Grote verschillen per faculteit: zowel zachte als harde knip als eis bij toelating tot de master

De masterselectie verliep dit jaar anders dan andere jaren. Foto DUB

Wie aan een master wil beginnen, moet zijn bacheloropleiding hebben afgerond. Deze zogeheten harde knip is een aantal jaar geleden landelijk ingevoerd maar daarvoor was het al een regel aan de Universiteit Utrecht. Corona gooide dit jaar echter roet in het eten. De universiteiten en zelfs het parlement staken de helpende hand toe. Wie zijn bachelor nog moet afronden, mag toch al beginnen aan een master. Universiteiten kregen de vrijheid zelf de criteria te bepalen.

Verkeerd begrepen
In Utrecht zijn alle masters selectief. De vraag is dan hoe selectief je studenten gaat beoordelen wanneer de bachelor niet hebben afgerond. Volgens rector Henk Kummeling betekent selectief in Utrecht dat iedereen die aan de eisen voldoet de master mag volgen, mits er voldoende plaatsen zijn. “Het feit dat we aan de UU veelal selectieve masters hebben, wordt vaak verkeerd begrepen - ook in politiek Den Haag. Ze denkt dat we maar beperkt toelaten en dan vooral op basis van cijfers.

Het feit dat we aan de UU veelal selectieve masters hebben, wordt vaak verkeerd begrepen - ook in politiek Den Haag

Dat is niet zo. In ieder geval is dat zeker niet de bedoeling. Het Utrechtse onderwijsmodel gaat ervan uit dat masters ‘breed’ toegankelijk zijn voor studenten van diverse opleidingen. De toelating moet er dan op gericht zijn om het talent eruit te vissen dat met succes de master kan afronden.”

Studieplan aangeven
Bij de meeste masters betekende dit dat de studenten aan een aantal voorwaarden moesten voldoen. Faculteiten mochten die zelf bepalen. Vicedecaan Marian Jongmans van Sociale Wetenschappen: “Wij hebben gezegd dat studenten niet meer dan 15 studiepunten (ects) mochten missen. Bovendien moest de vertraging opgedaan zijn in het derde of vierde blok. Daarbij hebben we de studenten gevraagd een studieplan op te stellen. In dat studieplan moesten ze aangeven hoe ze de bachelor willen afronden in combinatie met het masterprogramma. Het moet wel studeerbaar zijn. Ook zijn er soms vakken in de master waarbij een bepaalde cursus uit de bachelor afgerond moet zijn. De coördinatoren hebben de studieplannen beoordeeld en met de studenten meegedacht over oplossingen. Bij de tweejarige masters liggen de toelatingseisen voor de master wat betreft gevolgde vakken en behaalde cijfers hoger. Er was dan ook wat meer discussie. Toch was daar het uitgangspunt wel hetzelfde en zijn we eruit gekomen.”

Bij andere faculteiten is min of meer dezelfde weg gevolgd. Bij de faculteiten Bèta, Rebo en Geesteswetenschappen is eveneens een maximumtekort van 15 ects gehanteerd. De faculteiten hebben hierover landelijk overlegd, zodat vergelijkbare masters elders in het land vergelijkbare criteria zouden hanteren.

Bachelor wel afgerond
De selectieprocedures vonden veelal plaats in het voorjaar. Op dat moment was niet duidelijk of iemand de bachelor zou afronden. In andere jaren betekende dit dat iemand was toegelaten op voorwaarde dat hij voor 1 oktober de benodigde papieren kon laten zien. Dit jaar was dat anders.

Van de 900 masterstudenten hebben slechts 20 studenten een beroep gedaan op de regeling. Dat is een relatief klein aantal

Met de toegelaten studenten is gekeken welke vakken nog missen en hoe dat binnen de master is in te passen. Ze hebben een jaar de tijd gekregen hun bachelor geheel af te ronden. “Uiteindelijk bleek dat de meeste masterkandidaten hun bachelor wel hadden afgerond”, vertelt Jolle Demmers, hoogleraar Conflictstudies en voorzitter van de toelatingscommissie van de masters van Geesteswetenschappen. “Van de 900 masterstudenten hebben slechts 20 studenten een beroep gedaan op de regeling. Dat is een relatief klein aantal.”

Harde knip
De faculteit Geowetenschappen heeft een andere koers gekozen. Voor de tweejarige masters hanteert de faculteit de bovengenoemde lijn. Maar voor de eenjarige masters geldt de harde knip als toelatingseis. “Er was zeker discussie over in de faculteit, maar uiteindelijk is besloten dat het in het belang van de student is om de bachelor afgerond te hebben. De masters gaan meteen vol van start en dat laat te weinig ruimte om ook nog andere vakken of een scriptie af te ronden. Een student loopt het risico om het begin tegen een achterstand aan te lopen. Wij hebben wel extra ons best gedaan om studenten voor 31 augustus hun thesis te laten afronden. Er zijn geen signalen van studenten die zich tekort gedaan voelen," zegt Femke van der Geest, hoofdonderwijszaken van de faculteit. Voor studenten die in een pre-master instromen voor een 1-jarig programma is een uitzondering gemaakt. 

