Akademie wil samenwerking van toppers belonen

Volgens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) moet Nederland naast de al bestaande subsidies voor individuele toponderzoekers ook weer een financieel instrument krijgen om hun samenwerking te stimuleren. In een recent rapport pleit de KNAW daarom voor een wedergeboorte van de uit 1998 stammende Dieptestrategie.

In dat jaar werd door minister Ritzen 245 miljoen gulden beschikbaar gesteld voor zes landelijke clusters van toponderzoekers. In vier daarvan (Genetica, Aardwetenschappen, Katalyse en Sterrenkunde) speelde (en speelt) Utrecht een prominente rol. Ritzen beloofde dat in een tweede ronde ook het nu nipt afgewezen alfa-gamma onderzoek voor subsidie in aanmerking zou komen,

Die toezegging bleek echter loos, omdat zijn opvolger Hermans de Dieptestrategie schrapte. Hij prefereerde het belonen van individuele onderzoekers en gaf daarmee de aanzet tot de huidige Vernieuwingsimpuls met zijn Veni-, Vidi- en Vici-subsidies. De zes al aangewezen topcentra bleven hun subsidie echter in een tweede en zelfs derde termijn, dus tot 1213, behouden.

EUROPEES GELD

Op een vraag van minister Plasterk wat daarna te doen, adviseert een commissie onder leiding van de Rotterdamse emeritus-hoogleraar Lamberts nu om de Dieptestrategie te handhaven, maar dan wel op een aanzienlijk dynamischer en meer op variatie gerichte manier dan in de afgelopen vijftien jaar het geval is geweest.

Volgens de commissie loopt Nederland achter op verschillende andere Europese landen, waar de samenwerking van toponderzoekers al langer gericht wordt gestimuleerd. Met name met het oog op het verwerven van Europees onderzoeksgeld is dat soort samenwerking van groot belang.

KRITIEK

In bedekte termen uit de commissie in het advies 'Bundeling van Kwaliteit' kritiek op de nationale onderzoeksfinancier NWO die in zijn subsidiebeleid op dit moment ‘weinig of geen mogelijkheden creëert voor voorstellen waarin de krachten van toponderzoekers worden gebundeld’.  Nu bovendien steeds luider wordt geklaagd over de achterblijvende investeringen in onderzoek in ons land, zouden met een herinvoering van de Dieptestrategie dus twee vliegen in één klap kunnen worden geslagen.

De Dieptestrategie-nieuwe-stijl zou volgens de commissie bestemd moeten zijn voor ongebonden fundamenteel onderzoek, verricht door clusters van toponderzoekers, die zo mogelijk al langere tijd samenwerken. Het geld moet gaan naar voorstellen waarin overtuigend wordt aangegeven dat binnen afzienbare tijd een belangrijke internationale doorbraak kan worden bereikt.

PIKANT

Om te garanderen dat alle wetenschapsgebieden kans op geld maken, moeten er drie gescheiden beoordelingskamers komen voor respectievelijk de geestes- en sociale wetenschappen, de natuur- en levenswetenschappen en de technische, construerende en ontwerpwetenschappen. Alleen projecten die na vijf jaar hebben geleid tot de voorspelde doorbraak komen in aanmerking voor een tweede subsidieperiode.   

Om van een serieuze investering te kunnen spreken is volgens de commissie voor een periode van vijf jaar ruim 250 miljoen euro nodig. Pikant is dat zij aanbeveelt dat deze extra middelen niet eerst bij de universiteit mogen worden weggehaald, zoals in 1998 gebeurde. Het beste zou zijn als het om nieuw onderzoeksgeld zou gaan, vindt de commissie, maar eventueel zou de minister het ook bij NWO mogen weghalen.

EH

Advertentie