‘Gelukkig zijn de meeste studenten er nog niet’

Een stroomstoring leidde maandagochtend tot de ontruiming van verschillende gebouwen in De Uithof. Ook medewerkers en studenten in het Kruytgebouw kwamen tijdelijk op straat te staan. DUB nam een kijkje.

Op vijftig meter van het Kruytgebouw kijken de dames van de FBU wat besluiteloos rond. De kantine zit in een van de twee vleugels van het Kruytgebouw waar medewerkers en studenten niet mogen komen. De dames waren vanochtend al enkele uren aan het werk toen het ontruimingsbevel kwam. “We weten niet hoe lang dit gaat duren, maar het lijkt erop dat we ons goeie eten kunnen weggooien.”

Bij de draaideuren staat Marianne van Leeuwen, hoofd Bedrijfshulpverlening (BHV) van de faculteit Bètawetenschappen, medewerkers en studenten te woord. Eerder die ochtend heeft ze het Aardwetenschappengebouw al ontruimd, daarna is ze naar het Kruytgebouw gegaan. Nadat eerst alle medewerkers naar buiten waren gedirigeerd, werd na 20 minuten de Noord- en Westvleugel opengesteld. Daar was wel stroom aanwezig. Alles is volgens haar vrij voorspoedig verlopen. “We hebben geluk dat het studiejaar nog niet is begonnen en de meeste studenten er nog niet zijn .”

Binnen klinken in het donkere trappenhuis de schelle tonen van de portofoons van de BHV’ers. Zij moeten de toegangen tot de verboden vleugels bewaken. In de gangen heerst vooral stilte.  

Op een vrijwel verlaten eerste verdieping treffen we promovendus Marco Mellace achter zijn laptop in een kantoorruimte. “Normaal zit ik in de Oostvleugel, maar mijn hoogleraar Berry Spruijt heeft hiernaast een kamer. Hij zei dat ik hier kon komen zitten”, vertelt de Italiaanse PhD-student nuchter.

Lab met muizen
Mellace doet onderzoek naar Parkinson. In het lab werkt hij met muizen, maar die voorzieningen zijn in een ander gebouw. “Het enige vervelende is nu eigenlijk dat er geen internet is, maar met de data op mijn computer kan ik ook nog wel even vooruit. Ik heb mijn werkschema gewoon omgegooid.”

Directeur van de faculteit Bètawetenschappen Klaas Druijf heeft maandagochtend een rondje langs de gebouwen gelopen. Ook in zijn waarneming zijn de ontruimingen goed gegaan. Van werkelijk dramatische problemen heeft hij nog niet gehoord. “Maar ik sluit niet uit dat zich vervelende situaties hebben voorgedaan. Als onderzoeker ben je natuurlijk niet blij als je je lab plotsklaps moet achterlaten.”

Vriezer zonder stroom
Op de tweede verdieping kan masterstudente Valerie Hemelaers (foto onder) opgelucht ademhalen. Zij werkte maandagochtend voor haar masterstage aan een nitraatanalyse van bodemsamples uit Zuid-Limburg. Toen de brandmelder afging, had ze net de laatste van haar cups in het analyseapparaat geplaatst. In de 20 minuten die ze buiten stond, heeft dat apparaat steeds stroom gehad. “Er was even paniek om een vriezer zonder stroom. Als dat langer dan drie uur duurt, moeten de samples naar een andere vriezer. Maar dat ging ook goed.”

Valerie vindt dat de mazzel haar ook wel gegund is. Er ging al te veel fout tijdens haar stage. Zo liep ze al vertraging op omdat sommige labmaterialen niet beschikbaar waren. “Nu kan ik gelukkig doorwerken. Het enige is dat ik hier misschien helemaal alleen ben. De regels zeggen dat je nooit analyses mag doen als er verder niemand aanwezig is. Dat is wel een beetje eng. Maar het gaat gelukkig niet om toxische materialen.”

Weer terug in de hal van het Kruytgebouw treffen we kort na het middaguur de verzamelde BHV'ers. De stroom is weer terug. Een uur later kunnen ook de Kruytbewoners van de afgesloten vleugels weer naar hun werkplek.

DUB hoort graag over de gevolgen van de stroomstoring voor het wetenschappelijke werk van medewerkers en studenten. Mail of Twitter je ervaringen.

Advertentie