Algen van vijftig miljoen jaar oud
Wie de foto’s ziet, wordt op slag jaloers op Peter Bijl. Pas een paar jaar afgestudeerd en nu al ruim twee maanden op expeditie naar het grootste natuurgebied van de wereld. “Het was een geweldige ervaring”, bevestigt de promovendus in de paleo-ecologie. “Alleen die stilte al. Als we op zonnige dagen tussen de ijsbergen doorvoeren, stond iedereen die ook maar even kon, aan dek. En toen we de poolcirkel passeerden, kregen we een oorkonde.” Maar we moeten ons niet vergissen, waarschuwt Bijl, want de tocht met de JOIDES Resolution was allesbehalve een vakantietrip. “We waren aan boord met dertig wetenschappers uit 27 landen, die zeven dagen per week aan het werk waren, elke dag twaalf uur aan een stuk. Vrije dagen waren er niet. Ik had de shift van middernacht tot twaalf uur, maar het kwam regelmatig voor dat ik langer doorging. Dan kon ik daarna alleen nog maar mijn bed in rollen.”
Bodemarchief
Doel van de tocht was het opboren van materiaal uit de zeebodem voor de kust van Antarctica. Die bodem, die zich vier kilometer onder het zeeoppervlak bevindt, bestaat uit zand, klei en gesteente met daarin fossielen van afgestorven dierlijk en plantaardig materiaal. Hoe dieper je in dat ‘bodemarchief’ doordringt, des te ouder materiaal kom je tegen en een analyse van de levensvormen in de verschillende lagen vormt dan ook een prima indicatie voor de variaties in het klimaat op die plek. Bijl: “We weten inmiddels uit eerdere expedities dat het klimaat op Antarctica rond 34 miljoen jaar geleden zo sterk begon af te koelen dat zich toen de huidige ijskap is gaan vormen, maar over wat er precies is gebeurd, tasten we nog in het duister. Deze expeditie, georganiseerd door het Integrated Ocean Drilling Program was vooral bedoeld om daarover meer te weten te komen. De hoop is dat die kennis ons zal helpen bij het maken van betrouwbare prognoses over de toekomstige ontwikkeling van het klimaat.”
Bijtend zuur
In totaal werden tijdens de twee maanden durende trip naar Antarctica uit de bodem voor de kust van Wilkes Land een kleine driehonderd kernen opgeboord, stukken sediment met een lengte van negen meter en een doorsnee van rond tien centimeter, die elk informatie bevatten over een periode van ongeveer 350.000 jaar. Uit één boorgat haalden de professionele boorders 106 opeenvolgende kernen, in totaal dus ruim een kilometer sediment ofwel een archief van zo’n veertig miljoen jaar. Bijl: “Die kernen worden naar Houston gebracht om daar straks verder onderzocht te worden, maar de wetenschappers op het schip kregen van elke kern wat materiaal om al aan boord te analyseren. Een Duitse collega van mij en ik zijn als een van de weinigen in de wereld gespecialiseerd in fossiele overblijfselen van dinoflagellaten, een bepaald soort algen, en wij zijn aan boord vrijwel full-time bezig geweest om die uit de monsters te isoleren. Daarvoor moesten we het materiaal eerst ontdoen van zand, klei en andere verstorende elementen. Dat klinkt misschien niet erg spannend, maar ga maar eens aan het werk met sterk bijtend zuur op een heftig slingerend schip. Dat was bepaald geen sinecure.”
Subtropisch paradijs
Het werk van Bijl en zijn Duitse collega was ook voor de andere expeditieleden van groot belang omdat hun algen vaak de enige betrouwbare maatstaf vormden voor de datering van de kernen. Het was dan ook geen toeval dat juist de Utrechtse promovendus de ontdekking deed die vorige week voorpagina nieuws was: ruim vijftig miljoen geleden was niet alleen de Noord-, maar ook de Zuidpool een subtropisch paradijs. “Op een gegeven moment zag ik in een monster algen van vijftig miljoen jaar oud”, herinnert Bijl zich. “Nu komt het regelmatig voor dat je oudere fossielen in monsters van een latere periode vindt, maar hoe ik ook zocht, in dat bewuste monster kon ik geen jongere fossielen vinden. Het monster was dus echt vijftig miljoen jaar oud en het bijzondere was dat ik uit de samenstelling kon opmaken dat de temperatuur toen extreem hoog moet zijn geweest. Dat was groot nieuws, maar om zeker te zijn wilde ik het eerst nog laten zien aan mijn begeleider Henk Brinkhuis, die als coördinator van de expeditie meevoer. Henk was echter net naar bed gegaan, zodat ik nog acht uur heb moeten wachten, voordat ik zeker was. Tergend.”
IJsberg
Over drie maanden vliegt hij naar Houston om in het kader van zijn promotieonderzoek de daar opgeslagen boorkernen te gaan onderzoeken, want als expeditielid heeft hij nu een jaar lang het alleenrecht op gebruik van het materiaal. Maar voorlopig geniet hij nog even van de herinnering aan twee bijzondere maanden op zee. “Er heerste aan boord een fantastische sfeer. De onderzoekers vormden al snel één grote familie, maar ook met de ruim honderd koppen tellende bemanning, voornamelijk Filippino’s, hadden we goed contact, vooral met de kok, ha ha. Normaal varen zij op boorschepen van oliemaatschappijen met alleen mannen aan boord. Zij vonden het geweldig dat er nu ook vrouwen meevoeren. Ik heb trouwens grote bewondering gekregen voor hun vakmanschap. Op een gegeven moment waren we ergens aan het boren, toen we weg moesten omdat er een ijsberg aankwam. Toen dat ding voorbij was, zijn we naar die plek terug gegaan en het lukte de bemanning om op vier kilometer diepte het boorgat terug te vinden, zodat we gewoon verder konden gaan. Echt ongelofelijk knap.”
EH