‘Haagse bezuinigingen eerlijk verdelen’
De Universitaire Bestuursdienst hoeft niet een grotere bezuiniging voor haar rekening te nemen dan het onderwijs of onderzoek. Dat is de reactie van algemeen directeur Joop Kessels op een voorstel van de Universiteitsraad om het onderwijs en onderzoek zo veel mogelijk te ontzien als Den Haag de geldkraan nog verder dichtdraait.
De Universiteitsraad stelde onlangs voor dat de UBD vijf jaar lang 1 procent meer van nieuwe bezuinigingen op zich moet nemen dan het onderzoek en het onderwijs. Kessels vindt dit oneerlijk, zo zei hij gisteren tijdens de nieuwjaarsreceptie van de UBD. “De U-raad realiseert zich niet hoeveel de UBD al heeft bezuinigd. Als er nieuwe bezuinigingen komen, en dat zal ongetwijfeld het geval zijn, dan moet de UBD natuurlijk haar steentje bijdragen, maar niet meer dan anderen.” De Universiteit Utrecht, zo zei hij, wacht een bezuiniging van 10 tot 20 miljoen euro per jaar als de kabinetsplannen doorgaan. “Daarvan zal een deel terecht komen bij de UBD.”
Kessels maakt duidelijk dat de Universitaire Bestuursdienst een paar jaar geleden een bezuinigingsopdracht van 15 procent heeft gekregen. “Meer dan andere onderdelen. Dat moet de Universiteitsraad zich wel realiseren.” Dit jaar moet de begroting van de UBD op de nullijn uitkomen. “Verder bezuinigen betekent dat we aan kwaliteit gaan verliezen en op voorzieningen moeten gaan bezuinigen. Iedereen wil een snelle en draadloze internetverbinding en dat hebben we nu ook, maar die kost wel geld. Net als goede voorzieningen voor bijvoorbeeld studenten. Soms wordt er wel geklaagd over de kosten die de UBD maakt, maar ik kan elke cent verantwoorden.”
Volgen Joop Schippers – hoogleraar en lid van de Universiteitsraad - moet niet alleen de UBD vijf jaar lang elk jaar 1 procent extra bezuinigen, maar ook andere faciliterende en ondersteunende onderdelen op zowel centraal als facultair niveau. “Dit voorstel is niet ingegeven uit ontevredenheid over de prestaties van de UBD. We willen ook niemand van zijn broodwinning beroven, maar – en zie hiervoor de nieuwjaarsrede van onze collegevoorzitter – de hele UU staat onder enorme druk om ondanks de Haagse bezuinigingen de onderwijs- en onderzoeksinspanningen op peil te houden. Dat betekent dat elke afdeling zich nog eens moet afvragen of wat zij doet ook echt allemaal nodig is om het onderwijs en onderzoek goed te laten lopen. En of wat zij doet ook echt nú moet of dat het ook later kan. Bovendien vraag ik me af of bepaalde vormen van - monopolistische – dienstverlening niet echt efficiënter kan.”
“Docenten en onderzoekers woekeren al jaren met beperkte tijd en middelen”, betoogt Schippers, “en de opmerking over de 1-procentoperatie is vooral een pleidooi om binnen de instelling zo veel mogelijk solidariteit met deze ‘eerstelijnswerkers’ te krijgen.
GK