De universitaire gebouwen worden steeds duurder: een ongemakkelijke waarheid

De universiteit wil af van een aantal gebouwen in De Uithof. Nieuwbouw moet daarvoor in de plaats komen.

Medewerkers van de universiteit merken dat ze steeds krapper gehuisvest worden. Dat levert geld op, horen ze. Maar toch zijn faculteiten de komende jaren meer kwijt aan de huisvesting. Hoe kan dat? Vragen en antwoorden.

De meeste UU-medewerkers zijn de afgelopen jaren wel een keer, of zelfs meerdere keren, van werkplek veranderd. Kantoorruimte wordt kleiner en mensen moeten kamers en bureaus delen. Waarom is dat allemaal nodig?
De ramp was niet te overzien geweest als er niets was gebeurd, zeggen de rekenmeesters van de universiteit. In 2008 becijferden zij dat de UU in 2016 110 miljoen euro op jaarbasis zou moeten betalen aan het gebruik en het onderhoud van haar gebouwen als er niet zou worden ingegrepen. Een stijging van meer dan 30 miljoen. Het was duidelijk dat de universiteit minder ruimte moest gaan gebruiken.

Om de hele universiteit te doordringen van die noodzaak introduceerde het college van bestuur in 2010 het principe ‘de gebruiker betaalt’. De kosten van de gebouwen werden vanaf dat moment doorberekend aan de faculteiten. Die betalen sindsdien een prijs per vierkante meter. En dat heeft effect gehad. In 2009 namen alle UU-medewerkers samen netto zo’n 319.000 vierkante meter in beslag. Op dit moment is dat zo’n 296.000 vierkante meter. De komende tien jaar moet er nog eens 34.000 vierkante meter vanaf.

Sloop en afstoten

 

  • Sloop Wentgebouw (2013-2014)
  • Herbestemmen/afstoten/sloop
    Van Unnikgebouw (2015)
  • Sloop Aardwetenschappengebouw (2016-2017)
  • Sloop Kruytgebouw (2019)
  • Sloop Androclusgebouw (2021)

Het ruimtegebruik neemt dus af. Toch stijgen de universitaire huisvestingslasten de komende jaren met zo’n 15 miljoen en wordt de rekening voor faculteiten steeds hoger. Hoe kan dat toch?
Veel gebouwen van de universiteit zijn op, zo stelt het universiteitsbestuur. Het gaat om oude gebouwen die versleten zijn en vaak niet voldoen aan allerlei arbo-, milieu-, en veiligheidsregelgeving. De universiteiten kregen hun panden in 1995 van het ministerie cadeau. Die genereuze gift is een zware molensteen geworden.

De universiteit staat nu voor de keuze: grondig renoveren of nieuwbouw. Die keuze valt vaak in het voordeel van de laatste optie uit. De aanwezigheid van asbest in veel gebouwen maakt het erg duur om panden te renoveren, zeker als je wilt dat medewerkers kunnen doorwerken. Daarnaast maakt nieuwbouw het mogelijk energiezuinige en ‘duurzame’ technieken en concepten toe te passen. Een belangrijk argument, vindt de universiteit. De UU heeft voor de komende jaren elk jaar zo’n 75 miljoen aan investeringen begroot. En dat zijn keiharde nieuwe euro´s, terwijl veel van de huidige gebouwen zijn afgeschreven op basis van historische kostprijs; goedkope guldens dus.

De verwachting is dat de gemiddelde prijs die faculteiten betalen per vierkante meter in de komende vijf jaar met meer dan 30 procent gaat stijgen.Ook omdat de universiteit denkt dat de uitgaven aan energie, ondanks alle besparingen, nog gaan stijgen. 

Het huidige systeem zorgt ook voor een zekere willekeur. Faculteiten die toevallig gehuisvest zijn in gebrekkige gebouwen krijgen de hoogste rekening gepresenteerd voor nieuwbouw of renovatie. Zou er niet meer onderlinge solidariteit moeten zijn?
Sommige andere universiteiten hanteren een zogenoemde flat rate. Iedereen betaalt dan eenzelfde prijs voor elke vierkante meter. Het maakt dan dus niet uit of je in een nieuw en duur gebouw zit of in een oud afgeschreven pand. Maar met dat systeem neem je iets van de prikkel weg om bij nieuwbouw of renovatie zo efficiënt mogelijk te bouwen, denkt het universiteitsbestuur. Faculteiten hebben dan ook minder invloed op hun uitgaven aan huisvesting. Ze zitten minder zelf aan de knoppen. Voorlopig kiest het college van bestuur daarom niet voor zo’n flat rate.

Hadden we als universiteit niet kunnen sparen? En waarom gaan we nu niet sparen voor de nieuwbouw die we over enkele decennia tegen de dan geldende prijzen moeten neerzetten?       
Volgens de universiteit is het uit den boze dat er grote reserves worden aangelegd voor dit doel. Als het van de accountant al zou mogen, zou het maatschappelijk niet geaccepteerd worden dat geld voor hoger onderwijs op de plank blijft liggen. Bovendien is het moeilijk te voorspellen hoe universiteiten en onderzoeksinstellingen over dertig jaar functioneren. Welke huisvesting wordt er tegen die tijd gevraagd en welke reserveringen je daarvoor zou moeten maken? Labapparatuur wordt steeds kleiner, om maar iets te noemen.

Nieuwbouw grootste projecten top 5
 

  • Gemeenschappelijk Milieukundig Laboratorium samen met TNO en Deltares (2013)
  • Onderwijscomplex Janskerkhof 2-3a (2015)
  • Onderwijsgebouw Bèta-Geo (2015)
  • Diergeneeskunde/Gemeenschappelijk Dierenlaboratorium (2015-2021)
  • Kantoorgebouw Geowetenschappen (2016)

Is het wel te verantwoorden om zo veel te investeren in huisvesting? Op dit moment zijn er al vacaturestops en komen docenten om in het werk. En als het financieel tegen gaat zitten, moeten er mensen uit om stenen te betalen.
De 75 miljoen per jaar in de begroting is een worst case scenario, stelt het universiteitsbestuur. De ervaring wijst uit dat door allerlei logistieke en procesmatige obstakels bouwprogramma’s vaak over een langere periode worden uitgesmeerd. Geld dat overblijft gaat direct naar onderwijs en onderzoek, zo is de belofte. Bestuurders zeggen te beseffen dat het geen prettige boodschap is voor hardwerkende medewerkers dat de uitgaven aan huisvesting blijven stijgen, maar ze benadrukken tegelijkertijd dat huisvesting ook bij onderwijs hoort. Zonder fatsoenlijk dak boven je hoofd is het ook niet fijn studeren.

De universiteit trok in het verleden toparchitecten aan. Mooi hoor, maar in elk gebouw lijkt veel loze ruimte te zitten. Is dat wel slim?
Smaken verschillen. En de inschattingen van wat mooie architectuur betekent voor het studie- en werkplezier en de productiviteit van studenten en medewerkers verschillen. De tijd dat de UU dure architectonische iconen als het Educatorium en het Minnaert plaatste waarvan de gebruiksvriendelijkheid ter discussie stond, ligt alweer enige tijd achter ons. Maar nog steeds vinden beleidsmakers dat een gebouw een smoel moet hebben. We willen immers wel dat studenten – en dan vooral de meer gemotiveerde - graag aan de UU studeren. En daar kunnen gebouwen ook aan bijdragen, zo is de gedachte.

Advertentie