‘Studenten en docenten zijn zo in Eindhoven’
Al bijna een jaar hebben de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), de Universiteit Utrecht en het Universitair Medisch Centrum Utrecht flink verkering. Een vaste relatie in de vorm van een fusie zal het niet worden, maar wel veel samenwerking vanuit de wetenschappers zelf. Arno Peels, collegevoorzitter van de TU/e: “Het is ook een waardevolle kijk in elkaars keuken.”
Soms kan het snel gaan. Op 3 januari presenteerden Yvonne van Rooy in Utrecht en haar collega Arno Peels in Eindhoven een strategische alliantie tussen beide universiteiten. Het stond niet eens in het strategisch plan van de TU/e dat op dezelfde dag werd gelanceerd. “We waren in het kader van dat plan wel bezig om mogelijke partners te verkennen. Utrecht stond hoog op ons lijstje. En opeens bleken de contacten zo goed, dat het heel snel geregeld was. In het eerste plan stond het nog niet, maar in het profiel van september 2011 staat het wel.”
Hoe zou u voor de Utrechters de TU/e kenmerken?
Deze technische universiteit kent een high-tech omgeving en heeft een uniek samenspel tussen universiteit, bedrijfsleven en overheid. Deze regio is verantwoordelijk voor 35 procent van de Nederlandse export , voor 55 procent van de Nederlandse patenten en huisvest 45 procent van het private Research & Development. Wij focussen ons op technologie en innovatie. Ons accent ligt op de toepassing, maar ook als universiteit hebben we een goede reputatie. We hebben drie strategische onderzoeksgebieden gekozen. Dat zijn Energy, Health en Smart Mobility. Het zijn die gebieden waar samenwerking met Utrecht plaatsvindt.
Wat levert de samenwerking met Utrecht op voor jullie?
Utrecht is een algemene universiteit. Dat betekent dat zij vaak een iets andere focus heeft dan de TU/e. Het is logisch dat bij een algemene universiteit het accent meer ligt op fundamentele vragen, terwijl bij ons het accent meer ligt op de technologie. Dat vult elkaar goed aan. Wij doen hier bijvoorbeeld technologische ontdekkingen binnen het gebied van biomedische materialen. Die wil je ook graag in de praktijk toepassen. Dat kan het best in een academisch ziekenhuis. Dat hebben we hier niet. Dan is samenwerking met het UMCU voor ons heel belangrijk om het onderzoek te verbeteren. Aan de andere kant kan het Utrechtse onderzoek weer profiteren van het gebruik van die technologie in de praktijk.
Een ander punt is dat je het onderzoek, bijvoorbeeld als het gaat om energie, goed op elkaar kunt afstemmen. Dat levert een sterker onderzoeksprogramma op waar je ook binnen Europa goed mee voor de dag kunt komen. De Europese Commissie heeft Grand Challenges aangegeven en op dit terrein zouden we samen geld kunnen binnenhalen. Ook in het komende Europese Kaderprogramma liggen mogelijkheden.
Is deze alliantie een eerste stap naar een fusie?
De strategische alliantie met Utrecht krijgt vooral invulling op die punten waar we verwachten dat het een meerwaarde heeft. Wij denken dat een fusie niet nodig is. Dat werkt bureaucratie in de hand. Ook zonder fusie kun je gezamenlijk je internationale reputatie versterken. De TU/e werkt daarnaast ook samen met andere universiteiten. We hebben de TU-federatie waarbij we met de drie technische universiteiten samen optrekken. Binnen Nederland hebben we contacten met Maastricht, Tilburg en Nijmegen. En verder zijn er internationale samenwerkingsverbanden.
Hoe ver gaat de samenwerking dan?
Voor onze organisaties is dit geen gewone samenwerking. We noemen het ‘preferred partnership’. Wij denken dat deze instellingen op meer gebieden wat voor elkaar kunnen betekenen en verwachten dat het aantal projecten zal toenemen. Daarbij is belangrijk dat wij de samenwerking niet van bovenaf willen opleggen. Op een aantal punten wordt al samengewerkt en dat is de basis. Laat mensen maar met ideeën komen en de goede ideeën zullen we ondersteunen. We zijn al partners in het Biomedical Materials Programme, in het Energieonderzoek en in CatchBio, een programma dat gaat over katalyse om schone brandstoffen te maken. Met het UMC zitten we in het Center for Translational Moleculair Medicine, over moleculaire geneeskunde. Je ziet dat wetenschappers elkaar vinden en gezamenlijk aan nieuwe plannen werken. Zo komt er een nieuwe gezamenlijke masteropleiding Biomedische Technologie. We denken aan dubbelbenoemingen van hoogleraren, het gezamenlijk aanstellen van aio’s en het uitwisselen van docenten. Dat kan ook goed, want de verbinding Utrecht-Eindhoven is goed. Je bent er binnen een uur.
Moet je ook denken aan bestuurlijke uitwisseling?
Op het moment dat je nauwer met elkaar verbonden bent, kun je in elkaars keuken kijken. Dat is iets moois. Utrecht kent goede studierendementen en wij zouden elementen kunnen overnemen. Ook onderzoeken we de mogelijkheid van een University College en dan zijn we blij dat we in Utrecht over de haken en ogen van zo’n college veel informatie kunnen vinden. Maar ook op minder voor de hand liggende terreinen is samenwerking zinvol en uitdagend. Dat Studium Generale een programma begint waarbij Utrechtse en Eindhovense wetenschappers aan elkaar gekoppeld zijn, is zo’n voorbeeld.
Wat merken studenten ervan?
Het idee is dat studenten eenvoudig over en weer vakken kunnen volgen. Een Eindhovense student die zich wil verdiepen in Geesteswetenschappen bijvoorbeeld of een Utrechtse student die een technologisch component wil bestuderen. Dat biedt echt perspectief. Je kunt dus ook makkelijker op voorhand kijken welke vakken nodig zijn voor een master en zo je bachelor programma inrichten met vakken op beide universiteiten. Ook zullen de studenten nu en dan gastdocenten uit Eindhoven krijgen. Voor studenten die zich willen binden aan deze regio, biedt Brainport Eindhoven veel kansen. De werkgelegenheid is heel erg goed. Studenten kunnen hier snel een baan vinden.
Technische Universiteit/Eindhoven Opgericht in 1957
bron: Jaarverslag 2010 | ||
Vanaf 14 september tijdens lunchlezingen gaan gastsprekers van de TU/e wekelijks in gesprek met wetenschappers van de UU. Is er echt een verschil tussen de Willie Wortels en de dromerige denkers? Boothzaal in de UB 13.00 uur.