Ook voor Geneeskunde en Diergeneeskunde geldt een harde knip. Alleen is het bij deze masters elke maand mogelijk in te stromen. Bij Geneeskunde is met de studenten afgesproken dat ze in de bachelor wel alvast een cursus uit de master mogen volgen als bachelor. Ze krijgen dan later in de master een vrijstelling voor dat vak.

Beperkt aantal plekken
Dit gaat dus over masters die, zoals Kummeling beschrijft, breed van opzet zijn en voor iedereen toegankelijk zijn die aan de eisen voldoet. Daarnaast zijn er  masters die slechts een beperkt aantal plekken hebben omdat er bijvoorbeeld  weinig beschikbare stageplekken zijn of omdat de master een beperkt aantal topstudenten wil opleiden. Deze opleidingen hebben dus meer kandidaten dan plekken. Is het dan niet voor de hand liggend om bij de selectie studenten met een afgeronde bacheloropleiding voorrang te geven?

Onze master is zo intensief dat het voor de studenten heel moeilijk wordt als ze in die periode ook nog vakken moeten inhalen voor de bachelor

Een voorbeeld daarvan zijn de researchmasters van de Graduate School of Life Sciences. “Wij hebben lang nagedacht hoe we hier mee om zouden moeten gaan”, zegt voorzitter van de toelatingscommissie Harold van Rijen. “Uiteindelijk hebben we bij de toelating de harde knip als criterium genomen. Daar zijn verschillende redenen voor. In de eerste plaats is onze master zo intensief dat het voor de studenten heel moeilijk wordt als ze in die periode ook nog vakken moeten inhalen voor de bachelor. Daarnaast zou een zachte knip in het voordeel zijn van de Nederlandse studenten in vergelijking met de internationale studenten. Zij hebben meer mogelijkheden om een bachelor alsnog ge halen. Dan is er in onze ogen geen sprake meer van een gelijke behandeling.”

Bij de Graduate School of Life Sciences zijn zo’n 1650 aanmeldingen voor 500 plekken. Er moeten dus sowieso studenten teleurgesteld worden. Bij de selectie wordt gekeken naar de behaalde opleiding, de cijfers, aanbevelingsbrieven en naar de motivatiebrief die de studenten moeten schrijven. In die brief moeten ze aangeven waarom deze researchmaster een logisch vervolg is van hun opleiding. Life Sciences komt de studenten die nu door de coronarestricties net buiten de boot vallen wel op een ander punt tegemoet. In februari is er een extra instroommoment gecreëerd.

Gemixte groep
Toch zijn er ook selectieve masters met een beperkt aantal plekken die wel de zachte knip hebben gehanteerd. Een voorbeeld is de master van de opleiding Bestuurs- & Organisatiewetenschap. Onderwijsdirecteur Jeroen Vermeulen: “Wij hebben zo’n 300 aanmeldingen voor 200 plaatsen. Wij hebben bij de toelating net zo gedaan als andere jaren. We selecteren studenten pas nadat we per masterprogramma met alle kandidaten individueel hebben gesproken en gekeken naar hun dossier met de vakken die ze gevolgd hebben en de gehaalde cijfers. De samenstelling van de groep nemen we mee in de selectie van de studenten om een voldoende gevarieerde groep te krijgen. Pas na toelating is gekeken of de studenten hun bachelor op tijd konden afgerond. Voor wie dat niet zo was, is samen met de studieadviseur een studieplan gemaakt. Ze mochten maar maximaal 15 ects missen en hun thesis moet voor 1 oktober af zijn.”

We selecteren studenten pas nadat we per masterprogramma met alle kandidaten individueel hebben gesproken

Ook bij Geesteswetenschappen konden studenten zonder bachelordiploma beginnen aan een numerus fixusmaster. “Wij hebben zo’n vier masters met veel meer aanmeldingen dan plekken. Wij hanteren bij de toelating een aantal duidelijke criteria. Zo kijken we naar de cijfers, de schrijfvaardigheid en het gevolgde curriculum. Wij proberen die eisen zo transparant mogelijk te maken. De afgeronde bachelor was dit jaar geen eis. Met de studenten die hun bachelor niet voor oktober kunnen afronden, zijn we in gesprek gegaan. Maar dat waren er dus niet veel. Een opvallend corona-effect vind ik meer dat er beduidend minder no showstudenten zijn. Je houdt er altijd rekening mee dat een deel van de studenten die zich hebben aangemeld, uiteindelijk niet komt opdagen. Daarom selecteren we in de regel meer studenten dan er plekken zijn. Maar dit jaar was het aantal afvallers veel lager dan andere jaren. Ook de internationale studenten zijn bijna allemaal naar Utrecht gekomen. Hierdoor zitten we nu met iets grote groepen in de master.”

Advertentie