De beste masterscriptie van het jaar is vaak geschreven door een man
Het is altijd een mooi moment als bij de opening van het academisch jaar twee studenten in de spotlights worden gezet. Eén vanwege prestaties buiten de studie, de ander vanwege prestaties binnen de studie. Bij de laatste gaat het dan om de masterstudent die afstudeerde met de beste scriptie.
Dit jaar zaten weer drie genomineerde studenten in gespannen afwachting op de eerste rij in de Domkerk. Wie van hen had het mooiste afstudeerwerk ingeleverd? Het betrof net als vorig jaar drie mannen. Toevallig? Misschien niet helemaal, blijkt uit cijfers die DUB opvroeg (zie onder). Sinds de invoering van de studentenprijs tien jaar geleden worden mannen vaker genomineerd dan vrouwen en ze winnen ook vaker.
Bij de nominaties zijn de verhoudingen al gekenterd
Wat opvalt is dat er wél meer vrouwelijke studenten dan mannelijke worden voorgedragen door hun opleiding. Elke vrouw heeft vervolgens een kans van zo’n 1 op 33 om de prijs te winnen. Een voordracht van een man leidt veel vaker tot de hoofdprijs. Van elke tien mannen wint er één.
De afgelopen tien jaar opgeteld is de verdeling bij de voordrachten: 101 vrouwen en 80 mannen. Bij de nominaties zijn de verhoudingen al gekenterd: 13 vrouwen en 19 mannen. Kijken we naar wie er uiteindelijk de prijs winnen dan tellen we slechts 3 vrouwen en 8 mannen.
De term 'gender bias' steekt de kop op
We willen niets afdoen aan de ongetwijfeld zeer verdiende prijs voor de mannen die de afgelopen jaren wonnen, maar de ongelijkheid is in ieder geval een opmerkelijk verschijnsel. Het patroon doet enigszins denken aan een wetenschappelijke loopbaan. Bij de promovendi zijn er in Utrecht nog meer vrouwen dan mannen, maar bij hogere functies zijn de verhoudingen drastisch veranderd ten faveure van de mannen.
Twee jaar geleden wees DUB erop dat de prijs voor de beste docent van de UU in de afgelopen jaren opvallend vaak naar een man gaat. Vaak steekt bij dit soort discussies de term ‘gender bias’ de kop op. Zou er bij het bepalen van de winnaar van de studentenprijs sprake kunnen zijn van onbewuste voorkeuren?
Hoogleraar Peter Driessen, sinds dit jaar voorzitter en daarvoor lid van de jury voor de beste masterscriptie, kan het zich eigenlijk niet voorstellen. “De jury leest alle voordrachten uiterst serieus. Daarbij letten de juryleden puur op de kwaliteit van de scriptie. Daarna vindt er werkelijk een diepgaande discussie plaats. De afgelopen twee jaar was er unanieme overeenstemming over de nominaties en de winnaar.”
Ook van de vrouwelijke hoogleraren in de jury heeft Driessen geen opmerkingen gehoord over het hoge aandeel mannen bij de gehonoreerde scriptieschrijvers. Op dit moment zijn twee van de acht juryleden vrouw.
De waardering voor mannen is vaak groter
Sociaal psycholoog en universiteitshoogleraar Naomi Ellemers reageert per mail voorzichtig op de vraag of hier een impliciete bias meespeelt. Maar ze wil het niet uitsluiten. “Gemiddeld genomen zien we dat vrouwelijke studenten over het algemeen hogere cijfers halen dan mannelijke studenten (…). Je zou dus ook verwachten dat de verhoudingen man/vrouw in de voordrachten ook ongeveer is terug te zien in de toekenningen.”
Volgens Ellemers zijn er veel onderzoeken die laten zien dat academische prestaties van vrouwen lager ingeschaald worden dan die van mannen. Experimenten tonen aan dat de waardering voor een werkstuk afhankelijk kan zijn van het feit of de beoordelaar denkt dat de auteur een man of een vrouw is. Volgens Ellemers maakt het daarbij weinig uit of de beoordelaar zelf een man of een vrouw is. “En ze doen het ook als ze proberen alleen naar kwaliteit te kijken.”
Ellemers schreef in 2015 zelf een rapport over de rol van gender bij de toekenning van onderzoeksubsidies. Daarbij wees zij op de verwoording van de criteria die een commissie hanteert. Die kan een bias in de hand werken, mailt ze ook nu. “Sommige woorden, bijvoorbeeld ‘excellent’, worden sneller met het mannelijke stereotype geassocieerd, andere woorden, ‘hard werkend’ bijvoorbeeld, worden eerder met vrouwen geassocieerd.”
Anoniem beoordelen dan maar?
Zou ‘blind’ jureren een oplossing zijn? Peter Driessen betwijfelt het. “De jury wil ook graag cv’s zien. Het zegt wat als kandidaten al een publicatie op hun naam hebben in hun vakgebied. Bovendien kun je niet uitsluiten dat juryleden de voorgedragen studies kennen, die zijn immers allemaal van een heel hoog niveau.”
Driessen is er vooralsnog niet van overtuigd dat er “een biasprobleem” zou zijn. “Naar mijn mening is de kans dat een vrouw volgend jaar de studentenprijs wint even groot als de kans dat een man wint.”
De juryvoorzitter wijst wel op een andere fenomeen. Het is immers eveneens opvallend dat de drie genomineerden de afgelopen twee jaar allen uit de bèta-medische hoek komen, studierichtingen waarin relatief veel mannelijke studenten te vinden zijn. Volgens Driessen is het niet zo dat de jury een voorkeur heeft voor die disciplines, “maar het is wel een aandachtspunt dat we uit sommige faculteiten meer voordrachten krijgen dan uit andere. Klaarblijkelijk is de bekendheid van de prijs niet overal even groot."