Studieschuld treft ook toekomstige partners
Liefde wordt een dure grap als er een sociaal leenstelsel komt. Studenten zadelen niet alleen zichzelf met een studieschuld op, maar ook hun toekomstige partner.
Het kabinet is van plan de basisbeurs voor studenten te schrappen. Hierdoor wordt hun studieschuld vele duizenden euro’s hoger. Dat is geen probleem, zeggen de voorstanders, want studenten gaan ‘naar draagkracht’ terugbetalen. Als ze niet genoeg verdienen, hoeven ze niet af te lossen.
Maar dat is buiten hun geliefde gerekend. Als iemand een studieschuld heeft en bijvoorbeeld arbeidsongeschikt raakt, dan kijkt de Dienst Uitvoering Onderwijs naar hun partner: hoeveel verdient die? Kan die misschien de studieschuld aflossen? DUO rekent met hun gezamenlijke inkomen.
Stel dat iemand vijftien jaar lang een studieschuld heeft afbetaald en dan trouwt met een vijftien jaar jongere partner die nog maar net is afgestudeerd en die geen eigen inkomen verwerft. Theoretisch kan iemand dan dertig jaar lang bezig zijn met het aflossen van een studieschuld: eerst die van zichzelf, daarna die van de partner.
De VVD vindt dit “geen aandachtspunt van uitwerking”, zegt Tweede Kamerlid Pieter Duisenberg. “Er zijn mensen die na hun studie bewust voor een parttime baan kiezen of helemaal niet gaan werken, zodat hun partner meer tijd heeft en meer kan verdienen.”
Maar als iemand arbeidsongeschikt raakt, is het dan eerlijk om de partner de studieschuld te laten aflossen? Paul van Meenen (D66) vindt het nog te vroeg voor zulke vragen. “Dit was nog niet tot me doorgedrongen. Het is iets om in de gaten te houden. Maar we moeten eerst kijken of er überhaupt een sociaal leenstelsel komt. Dat is voor ons nog een open vraag.”
Voor het aflossen van de studieschuld geldt een ‘draagkrachtvrije voet’. Als alleenstaanden minder dan 84 procent van het minimumloon verdienen, hoeven ze niets af te lossen. Hebben ze kinderen of hebben ze een partner, dan ligt de grens op 120 procent van het minimumloon.
Tot 2009 konden mensen kiezen of ze het inkomen van hun partner lieten meewegen in de berekening van hun maandelijkse aflossingsbedrag. Wie niet of nauwelijks inkomen had, kon het inkomen van zijn of haar partner buiten beschouwing laten. Na vijftien jaar kwam de studieschuld dan te vervallen. Andersom kon iemand die genoeg verdiende het maandbedrag dempen door het lage inkomen van zijn of haar partner mee te tellen.
Nu niet meer. Wie nu afstudeert en de studieschuld gaat aflossen, moet altijd het inkomen van zijn of haar partner laten meewegen.