Zo’n moment van reflectie, wanneer heb je dat nog als wetenschapper?

Bij een grote oploop van promovendi vertelde geneeskundehoogleraar en vicedecaan Berent Prakken dit najaar hoe zijn secretaresse ervoor zorgt dat hij af en toe wat tijd “voor zichzelf” kan nemen. Voor elke keer als hij ‘nee’ zegt tegen een verzoek dat hij eigenlijk heel graag wil inwilligen, krijgt hij een sticker. Tien stickers betekent een paar dagen vrij om op Schiermonnikoog even te reflecteren op waar hij mee bezig is.

Nu heeft niet iedere wetenschapper een secretaresse, en promovendi al helemaal niet. Maar de boodschap van Prakken was vooral: zorg ervoor dat je af en toe wat afstand neemt tot je werk.

Want dat moet voor velen een lastige opgave zijn. In het jaar 2017 ging het opnieuw veel over werkdruk aan de universiteit. Uit de medewerkersmonitor bleek dat bijna de helft van de wetenschappelijke staf die druk te hoog vindt. En burn-outverschijnselen lijken steeds vaker de kop op te steken, zeker bij jonge wetenschappers.

DUB maakte een mail- en belrondgang: wanneer en hoe nemen Utrechtse wetenschappers tijd voor dat moment van bezinning?


Hoogleraar Celbiologie Anna Akhmanova:
“Bewust tijd inroosteren of vrijmaken om na te denken doe ik eigenlijk niet. Voor mij werkt het meestal andersom. Soms word je geconfronteerd met een afwijzing van een paper of grant. Dat is voor mij meestal de stimulans om even stil te staan bij wat ik aan het doen ben. Wat dat betreft is het goed dat wetenschappers elkaar actief bekritiseren. Op zo’n moment zoek ik wel even de rust op om te overwegen of ik alles nog goed doe en of er dingen anders moeten. Soms is er een slapeloze nacht die daarvoor gebruik. Maar de weekenden zijn vaak het meest geschikt om wetenschappelijk creatief te zijn. Als het mooi weer is ga ik een rondje fietsen, dat werkt meestal goed.”

Promovendus Natural Sciences en lid universiteitsraad Nico Naus:
“Om eerlijk te zijn gaat dat nadenken eigenlijk vrij vanzelf. Sterker nog, ik vind het juist vervelend als ik niet kan werken. Feestdagen als Goede Vrijdag en Hemelvaart werk ik meestal door, met mijn toegangspas kan ik dan gewoon het gebouw in. Kerst breng ik wel door met familie (laptop en iPad gaan uiteraard mee), maar tijdens de ‘brugdagen’ tussen Kerst en Oud en Nieuw zou ik het liefst nog even op kantoor zitten. Ik heb mij laten vertellen dat je het gebouw dan niet in kan, dus zal het thuiswerken worden. Het helpt overigens wel dat ik als universiteitsraadslid en promovendus vrij diverse werkzaamheden heb. Zo kan ik even afstand nemen van mijn onderzoek door aan raadswerk of onderwijs te werken, en andersom.”

Hoogleraar Economische en Sociale Geschiedenis Maarten Prak:
”De vraag veronderstelt dat je alleen in afzondering kan reflecteren. Maar ik krijg juist vaak ideeën in gesprekken. Besturen waarin ik participeer ruimen tegenwoordig tijd in om te praten over het ‘Grotere Plaatje’, gesprekken waaruit geregeld ideeën opborrelen, zie bijvoorbeeld het KNAW-essay Wetenschap in Nederland. Ook over onderwijs en onderzoek krijg ik ideeën dankzij discussiebijdragen van anderen die ik weer kan verbinden met gedachten die al half gevormd waren in mijn eigen hoofd. Tegelijk is het waar dat enkele korte sabbaticals mij enorm geholpen hebben om mijn laatste boek dat aankomend voorjaar verschijnt, te doordenken. Dat kwam misschien minder door de afzondering, dan door de geconcentreerde confrontatie met het onderzoeksmateriaal, dankzij dagen achtereen lezen in bibliotheken.”

Postdoc en initiatiefnemer van het InclUUsion-project Hilke Grootelaar:
“Ik reflecteer op mijn onderzoek door op gezette tijden goed pauze te nemen. Dat betekent dus niet de hele dag maar doorgaan, maar de dag opbreken in stukjes. Tijdens de lunch een flinke wandeling als het weer het toelaat, en aan het einde van de dag ‘afdraaien’ door middel van sport. Ik merk dat op de wielrenfiets, of tijdens het hardlopen, ruimte ontstaat om weer scherp en fris naar mijn werk te kijken. Natuurlijk komt dat sporten vaak helemaal niet uit en ben je geneigd te denken ‘ik werk door, dan is het werk eerder af’. Maar ik merk dat ik daar niet productiever van word en bovendien vast kom te zitten. Dus ik creëer die momenten heel bewust. Door fysiek fit te blijven, hoop ik ook mijn geest gezond te houden.”

Hoogleraar Arbeidseconomie Joop Schippers:
“Mijn korte reflectiemomenten spelen zich vooral op het perron van Utrecht CS of Vaartsche Rijn af. Tenzij iemand juist dan belt, kun je even heen en weer lopen en je gedachten de vrije loop laten. De tijd is (gelukkig meestal, hoewel de vertragingen veelvuldig zijn) te kort om een stuk te lezen, dus sta je al snel (figuurlijk dan) stil bij hoe de bijeenkomst of het college waar je net vandaan komt, is verlopen of wat je bij een volgende bijeenkomst staat te wachten. Voor langduriger reflectie is eigenlijk te weinig tijd. Ik probeer in het weekend regelmatig te wandelen, maar sociale verplichtingen of een huishoudelijke klus die nu toch echt niet meer kan blijven liggen, zorgen ervoor dat ik dat minder doe dan ik zou willen. Wandelen biedt een goede gelegenheid tot reflectie, maar ook om je verstand op nul te zetten en je alleen op de route, de bomen en de kuilen in het pad te concentreren.”

Promovendus Life Sciences Linda Vissers:
“Zeker in drukke periodes voelt het alsof álles belangrijk is, en dus probeer ik juist dan na te denken over mijn prioriteiten. Tegelijkertijd vind ik het – zeker in die drukke tijden - lastig om mijn werk los te laten. Gelukkig heb ik een vriend die mij ’s avonds vraagt mijn telefoon in te leveren als ik weer eens werkmail bekijk. Vooral het even ‘uit’ mogen staan, vind ik erg fijn. Werkelijk reflecteren op mijn werk gebeurt pas op vakantie of als ik vrij ben. Dan denk ik bovendien veel na over de drukke levensfase waarin ik zit: iedereen om me heen maakt de stap van studeren naar werken, een huis kopen en eventueel kinderen krijgen. Ik praat daar ook veel over met vrienden en met een coach. Met deze coach bespreek ik uiteraard ook hoe ik om kan gaan met werkdruk.” 

Advertentie