstalling groot genoeg? Hoe is de omgeving van het pand? Ook kijken we naar de duurzaamheid. Hoe wil het bedrijf het onderkomen bijvoorbeeld  isoleren? Wat gebeurt er met duurzaamheid? Op dat vlak willen we in de toekomst echt een slag maken. Tenslotte letten we op de betaalbaarheid. Zijn de voorgestelde huren wel te betalen voor studenten?”

Het Huurteam is een dure hobby

Op dat laatste punt is de laatste jaren nog al wat te doen. Vooral huisjesmelkers als Marcel van Hooijdonk en Betty Chang verbouwen vele huizen om tot studentenhuizen waarbij ze vaak veel te veel huur vragen voor wat ze bieden. De gemeente betaalt daarom jaarlijks de activiteiten van het Huurteam Utrecht waar studenten die denken te veel huur te betalen kunnen nagaan of hun huurprijs inderdaad wettelijk te hoog is.  Uit de recente jaarrapportage van het Huurteam blijkt dat 90 procent van de studenten die met een klacht naar het Huurteam komt ook echt te veel huur dokten.  Jansen: “Wij vinden het belangrijk dat het Huurteam er is. Het is een dure hobby, maar het is één van de mogelijkheden om de huisjesmelkers aan te pakken.”

Ik snap de kritiek van studentenorganisatie Vidius en Student & Starter niet

In een recent rapport van de LSVb is een ranglijst gemaakt van steden met het beste beleid op het gebied van studentenhuisvesting. Utrecht scoort in die lijst met een negende plek heel matig. De gemeenteraadsfractie Student & Starter stelde daar in de gemeenteraad vragen over. De gemeente zegt in een antwoord niet blij te zijn met de beoordeling, maar geen reden te zien tot een ander beleid. De informatie in het rapport is volgens de gemeente niet altijd juist en sommige negatieve punten worden overbelicht. Vooral wordt de gemeente Utrecht verweten een beleid te voeren om het aantal studentenkamers te verminderen. De kritiek refereert aan de in 2016 ingevoerde regelgeving Huisvestingsverordening om de regels aan te scherpen om van een gewone woning (tot een waarde van 305.000 euro) een studentenhuis te maken. Zo moet voor een bewoner minstens 24 vierkante meter beschikbaar zijn, moet er voldoende ruimte zijn voor fietsen en zijn er eisen gesteld aan de isolatie van de woningen. Jansen: “Ik snap de kritiek van studentenorganisatie Vidius en Student & Starter niet. Met deze regels zorgen we bijvoorbeeld dat studenten niet in een kamer van 6 vierkante meter gezet kunnen worden. Daarnaast komen we ook buurtbewoners tegemoet om in één straat een redelijke balans te houden  tussen het aantal studentenhuizen en het aantal gezinnen. Het eerste jaar daalde het aantal vergunningen inderdaad sterk, maar je ziet nu al dat er weer meer vergunningen verstrekt worden en dan onder de nieuwe regels.”

Studenten zorgen voor levendigheid en creativiteit

De balans tussen studenten en overige Utrechters is een puntje waar Jansen rekening mee moet houden. “Studenten zijn belangrijk voor Utrecht. Ze zorgen voor levendigheid en creativiteit. Aan de andere kant is 80 procent van de Utrechter geen student. En ook zijn belangen moet je zeker in het oog houden.”

Eén van de huisvestingsproblemen in de stad is dat studenten na hun afstuderen vertrekken. Als het campuscontract afloopt, is het voor deze groep heel moeilijk in Utrecht een betaalbare woning te vinden. De gemeente wil aan dit probleem werken, zegt Jansen. De komende jaren zal veel gebouwd worden. In de Merwedekanaalzone komt een heel nieuwe wijk met 6.000 tot 10.000 woningen tot 2030. Maar ook in Leidsche Rijn en Rijnsweerd staan nieuwe woningen gepland. In De Uithof gaat dat om 1.900 woningen tot 2025. Jansen: “Wat wij willen is meer differentiatie. Zo zijn we bezig met het ontwikkelen van meer sociale huurwoningen, maar ook meer middeldure huurwoningen waardoor er meer doorstroming komt. Ook zijn er projecten die speciaal voor starters zijn, zoals een appartementencomplex dat we nu in Rotsoord bouwen.”

Het studentenhotel zie ik als iets extra's

Differentiatie is ook een toverwoord als het gaat om studentenhuisvesting. Er zijn bijvoorbeeld zelfstandige eenheden, containerwoningen, studenteneenheden, particuliere woningen of omgebouwde kantoorpanden. Ook de aard van de verhuur is gevarieerd. Zo zijn er ouders die panden kopen voor hun kinderen en daarmee huurbaas worden. Ook zijn er projecten zoals van Socius waarbij studenten meeklussen aan een pand voor een lagere huur of waarbij studenten minder huur betalen in ruil voor maatschappelijk dienstverlening, zoals in Tolsteeg waar studenten ouderen begeleiden.

Vidius en Student & Starter hadden afgelopen jaar veel kritiek op de komst van een studentenhotel, waar studenten voor korte periode een kamer tegen een hoge prijs kunnen huren. Jansen: “Deze voorziening neem ik niet op in de cijfers van studentenhuisvesting. Ik zie dit als iets extra’s. Het is echt bedoeld voor een korte periode en niet als permanente bewoning.

Duurzaamheid in studentenhuizen is een ondergeschoven kindje

“Je ziet wel dat veel internationale studenten daar terechtkomen. Zij willen graag een gemeubileerde kamer. Maar ook op dat punt kijken we breder. We willen samen met de coöperaties kijken of we het aanbod voor internationale studenten  in nieuwe complexen kunnen vergroten, we kijken of de bestaande huisvesting verbeterd kan worden en willen stimuleren dat buitenlandse studenten vaker gemixt worden met Nederlandse studenten.”

Als Jansen naar de toekomst kijkt, wil hij inzetten op duurzaamheid. “Duurzaamheid in studentenhuizen is een ondergeschoven kindje. Daar moeten we echt iets aan gaan doen.”

Daarnaast zou hij de medezeggenschap willen verbeteren. “Bij de SSH is die zeggenschap redelijk goed geregeld. Een organisatie als Boks functioneert prima. Maar je zou eigenlijk ook willen dat huurders die bij particulieren zitten een grotere inspraak krijgen. Bijvoorbeeld als het gaat om onderhoud, het regelen van nieuwe bewoners en dat soort zaken. Dat is alleen moeilijk om af te dwingen.”

 

Groei studentenhuisvesting komende jaren
Tot en met 2021 worden ruim 4.200 woningen opgeleverd.  Daarvan zullen 2350 zelfstandige eenheden voor studenten zijn. In de kaart hieronder een overzicht van enkele projecten.

 

Advertentie