Chinablog stopt. Tijd voor echt contact
China is zo complex dat Nederlandse studenten er echt zelf een kijkje moeten nemen. Maar Chinees onderzoekstalent moet vooral ook naar Nederland komen. Dat is de belangrijkste conclusie nu DUB het China-blog na vier maanden sluit.
Is China een kans of een bedreiging? Dat was het uitgangspunt van het blog dat DUB afgelopen september startte. De economische groei en academische ambities maken China het land van de toekomst, ook voor studenten en onderzoekers. Maar moeten we misschien ook niet een beetje op onze hoede zijn? We vroegen onderzoekers, studenten, bestuurders en beleidsmedewerkers in blogbijdragen te vertellen hoe zij China zien.
Terugkijkend schrijven de meeste bloggers toch vooral over de kansen en mogelijkheden die samenwerking met China biedt. In een bijdrage meent Anne Marie Droste, vorig jaar deelnemer aan de Asia Honours Summerschool, dat het van hoogmoed zou getuigen als Nederland China nog neer zou durven zetten als een bedreiging.
“China is het land dat in de afgelopen 30 jaar de grootste economische groei heeft gekend die de wereld ooit (ooit!) gekend heeft, en dan zouden wij westerlingen wel even ons systeem komen brengen dat ons diep in de crisis heeft achter gelaten.”
“Enige nederigheid lijkt mij gepast, en als het aan mij ligt, begrijpen we dat we onze handjes dicht mogen knijpen wanneer we nog een manier vinden om op de Chinese trein te springen.”
Framen
De meeste bloggers benadrukken dat Nederlandse studenten en onderzoekers zo spoedig mogelijk moeten afreizen naar China. Al was het alleen maar om cliché-opvattingen te kunnen relativeren. China is niet te framen in zwart-witbeelden, stelt bijvoorbeeld hoogleraar Rechten van de Mens Tom Zwart.
“In het geval van de uitwisseling met China kun je met eigen ogen vaststellen hoe dynamisch en inspirerend dit land eigenlijk is. Dat is belangrijk want het beeld dat door Nederlandse opiniemakers van China wordt opgeroepen is vaak gedateerd en negatief.”
Student Informatiekunde Wouter Witvoet, die vorig jaar ook deelnam aan de Asia Honours Summerschool en dit jaar het programma organiseert, eindigt zijn blog met een oproep. Hij wil duidelijk maken dat begrip van een land en een volk een voorwaarde is voor een vruchtbare samenwerking.
“Zoals Lao Tzu (…) zei: “To realize that you do not understand is a virtue; Not to realize that you do not understand is a defect”. Met andere woorden, de grootste wijsheid zit hem in het erkennen dat er verschillen zijn tussen China en Nederland. Enkel dan zal de ogenschijnlijke bedreiging zich omvormen tot een bron van kansen.”
Toch kan het belang van een Nederlandse studentenstroom naar China ook genuanceerd worden, zo blijkt uit een bijdrage van Frans Verstraten. De ex-UU-hoogleraar speelt nu vanuit Sydney een rol bij het stimuleren van samenwerking tussen de UU en Aziatische instellingen. Hij benadrukt dat vooral het benutten van bestaande persoonlijke relaties wetenschappelijke samenwerking vooruit brengt.
“Natuurlijk, studenten die elkaar nu als student tegenkomen kunnen veel voor elkaar betekenen in de verre toekomst; dat is een investering in op de langere termijn (…) Maar als je nu nog moet beginnen dan ben je dus mooi te laat (…) Ervaren wetenschappers die al veel Chinezen kennen van lang geleden zijn cruciaal. (…) Veel van die Chinezen komen nu in de belangrijke functies.”
Het verhaal van Verstraten past in het beeld dat KNAW-beleidsmedewerker Marianne van Driel schetst op basis van de nieuwe publicatie. Daarin worden enkele succesvolle langdurige samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse en Chinese onderzoekers beschreven. Volgens Van Driel hebben samenwerkende wetenschappers dezelfde drijfveer nodig.
“Daarin vullen de onderzoekers elkaar aan, of het nou is door de beschikbare bronnen, de specifieke kennis, de toegang tot faciliteiten of het opleiden en begeleiden van jong talent. De basis voor de samenwerking is wetenschappelijk, maar het fundament is vertrouwen.”
Die bestaande contacten kunnen helpen om jong onderzoekstalent naar Nederland te halen, zo schrijven bloggers. Chinese promovendi die een aantal jaar in Nederland hebben gewerkt, moeten de gezamenlijke onderzoeksinspanningen gaan verstevigen, zegt onder meer David Pho. De wetenschappelijk attaché in China betoogt in twee bijdragen aan het blog dat persoonlijke relaties vaak leiden tot formele overeenkomsten.
“De nauwe relatie tussen de student en docent werkt in China in vele opzichten nog als de traditionele Meester-Gezelrelatie. Eenmaal terug in China onderhouden Chinese promovendi vaak nauwe banden met hun buitenlandse promotor. In veel gevallen wordt de relatie geformaliseerd door middel van een samenwerkingsovereenkomst met de Nederlandse universiteit.”
