‘Ga niet over lijn 12 schrijven’

De zoektocht naar een nieuwe campuscolumnist voor DUB is nog in volle gang. Wordt het een jonge ambitieuze docent? Een portier die álles ziet? Of is het een student die met de eer gaat strijken? DUB sprak met twee schrijvende (oud-)studenten. “Iedereen weet dat je er als student belang bij hebt bepaalde dingen te schrijven.”

Sjoerd ArendsDe rubriek Schreef opvolgen: het is geen kleine opgave waar DUB’s campuscolumnist voor zal komen te staan. Trajectum-columnist Sjoerd Arends (24) heeft ervaring met het omgaan met de schaduw van een voorganger. Eerder dit jaar verving hij André Weststrate bij het blad van de Hogeschool Utrecht. “Hij kon echt over alles schrijven, van muggen tot Zweedse gehaktballetjes. Hij was populair, iedereen vond dat hij altijd goede stukjes schreef. Dan ga je je toch afvragen: vinden ze dat ook van mij?”

Maar dat is uiteindelijk juist wat je niet moet doen, zegt Arends. “Het gaat erom dat je je eigen ding vindt. André had oog voor detail, terwijl ik juist meer van het uitzoomen ben. Ik kan de structuur van de hogeschool blootleggen. Op dat soort onderwerpen kom ik toch meestal uit: die tergende bureaucratie, het imago van de HU of studentenacties van de SP.”

Je moet dus je eigen onderwerpen vinden?
“Ja,” zegt ook Juncto-columnist Petra van Driel (24), “als ik campuscolumnist zou zijn, dan zou ik schrijven over het grote gat na het afstuderen. Dat staat nu het dichtst bij mijn belevingswereld. Ik ben dit jaar afgestudeerd, en het valt me nu op dat iedereen maar verwacht dat je zo een goede baan vindt. Dat is niet zo.”

Petra van Driel“Je kan je lezers een zetje geven hun eigen mening te vormen, bijvoorbeeld door je eigen kijk op een actueel onderwerp te geven. En je kan als columnist lekker tegen dingen aan trappen. Alleen je kan niet overal schijt aan hebben, dan word je ook niet meer gelezen. Ik moet er rekening mee houden dat ik voor een juridisch blad schrijf. En omdat het blad drie maanden in de rekken ligt, moet mijn column een onderwerp hebben dat langer actueel blijft. De campuscolumnist gaat voor een website schrijven, die zal juist dichter op de actualiteit kunnen zitten.”

Arends: “Zorg dat je je eigen stijl en onderwerpen vindt, dan weten mensen wat ze kunnen verwachten. Het is wel slim om cliché-onderwerpen te vermijden. Dat bus 12 te vol zit, dat weten we nu wel.”

Kunnen andere columnisten als voorbeeld dienen?
Arends: “Teveel naar andere columns kijken is niet slim. Wat Martin Bril schreef was een kunst op zich. En als Rob Wijnberg flauwe dingetjes als ‘Merkozy en Ruttescone’ schrijft, vind ik dat toch heel prettig om te lezen. Maar je moet het niet willen kopiëren, dan ga je je creativiteit in het stramien van een ander gieten. Terwijl de vrijheid dat je kan doen wat je zelf wil het schrijven van columns juist zo aantrekkelijk maakt.”

Van Driel: “Je kan wel iets van anderen leren. Ik lees ook graag de columns van Rob Wijnberg. Hij heeft filosofie gestudeerd en schrijft over interessante dingen. Ik let er dan bijvoorbeeld speciaal op hoe hij een stukje heeft opgebouwd. Veel lezen, dan zie je hoe het werkt.”

Zou elke student campuscolumnist kunnen worden? Of is het een roeping?
Van Driel: “Schrijven wilde ik altijd al. Geen ellenlange journalistieke stukken, maar ik had wel altijd de behoefte iets te zeggen. Toen ik klein was schreef ik al brieven naar de postbode. Daar heb ik trouwens nooit antwoord op gehad.”

Arends: “Een creatieve opleiding kan een pré zijn, maar misschien bloeit iemand juist op als het schrijven van columns een afwisseling is op een wat drogere studie. Als je maar nieuwsgierig bent, je kan verbazen, je op kan winden over onrecht en de prikkel voelt om te schrijven. Het kan een nadeel zijn om student te zijn, want je hebt belang bij bepaalde uitspraken. Je kunt niet snel schrijven ‘de student wordt genaaid’, zonder dat iedereen denkt: ho, jij bent zelf student. Maar in principe kan iedereen geschikt zijn.”

Om mee te dingen naar de titel van campuscolumnist van de UU moet je twee columns insturen. De columns moeten het universitaire of studentenleven verrassend onder de loep nemen en mogen niet langer zijn dan 350 woorden. Stuur de columns vòòr 1 december naar r.agterberg@dub.uu.nl.

Advertentie