Alle leraren master

Elke leraar in het voortgezet onderwijs moet in de toekomst een mastergraad hebben. Dat zorgt voor betere prestaties van leerlingen, schrijft de Onderwijsraad in een vandaag gepresenteerd advies.

 In landen waar middelbare scholieren goed presteren, blijken docenten vaker hoogopgeleid te zijn. Hoogopgeleide docenten zouden beter in staat zijn om in te spelen op de individuele talenten en behoeften van leerlingen. Maar in Nederland daalt het opleidingsniveau van docenten juist.

 De Onderwijsraad stelt daarom voor om docenten met een bacheloropleiding een startkwalificatie te geven voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar alleen op voorwaarde dat zij binnen vijf jaar een masteropleiding afronden. Een bachelor die al voor de klas staat, moet bovendien verplicht deelnemen aan bij- en nascholing.

 Docenten die niet op tijd hun master halen (ze zijn vrij in de keuze voor een programma) of weigeren zich bij te scholen, krijgen een aantekening in het nog te ontwikkelen lerarenregister en wordt de lesbevoegdheid ontnomen.

 Het advies is een reactie op het ‘Actieplan Beter Presteren’ dat minister Van Bijsterveldt onlangs presenteerde om de prestaties van leerlingen in het voortgezet onderwijs te verbeteren. 

 De Onderwijsraad – een onafhankelijk adviescollege van de regering – pleit daarnaast voor de invoering van een toets in de onderbouw om de vorderingen van leerlingen in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde te meten.

 De Algemene Onderwijsbond (AOb) is enthousiast over het plan om alle leraren op te leiden tot master. Wel vraagt ze zich af hoe die opleidingen gefinancierd zullen worden. De bond vindt dat daarover in de cao afspraken moeten worden gemaakt, net als over beschikbare studietijd. De toets voor middelbare scholieren kan op minder instemming rekenen: dat zou wel eens kunnen leiden tot een “bureaucratisch toetscircus”, aldus AOb-bestuurder Ton Rolvink.

Hoger Onderwijs Persbureau

Advertentie