Zelfs de populairste docent krijgt geen vast contract
De spaarzame vaste contracten in de wetenschap gaan naar wetenschappers die een onderzoeksbeurs in de wacht slepen, niet naar hen die het beste onderwijs geven.
Je kunt zes jaar als docent voor de Universiteit Utrecht werken, op handen gedragen worden door studenten en de beste cursusevaluaties van je opleiding krijgen. En toch krijg je geen vast contract.
Dat is in een notendop het verhaal van stadsgeograaf Brian Doucet, wiens derde tijdelijke contract eind september afloopt. Omdat er geen functie met een vast contract voor hem is en een werkgever maximaal drie opeenvolgende tijdelijke contracten mag verstrekken, moet Doucet op zoek naar een andere baan.
Studenten snappen helemaal niks van de gang van zaken: waarom moet de docent die ze onlangs nomineerden voor de facultaire docentenprijs weg? Ze zijn een petitie gestart om Doucet te behouden.
Het aanstaande vertrek van Doucet is symptomatisch voor toename aan flexcontracten in de wetenschap, zegt Marijtje Jongsma van de VAWO, de vakbond voor de wetenschap. "De afgelopen tien jaar is het aantal tijdelijke contracten in de wetenschap sterk toegenomen. Vast wordt steeds zeldzamer."
Alleen voor een klein groepje wetenschappers ligt vandaag de dag een vast contract in het verschiet. Zij die een onderzoeksbeurs bij NWO of ERC weten te verzilveren, maken over het algemeen veel meer kans op een vaste positie als UHD (universitair hoofddocent) of hoogleraar.
Of de wetenschapper goed onderwijs geeft, is minder belangrijk voor zijn of haar carrièrekansen, zegt Laurens Hessels van het Rathenau Instituut: "Onderwijs is een drempelcriterium: het moet van voldoende niveau zijn. Uitblinken op onderzoeksgebied is doorslaggevend, zo blijkt uit ons onderzoek naar het talentenbeleid van universiteiten. Je moet genoeg publiceren in toptijdschriften en je moet er in slagen onderzoeksfinanciering bij NWO of ERC te krijgen."
Maar wie krijgt een beurs? Vandaag de dag is kans om een Veni- of een Vici-beurs bij NWO binnen te halen is niet hoog: circa 15 procent. Het gros van de wetenschappers wordt afgewezen voor een beurs, en maakt daardoor weinig kans op een vaste functie.
Docenten als Doucet kunnen in die rat race om een beurs buiten de boot vallen. Ze excelleren op onderwijsgebied, maar behoren tot de grote groep ‘verliezers’ op onderzoeksgebied. Ook Doucets onderzoeksvoorstellen werden tot nu toe afgewezen door onderzoeksfinancier NWO.
De kleine kans op een beurs en de vele flexcontracten creëert bij veel wetenschappers een dilemma. Focus ik me op onderzoek en verwaarloos ik mijn onderwijs? Of steek ik veel energie in onderwijs en vergooi ik mijn kansen op een hogere functie met een vast contract?
Laurens Hessels: "Wie alleen maar onderwijs geeft, heeft geen enkel perspectief op een vaste baan. Deze groep docenten weet dat ze op den duur weer weg zal moeten bij de universiteit."
"Bij universiteiten is het vaak up or out", zegt Marijtje Jongsma van vakbond VAWO. "Als je geen kans hebt om UHD of hoogleraar te worden, dan moet je weg. Ik ageer daartegen. Onderwijs is een kerntaak en zou moeten worden uitgevoerd door docenten in vaste dienst."
Joop Schippers, hoogleraar arbeidseconomie en voorzitter van de personeelsgeleding van de U-raad, vindt tijdelijke contracten een minder groot probleem. "Mits de tijdelijke contracten substantieel zijn, een jaar of 3 of 4. Ik ben tegen kortlopende contracten van een jaar. Dat betekent dat je telkens nieuwe docenten krijgen, die opnieuw ingewerkt moeten worden. Daar kun je geen organisatie op bouwen."