Wordt het geld aan onderwijs goed besteed?
Het ‘begrotingsonderzoek’ is inmiddels een goede traditie geworden: twee Kamerleden (dit jaar van VVD en GroenLinks) lichten samen de onderwijsbegroting door en doen daar verslag van, zonder zich in politieke verwijten te verliezen.
Zo wil de Kamer grip krijgen op alle streefcijfers en bedragen in de Onderwijsbegroting, nog los van politieke oordelen. Eerst maar eens weten waar we over praten, is het idee, voordat we daadwerkelijk met elkaar gaan debatteren.
Modellen van rekenmeesters
De vraag is hoe je naar die begroting moet kijken. Je kunt natuurlijk het economisch perspectief nemen, maar dan heb je een probleem: De uitkomsten merk je soms pas 20 jaar later.
Dat probleem ziet de minister ook. Iedereen met een groot hart voor onderwijs vindt het weleens frustrerend dat de modellen van rekenmeesters zich geen raad weten met onderwijsuitgaven: je kunt niet zo makkelijk aantonen dat die uitgaven goed zijn voor de samenleving. Van Engelshoven: “En dat terwijl we allemaal weten dat dat wel zo is.”
Dat geldt ook voor uitgaven aan fundamenteel onderzoek. Je kunt maar moeilijk laten zien wat daar het nut van is. Of zoals de minister zegt: “Het is al helemaal moeilijk om te zeggen: van deze euro in fundamenteel onderzoek meet ik zo of hij succesvol is geweest. Het aantal Nobelprijzen is een indicator op wel heel lange termijn.”
Brede welvaart
Om er in de toekomst toch iets over te kunnen zeggen, tasten de Kamerleden het begrip ‘brede welvaart’ af. Zou je daarmee kunnen werken om de kosten en baten van onderwijsuitgaven beter in kaart te brengen? Het idee is dat je niet alleen naar financiële inkomsten en uitgaven kijkt, maar ook naar de uitwerking op de samenleving in termen van geluk, ontwikkeling enzovoorts.
Terechte vraag, vindt de minister. Het zal de kunst worden om ‘brede welvaart’ aan investeringen in onderwijs, kennis en wetenschap te relateren, meent ze. Maar toen de Kamer aandrong, kon ze nog weinig beloven. Haar ministerie kan niet in zijn eentje een andere koers varen dan de rest van de overheid. Het moet ‘stap voor stap’ en ‘Rijksbreed’ gebeuren.
GroenLinks en D66 vroegen zich af of de minister misschien het Centraal Planbureau ertoe kan bewegen om beter met de onderwijsinvesteringen om te springen. Het CPB rekent verkiezingsprogramma’s en overheidsplannen door en daarin komen onderwijsuitgaven er bekaaid vanaf.
“Ja, ik zou met u willen dat we dat kunnen doen”, antwoordde Van Engelshoven, “want ik denk dat daardoor op veel terreinen het enthousiasme voor investeringen in onderwijs zal toenemen. Maar u weet ook dat dat een discussie is die ik niet alleen kan voeren.”
Wel beloofde ze haar best te zullen doen. Bij volgende begrotingen kan het ministerie alvast ‘doorkijkjes’ geven en melden hoe de uitgaven zich tot de ‘brede welvaart’ verhouden.