‘Laat luie studenten maar boeten’

Opvallend veel eerstejaars hadden tijdens het politieke debat woensdag in de Janskerk een duidelijke mening: “Als studenten bier drinken in plaats van studeren, is die langstudeerboete terecht.” Over de vervanging van de basisbeurs door een sociaal leenstelsel hadden de UIT-lopers nog geen mening.

Het politieke UIT-debat van de internationale gezelligheidsereniging Sib kwam wat moeizaam op gang. “Het is heel jammer voor Ronald Plasterk dat hij vanwege een debat in de Tweede Kamer niet aanwezig kan zijn. En ook Rita Verdonk is niet komen opdagen”, begon gespreksleider Frénk van der Linden. “Maar de onderwerpen blijven interessant.”

Ook de eerstejaars konden aanvankelijk maar moeilijk de weg naar de Janskerk vinden, maar geleidelijk schoven steeds meer studenten aan.  Een gesprek met een Rabobank econoom over de Griekse steun stond wat ver weg. Veel directer werd het met stellingen over de langstudeerboete en de basisbeurs. De Utrechtse CDJA-voorzitter Jozef Waanders mocht de stelling verdedigen dat de langstudeerboete van 3000 euro terecht is. “Iedereen moet in deze crisis bezuinigen en dan is zo’n maatregel te rechtvaardigen. Immers, je hebt twee jaar uitloop en in die periode kun je een bestuursjaar doen of een jaar bier drinken.” Jozef kreeg opvallend wat steun uit de zaal. “Waarom zou de maatschappij moeten betalen voor studenten die hun tijd liever besteden aan bier drinken dan studeren?” vroegen enkele studenten in de zaal zich af. Pascal ten Have, voorzitter van de LSVb zag dat toch anders. “Het onderwijs moet al veertig jaar inleveren. De student is de dupe. Vroeger kon je van je stufi nog leven, nu is het meer een fooi.”

Ook uit de zaal kwamen wat vragen. “Durven studenten uit angst voor de boete nog wel wat naast hun studie te doen, zoals een bestuursfunctie?”vroeg een studente. “En wat als je te maken krijgt met ziekte of met problemen in de familie?” Van der Linden daagde het CDJA-lid uit. Heb je dan helemaal geen bezwaren? Die bleek hij toch wel te hebben. “Wij vinden het niet chique dat de spelregels tijdens het spel zijn veranderd”, zei Jozef. “De maatregel geldt ook voor de huidige studenten en dat is niet eerlijk. Wij hadden graag een overgangsregeling gezien. En ook moet er goed gekeken worden naar uitzonderingen, zoals bij ziekte.”

Angst is ook een belangrijk argument als het gaat om het vervangen de basisbeurs voor een sociaal leenstelsel. In deze discussie is de landelijke JOVD-voorzitter Martijn Jonk de tegenspeler van Pascal. Hij houdt een bevlogen pleidooi voor eht sociaal leenstelsel. “Het geld dat we hiermee besparen, gaat naar het hoger onderwijs. Ik heb liever minder basisbeurs als daar een betere opleiding tegenover staat”, zegt hij. “Bovendien gaat het om een sociaal leenstelsel. Wie na de studie geen baan vindt, hoeft het ook niet terug te betalen.”

Pascal is niet overtuigd. Hij betwijfelt over dat geld echt naar betere onderwijskwaliteit gaat. Bovendien heeft de Nederlandse samenleving behoefte aan hoger opgeleide mensen en dan moet je studeren stimuleren. Nu zijn de studenten de dupe. Uit onderzoek is gebleken dat angst voor schulden een afschrikwekkend effect heeft. Studenten zouden minder snel gaan studeren omdat ze vrezen die schuld hun leven lang mee te torsen. Ook is er angst dat je met een studieschuld opgenomen wordt in het BKR, het register van schuldregistratie. Martijn van de JOVD: “Het klopt dat dit beeld bestaat. Studieschuld is geen schuld die opgenomen wordt in het BKR en vanwege het sociale aspect is zo’n schuld helemaal niet erg. We zullen het beeld moeten veranderen.”

Deze middag lukte dat nog niet helemaal. De basisbeurs mag dan laag zijn, je krijgt toch wat. En bij een sociaal leenstelsel wordt iedereen gedwongen om te lenen.

Advertentie