Volgens Pho ondersteunt de Chinese overheid die rol van promovendi als bruggenbouwers graag, onder meer door subsidies te verstrekken. Een voorbeeld daarvan is het beurzenprogramma van de China Scholarship Council. De bijdragen aan het China-blog van twee Chinese CSC-promovendi die werkzaam zijn in Utrecht lijken te bewijzen dat het programma helpt om twee werelden bijeen te brengen.
Taalkundepromovenda Jingwei Zhang schrijft over de relatie tussen de UU en haar thuisbasis Nanjing University (NJU):
“I tried my best to strengthen the UU-NJU cooperation in the linguistic area. After my dissertation, I would like to go back to NJU to continue working for the collaboration and bring the advanced PhD training program and the linguistic curriculum design to China.”
Geografiepromovenda Hong Hu wil de Nederlandse ervaringen eveneens in China een vervolg geven:
“I would like to introduce the Dutch academic and social life to my Chinese friends. And I am also pleased to apply what I have learned here in China. If it works a little bit, I feel an achievement.”
Maar ook ervaren onderzoekers die tot nu toe geen hoge pet op hadden van de Chinese wetenschap worden verleid eens een kijkje te nemen in het oosten. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de bijdrage van Hans Lenstra. De Utrechtse moleculair geneticus werd binnen no-time gebombardeerd tot co-auteur van een interessante Chinese publicatie in Nature:
“Het niveau van de Chinese universiteiten is enorm vooruitgegaan. Ze ontwikkelen zich tot volwaardige partners in het wetenschappelijk onderzoek. Ze steken Japan naar de kroon en zijn veel verder dan hun collega’s uit het Midden-Oosten, India of Indochina; die beantwoorden niet eens hun email. In China weten ze van aanpakken en willen ze graag scoren. Net als bij ons is dat prima zolang het niet ten koste gaat van de zorgvuldigheid.”
Vooral veel aanmoedigingen dus de afgelopen maanden op het DUB-blog. Nederland kan het zich niet veroorloven de Chinese trein zomaar voorbij te laten rijden, is de algemene opvatting. Mogelijke bedreigingen als het kapen van innovatieve kennis door China blijven onbelicht.
Het uitblijven van echt kritische noten verbaast een ingevoerde UU-wetenschapper overigens niet. Hij meldde dat we moesten beseffen dat de Chinese ambassade dit soort publicaties goed in de gaten houdt. Of dat nu de reden is?
De reserves bij Chinees-Nederlandse samenwerking komen nu vooral van Amnesty International. Woordvoerder Nicole Sprokel zet kanttekeningen bij de optimistische toonzetting van de bijdrage van mensenrechtenhoogleraar Zwart. Die ziet allerlei aanzetten tot een open debat binnen Chinese universiteiten. Sprokel stelt de vraag of die vrijheid er echt is.
“Het antwoord is dat er geen enkele garantie is voor academische vrijheid in China. Universiteiten staan doorgaans onder direct toezicht van de Communistische Partij en die bepaalt voor een groot deel de grenzen. Dat blijkt niet alleen uit de detentie van Chinese academici, maar ook uit de weigering van de autoriteiten om kritische buitenlandse professoren toe te laten.”
Ex-studenten Clio Zois en Jan-Kostijn Dieben namen vorig jaar deel aan een zomercursus. Ook zij zagen iets van de restricties op de vrijheid van meningsuiting.
"Een studiegenoot vertelde ons dat zij, net als veel andere Chinezen, haar meningen vooral deelde en vormde via anonieme blogs en besloten internetfora. Hier wordt geheime codetaal gebruikt om censuur te omzeilen en kritische opinies te verspreiden. In China bestaat er een groot verschil tussen wat in het privédomein wordt gedacht en wat in de publieke ruimte wordt uitgesproken."
Maar het tweetal trok toch vooral de conclusie dat studenten juist in China moet gaan kijken als je iets van de situatie daar wilt begrijpen.
"China verandert voortdurend, en gezien de uitersten die China kent, lijkt het land alle kanten op te kunnen gaan. Dit maakt China een fascinerende plek waar men kan blijven terugkomen.”
Universiteitshoogleraar en Chinadeskundige Peter van der Veer kwam tot de volgende conclusie die we voor het gemak maar als rode lijn en grote gemene deler bestempelen binnen de opvattingen die we via het DUB-blog de afgelopen maanden toegespeeld kregen.
"China verandert zo snel dat het land niet gevangen kan worden in algemeenheden en stereotypen. Een open, maar kritische houding is de beste houding om het land te leren kennen. Het is natuurlijk de moeite waard voor jonge onderzoekers van natuur, cultuur en omgeving om zich te verdiepen in een land waarin een op de vijf mensen woont, een land met een diepe geschiedenis en ongelooflijke economische groei.
"Die persoonlijke investering maakt het mogelijk voor de UU om samenwerking te realiseren met Chinese universiteiten en onderzoeksinstituten. In onderzoek gaat het altijd naast het harde werk om de intermenselijke relaties tussen onderzoekers. We moeten deze relaties ook opbouwen met onze Chinese collega’s. Daarin ligt onze toekomst."
DUB dankt iedereen die een bijdrage heeft willen leveren aan het China-blog